Plaatselijke gebruiken

De Betuwe is, zoals men wellicht weet, eeuwenlang een zeer geïsoleerd gebied geweest. De meanderende rivieren bepaalden de grenzen en derhalve speelde het schaarse leven zich af op de hoger gelegen delen tussen de kreken en de steeds opnieuw onderlopende komgronden in. Daardoor waren niet alleen de contacten met andere delen van het land summier, maar was er vaak ook nauwelijks verkeer mogelijk tussen de buurtschappen onderling. Pas in de loop van de 20ste eeuw, zeer recent dus eigenlijk, werden bruggen over de rivieren geslagen waardoor het isolement langzaam verminderde.

Lees “Plaatselijke gebruiken” verder

200 Stingers

‘Kijk,’ zei de man die voor ons in het natte gras stond, ‘zo werkt dus dat ding.’

Hij legde de paraplu over zijn schouder en richtte hem met de punt naar voren op iets denkbeeldigs in de ruimte. Toen diepte hij een pakje sigaretten uit zijn jaszak en drukte die tegen de paraplu.

‘En dit is een soort batterij, die zorgt ervoor dat de stuwmotor wordt geactiveerd. Begrijpen jullie het tot zover?’

Lees “200 Stingers” verder

Merel en China

Olympische Winterspelen, Beijing, 2022

Ik houd het niet per jaar bij maar dit jaar hoorde ik voor het eerst de merel op vrijdag 4 februari om half 8 ‘s ochtends. Ik logeerde bij vrienden in Nijmegen en daar, midden tussen de huizen en de geparkeerde auto’s en in een van de weinige bomen die het stadscentrum telt, begon hij in een lichte schemering zijn lied.

Lees “Merel en China” verder

Versoberen

Nieuwjaarsdebat

‘Dames en heren, ik wil graag beginnen met te stellen dat ik altijd heel sober heb geleefd. Ehm, nee, dit is meteen al fout, hoor ik hier naast me zeggen. Excuus, beste mensen. De voorzitter hier merkt op dat het om een vraag gaat en niet om een stelling. Daar heeft de voorzitter helemaal gelijk in. En de vraag luidt inderdaad: moeten wij versoberen of niet?

Lees “Versoberen” verder

Schwarzwälder Kirsch

Een kerstverhaal

Dat de man de zaak inkwam voor oliebollen zag ik aan de manier waarop hij rondkijkend naar de toonbank liep. Die komt niet voor brood, dacht ik bij mijzelf, die komt voor oliebollen. Hij wilde een zak van tien.

‘Ik weet niet of we ze nog hebben,’ zei het winkelmeisje, ‘ik zal even achter kijken.’

Het meisje liep het bakkerijgedeelte in.

Geen oliebollen meer, dacht ik toen ze terugkwam. Dat was weer te zien aan de frons boven haar ogen.

Lees “Schwarzwälder Kirsch” verder

Een vlok sneeuw

De man maakt een vegend gebaar over de kaart van Nederland. Het is niet écht de kaart van Nederland maar een digitale projectie op een kunststof scherm. Een projectie van een foto die een satelliet bij helder weer van ons land gemaakt heeft. Zo moet ik het eigenlijk zeggen. De man kijkt ons na dat veeggebaar indringend aan. Of wij wel beseffen wat dat gebaar inhoudt, hoe belangrijk dat gebaar is.

Lees “Een vlok sneeuw” verder

Banden en velgen

De firma handelde in banden en velgen, zo viel te lezen op een vuilwit bord aan de kant van de weg. De half afgebladderde oranje plakletters boezemden me weinig vertrouwen in en de daaronder met viltstift geschreven tekst ‘gespecialeerd in monteren’ deed me besluiten rechtsomkeert te maken. Maar net toen ik weer in wilde stappen ging een van de schuifdeuren van een loods open en kwam een man in overall naar buiten.

‘U zocht?’

Lees “Banden en velgen” verder

Kleurspoeling

Bij de vrouw die voor mij de kapperszaak inliep, stond het huilen nader dan het lachen. Ik veronderstelde dat zij net op straat iets naars had meegemaakt, maar eenmaal voor de toonbank bleek de narigheid inpandig te zijn veroorzaakt. Haar haar had een kleurspoeling ondergaan die geheel anders had uitgepakt dan ze zich had voorgesteld.

Lees “Kleurspoeling” verder

Serveren (2)

Een koffie verkeerd, een glas kraanwater zonder ijs en een plak krentenwegge zonder slagroom. Ik stond versteld. Vanwege het landelijk coronafeest was het terras een half jaar dicht geweest, maar ze wist het nog precies.

Vele ochtenden had ik er doorgebracht, lezend, schrijvend en genietend van het uitzicht over een meer dat twee keer per jaar door de hoge stand van de rivier van vers water werd voorzien. En dat water was van een opmerkelijke helderheid. Meerkoeten en zomertalingen die onderdoken op zoek naar bladresten kon je met het blote oog volgen en de plomp en waterlelie bloeiden er iedere zomer weer uitbundig.

Toen ze de bestelling bracht draalde ze even bij mijn tafeltje.

Lees “Serveren (2)” verder