Herinneringen – Boekenlijst

Het meest tijdrovende onderdeel op onze middelbare school was – naast het uit je hoofd leren van onzinnige formules van de goniometrie en de analytische meetkunde – het lezen van de vele boeken. Ik ben een langzame lezer dus was het voor mij altijd een race tegen de klok om het opgedragen werk tijdig af te hebben. Alleen al voor het eindexamen Nederlands diende je minstens dertig boeken te hebben gelezen, waarvan vijf uit de Middeleeuwen, vijf uit de zestiende en zeventiende eeuw, vijf uit de achttiende en negentiende eeuw (tot 1880), zo’n tien à twaalf boeken uit de Noord-Nederlandse literatuur (na 1880) en ten slotte minstens drie werken uit de Zuid-Nederlandse (Vlaamse) literatuur.

Daarbij werd het niet op prijs gesteld wanneer je alleen maar dunne boekjes op je lijst zette. Het veel opgevoerde Bittere kruid van Marga Minco van slecht 96 pagina’s mocht mits er bijvoorbeeld Nooit meer slapen van W.F. Hermans (320 pagina’s) tegenover stond. Helemaal goed was natuurlijk de achtdelige Anton Wachter-reeks van Simon Vestdijk. Had je je dus niet beperkt tot het veel gelezen derde deel (Terug tot Ina Damman), dan was je bij wijze van spreken al op voorhand voor dit vak geslaagd.

Er waren echter ook boeken en schrijvers die per se níet op je lijst mochten staan: de boeken van Jan Cremer bijvoorbeeld. Die werden niet als literatuur beschouwd, waarbij de werkelijke reden natuurlijk was dat de erin beschreven seksualiteit als te expliciet en daarmee aanstootgevend werd beschouwd. Jan Wolkers werd oogluikend toegestaan, maar dan ook niet meer dan dat. Ook de tientallen boeken van Marten Toonder waren niet welkom op de lijst. Deze formidabele verhalenschrijver én tekenaar werd als ‘stripauteur’ weggezet. Of romanschrijver Theun de Vries op je lijst mocht staan kan ik mij niet meer herinneren, de man werd vanwege zijn communistische sympathieën decennialang genegeerd in boekenland.

Gezien mijn leestraagheid zag ik mij genoodzaakt om al in de zomervakantie met het lezen van romans te beginnen. Daarbij moest ik mij behelpen met wat de boekenkast van mijn ouders te bieden had en dat was niet veel want mijn ouders lazen niet. In dat boekenkastje in de voorkamer met de twee glazen schuifdeurtjes stond een handvol boeken en boekjes die zij op verjaardagen van familie en vrienden hadden gekregen. Om de gulle gevers niet voor het hoofd te stoten bleven de boeken daar jaar in jaar uit staan.

Bij hun overlijden vele jaren later stonden ze er nog, ongelezen en vergeeld. Ik vond er in die zomer Arenlezer achter de maaiers van Bertus Aafjes, Mijn kinderen eten turf van Toon Kortooms en Dorp aan de rivier van Antoon Coolen, drie werken waarvan ik vermoedde dat de leraar Nederlands ze goed genoeg achtte om mijn lijst te sieren. Dat bleek een misvatting. Arenlezer achter de maaiers kon er net mee door, maar de andere twee werken werden als streekromans afgewezen. Die kwalificatie begreep ik niet. Ik had ze met plezier gelezen en de afwijzing bracht mij bovendien in de problemen want in het eindexamenjaar kwam je toch al tijd te kort. Ik besloot om ze stiekem toch op de lijst te zetten zodat het aantal boeken in elk geval, zij het minimaal, aan de eisen voldeed. Ik slaagde voor het vak met een acht wat mij nog alles meeviel. Maar stimulerend voor mijn leesliefde is die periode in mijn leven niet geweest.

Het is inmiddels vele jaren later. Het ruime sportterrein om de oude HBS is aan nieuwbouw opgeofferd en lange tijd dreigde het gebouw zelf te worden gesloopt omdat het gemeentebestuur van Tiel verzuimd had om het pand uit de jaren dertig van de vorige eeuw op de monumentenlijst te plaatsen. En dat terwijl het gebouw nog wel ontworpen is door rijksarchitect Hayo Hoekstra. Recentelijk is dat verzuim goed gemaakt door aan het statige bouwwerk de erfgoedstatus toe te kennen. Nu zijn er tijdelijk Oekraïense vluchtelingen in gehuisvest maar na hun vertrek zullen er appartementen in worden gerealiseerd zoals het woordgebruik van de projectontwikkelaars wil. Wat er dan nog van het imposante interieur over zal blijven is de vraag want wie wil er nu wonen in een theatervormig scheikundelokaal?

Aafjes, Kortooms en Coolen zijn inmiddels vergeten schrijvers geworden. Wolkers daarentegen kon na het uitbrengen van zijn eerste romans (en helemaal na de verfilmingen ervan) stil gaan leven op Texel. Groot is mijn verrassing dan ook wanneer ik in het minibiebje van ons dorp de roman Peelwerkers van Antoon Coolen aantref. Het boek, in 1930 door Nijgh & Van Ditmar uitgebracht, is in Brabants dialect geschreven en verhaalt over het leven van de turfstekers in De Peel. Net als in Drenthe en Oost-Groningen was het leven in dit deel van ons land bijzonder zwaar.

Aanvankelijk had ik ter illustratie van Coolens schrijverschap op deze plek een fragment willen opnemen uit het boek Peelwerkers. Om de koninklijke weg te bewandelen nam ik daartoe contact op met Nijgh & Van Ditmar. Na enkele maanden kreeg ik het volgende antwoord: ‘Beste Ed Bruinvis. Hartelijk dank voor uw bericht en mijn excuses voor de vertraagde reactie. Voor overnames van gedichten en fragmenten hanteren wij een minimumvergoeding van € 50,- per gedicht of fragment, maar afhankelijk van de aanvraag kan deze vergoeding hoger uitvallen. Daarnaast rekenen wij € 17,50 administratiekosten per aanvraag (alle prijzen zijn exclusief BTW). Heeft u voor mij het precieze fragment uit Peelwerkers dat u in uw column zou willen overnemen? Met vriendelijke groet, Ellen Koppenol, Afdeling Rechten, Singel Uitgeverijen.’

De gerenommeerde uitgeverij Nijgh & Van Ditmar, opgericht in 1864, werd in 2014 opgeslokt door Singel Uitgeverijen die zich ook al meester had gemaakt van Atheneum, Querido, De Arbeiderspers en De Geus. Wie nog mocht menen dat het heilige rijk der literatuur vrij is gebleven van de allesoverheersende geldzucht in het ondermaanse, vergist zich dus deerlijk.

Auteur: Ed Bruinvis

Studeerde voor tekenleraar aan de Arnhemse kunstacademie en normatieve maatschappijleer bij professor Hoefnagels (Radboud Universiteit). Is sindsdien actief in het vredes- en ontwikkelingswerk (Stichting Doca, Platform Arnhem Mondiaal en landelijk Platform tegen Wapenhandel). Publiceert behalve onderzoekswerk ook poëzie (Rivierklei, 2008, De Muze, 2015 en Vage klachten, 2019) en verhalen (Open op zondag, 2010 en Het terras, 2014), in 2017 gevolgd door de novelle Angelie. In 2019 verscheen (digitaal) het boek Arnhem Mondiaal over veertig jaar samenwerkende Arnhemse vredes- en ontwikkelingsorganisaties.

2 gedachten over “Herinneringen – Boekenlijst”

  1. Misschien heb ik het verkeerd Ed maar ik dacht dat Jan Cremer van na jouw schooltijd was of ben ik al zo vreselijk oud, laten we het daar maar op houden.
    Kortooms heb ik altijd met enorm veel plezier gelezen.

    1. Jij bent niet oud, Andrea, ik ben oud. Ik deed eindexamen HBS-B in mei 1970. ‘Ik, Jan Cremer 1’ kwam uit in 1964, ‘Ik, Jan Cremer 2’ in 1966.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *