Terwijl ze op haar beurt stond te wachten, stiftte ze snel nog even haar lippen. Dat viel nog niet mee, want bij gebrek aan een spiegeltje moest ze zich behelpen met haar spiegelbeeld in een vitrine. Telkens op en neer bewegend tuitte ze haar lippen alsof ze stond te oefenen in het zoenen. Iets waarin ze, aan de grimassen die ze trok te zien tenminste, niet veel zin had.
Lees “Foto” verderCategorie: Ed Bruinvis
Studeerde voor tekenleraar aan de Arnhemse kunstacademie en normatieve maatschappijleer bij professor Hoefnagels (Radboud Universiteit). Is sindsdien actief in het vredes- en ontwikkelingswerk (Stichting Doca, Platform Arnhem Mondiaal en landelijk Platform tegen Wapenhandel). Publiceert behalve onderzoekswerk ook poëzie (Rivierklei, 2008, De Muze, 2015 en Vage klachten, 2019) en verhalen (Open op zondag, 2010 en Het terras, 2014), in 2017 gevolgd door de novelle Angelie. In 2019 verscheen (digitaal) het boek Arnhem Mondiaal over veertig jaar samenwerkende Arnhemse vredes- en ontwikkelingsorganisaties.
Dotteren
(Dag van de Zorg 2011)
‘Nou en toen kreeg ik dus met Pasen een hartinfarct. Op Eerste Paasdag. Nee, nou moet ik niet liegen, het was op Tweede Paasdag. En toen ben ik nog diezelfde avond gedotterd en toen ik…’
‘Dotteren? Wat is dat, dotteren?’
Lees “Dotteren” verderOp bezoek
(Week van het Testament 2011)
Behoedzaam, bijna sluipend, liepen ze achter elkaar langs het tuinhek. Telkens tussen de struiken doorglurend leken ze nog het meest op twee schooljongetjes die van plan zijn te gaan belletje trekken. Bij een overhangende berk hield de voorste stil. Met zijn wandelstok wees hij tussen de dichte rododendrons door.
Lees “Op bezoek” verderTrouwen
(Week van de Psychiatrie 2011)
Omdat hij een groot formaat weekendtas met zich meetorste, duurde het even voor hij helemaal binnen was. Maar eenmaal in het licht van het restaurant bleek hij een rijzige heer met keurig geknipt grijs haar en gekleed in een lange donkere mantel. Alleen die enorme tas, zwart met gele strepen, deed pijnlijk afbreuk aan het geheel. De ober snelde toe om zijn jas aan te nemen, hetgeen de man na enig weifelen toestond. De tas klemde hij echter tegen zich aan alsof zijn hele familiekapitaal erin was opgeborgen. Vorsend keek hij rond tot zijn oog op een leeg tafeltje achter mij viel. Met de tas voor zich uitgestoken manoeuvreerde hij als een reiziger in het gangpad van een drukke trein tussen de tafeltjes met etende gasten door. Ik zat al aan de koffie en kon het tafereel in alle rust aanschouwen. Dat was waarschijnlijk ook de reden dat hij even bij mijn tafeltje stilhield.
Lees “Trouwen” verderStelling.nl
‘Goedemiddag, Stelling punt nl. Zegt u het maar.’
‘…’
‘Stelling punt nl, zegt u het maar!!’
‘Ben ik al in de uitzending?’
Lees “Stelling.nl” verderLuchtalarm
‘Hallo, Mieke, kun je mij verstaan?’
‘Ja, Jan Jaap, je bent luid en duidelijk te horen. Kom er maar in.’
‘Mieke, kan ik al beginnen?’
‘Jan Jaap, je bent in de uitzending, begin maar!’
Lees “Luchtalarm” verderPotten en pannen
(Cultuurbezuinigingen 2011)
‘Goedemiddag luisteraars. U heeft het onze staatssecretaris van Cultuur van de week horen zeggen: indien u ergens in uw museum een Rembrandtje heeft hangen maakt u in deze kabinetsperiode nog kans op subsidie van overheidswege. Maar houdt u er daarentegen een collectie opgegraven potten en pannen op na, dan kunt u staatssteun wel op uw museale buik schrijven. Aan de telefoon hebben wij op dit moment de heer Hendricus Hamerslag, conservator van het Nationaal Spijkermuseum te Laagwater. En dat ligt, en nu moet ik even spieken, onder de rook van Schroefhorst. Goedemiddag, mijnheer Hamerslag.’
Lees “Potten en pannen” verderHet goudgeelgerande bladhappertje
‘Ja, luisteraars, u heeft het waarschijnlijk vanmorgen al op het nieuws gehoord of in uw ochtendblad gelezen: het goudgeelgerande bladhappertje is na een afwezigheid van zesenvijftig jaar terug in Nederland. Het diertje, plaatselijk ook wel bekend als het bronsgroen stengelbijtertje, is aangetroffen in de Kaasdorper Duinvallei, niet ver van pannenkoekenrestaurant In den Leegen Strooppot. Wij danken deze waarneming aan professor doctor Blikveld, emeritus hoogleraar aan de Universiteit van Bloemendaal die de vondst onmiddellijk meldde bij de Stichting tot Behoud van de Geleedpotigen. Op haar beurt maakte deze stichting, uiteraard na verificatie van de waarneming, het nieuws wereldkundig. Aan de telefoon heb ik op dit moment de echtgenote van de hoogleraar. Goedenavond, mevrouw Blikveld.’
Lees “Het goudgeelgerande bladhappertje” verderWandelen
Het bankje miste een rugleuning, maar het uitzicht over de vlakte was prachtig. En ik was na drie uur lopen blij mijn rugzak voor even te kunnen afdoen, want mijn overhemd was tot op de rug doorweekt. Ik schroefde de dop van de thermoskan en schonk mezelf een kop koffie in. Toen ik opkeek zag ik haar aan komen lopen. Ze droeg een korte broek, hoge kousen en een groen jagershoedje wat me op een vreemde manier even aan Tirol deed denken. Achter zich aan sleepte ze een grijs, stoffig hondje dat met zijn korte pootjes moeite had om door het zand heen te komen. Telkens wilde het dier even gaan liggen om bij te komen, maar dan gaf ze weer een rukje aan de riem en dribbelde het beestje weer een eindje moeizaam voort. Toen ze me zag zitten bleef ze staan en haar gezicht betrok. Ze boog zich over naar haar hondje.
Lees “Wandelen” verderFietsen
Hij fietste voorop en zijn witte jack stak scherp af tegen het paars van de hei en het donkergroen van de bosrand. Daarachter reed zijn vrouw, al niet minder opvallend in haar oranje vest en blauwe trainingsbroek. Bij iedere pedaalslag boog ze diep voorover om haar eega bij te kunnen houden. Het tafereel trok al van honderden meters afstand de aandacht en ontging ook het drietal edelherten niet dat eerst nog stapvoets door de hei ging, maar, toch al onrustig door de bronst, overging in draf op weg naar de veilige dekking van het bos. Met de zware geweien gestrekt in hun nek verdwenen ze tussen de stammen. Nog even hoorde ik het gekraak van brekende twijgen, toen werd het stil.
Lees “Fietsen” verder