Potten en pannen

(Cultuurbezuinigingen 2011)

‘Goedemiddag luisteraars. U heeft het onze staatssecretaris van Cultuur van de week horen zeggen: indien u ergens in uw museum een Rembrandtje heeft hangen maakt u in deze kabinetsperiode nog kans op subsidie van overheidswege. Maar houdt u er daarentegen een collectie opgegraven potten en pannen op na, dan kunt u staatssteun wel op uw museale buik schrijven. Aan de telefoon hebben wij op dit moment de heer Hendricus Hamerslag, conservator van het Nationaal Spijkermuseum te Laagwater. En dat ligt, en nu moet ik even spieken, onder de rook van Schroefhorst. Goedemiddag, mijnheer Hamerslag.’

‘Goedemiddag, mevrouw Spiekstra, maar ik moet u allereerst even corrigeren, hoor. Ons museum ligt namelijk niet onder de rook van Schroefhorst. Dat zouden die van Schroefhorst wel willen, maar wij vallen toch echt onder de gemeente Plugwijk.’

‘Akkoord, mijnheer Hamerslag, onder de rook van Plugwijk dus. Neemt u mij maar niet kwalijk.’

‘Helemaal niet, mevrouw Spiekstra, maar wij hechten in onze streek nogal aan historische grenzen en culturele indelingen, begrijpt u wel?’

‘Natuurlijk, mijnheer Hamerslag, maar laten we overstappen naar ons onderwerp. Zoals u weet heeft de staatssecretaris van Cultuur…’

‘Dat komt omdat beide dorpen van oudsher tegenover elkaar aan de Laagwater Wetering liggen. Vandaar misschien ook uw verspreking. Die wetering kronkelt door de IJzerberg Vallei en vormt een natuurlijke grens die beide dorpen door de eeuwen heen van elkaar gescheiden heeft.’

‘Juist, mijnheer Hamerslag, maar nu terzake. De staatssecretaris…’

‘En dan heb ik het niet alleen over een landschappelijke scheiding, maar tevens over een culturele, ja, zelfs over een godsdienstige scheiding met alle gevolgen soms van dien!’

‘Heel interessant allemaal, mijnheer Hamerslag, maar zoals u ongetwijfeld heeft vernomen, heeft de…’

‘Dan bekogelde men elkaar over de wetering heen met besmette geiten, afgehakte varkenskoppen en mond- en klauwzeerpoten dat het een lieve lust was! Totdat zo’n Q-koortsgeit in de waterput van een boerenhoeve terechtkwam, dan had je de viruspoppen aan het dansen! Want dan liep binnen de kortste keren het hele dorp krom van de bacteriën!’

‘Mijnheer Hamerslag, even met het oog op de luisteraars thuis. Het onderwerp van onze uitzending vandaag…’

‘En het is zelfs meer dan eens gebeurd dat beide dorpen volledig uitstierven door de over en weer afgevuurde epidemieën. Want men ging door tot er helemaal niemand meer over was! Kunt u zich dat voorstellen, mevrouw Spiekstra? Kinderen, kleinkinderen, oma’s en opa’s, allemaal dodelijk geïnfecteerd door de virusbombardementen vanaf de andere kant van de wetering!’

‘Het is heel verschrikkelijk, mijnheer Hamerslag, maar gelukkig…’

‘Op zeker moment liepen er alleen nog maar wolven door de straten! En massa’s ratten. En die wolven dan weer achter die ratten aan. Of andersom, dat weet ik niet meer. En geen mens die er iets aan kon doen, mevrouw Spiekstra, want iedereen was de virusdood gestorven. Ziet u het voor u?’

‘Mijnheer Hamerslag, ik geloof dat dit een heel moeilijk interview wordt. Ik had het met u willen hebben over het plan uit Den Haag om…’

‘Maar Den Haag deed daar helemaal niets aan, mevrouw Spiekstra! Den Haag was alleen maar bezig met bezuinigen en nog eens bezuinigen. Dus Den Haag, ja, waar praten we eigenlijk over?’

Auteur: Ed Bruinvis

Studeerde voor tekenleraar aan de Arnhemse kunstacademie en normatieve maatschappijleer bij professor Hoefnagels (Radboud Universiteit). Is sindsdien actief in het vredes- en ontwikkelingswerk (Stichting Doca, Platform Arnhem Mondiaal en landelijk Platform tegen Wapenhandel). Publiceert behalve onderzoekswerk ook poëzie (Rivierklei, 2008, De Muze, 2015 en Vage klachten, 2019) en verhalen (Open op zondag, 2010 en Het terras, 2014), in 2017 gevolgd door de novelle Angelie. In 2019 verscheen (digitaal) het boek Arnhem Mondiaal over veertig jaar samenwerkende Arnhemse vredes- en ontwikkelingsorganisaties.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *