Bob Dylan

Ik moest een schrijfklus voltooien en had me daartoe teruggetrokken in een dorpje aan de IJssel. Na gedane arbeid besloot ik mezelf te trakteren op een Chinees. De serveerster, een jonge vrouw van een jaar of achttien met een rond wit schortje om en het donkere haar in een staart gebonden, heette me welkom en leidde me naar een tafeltje aan het raam. Lees “Bob Dylan” verder

Gezellig

De man zat twee meter bij me vandaan en met zijn rug naar me toe, maar ik kon zijn gespannenheid bijna lijfelijk voelen. Zijn vrouw zat tegenover hem. Met pinnige oogjes keek ze hem strak aan. Ik probeerde mijn blik op het interieur gericht te houden om die ogen niet te hoeven zien. Ze spraken op gedempte toon met elkaar. Dat wil zeggen: zij sprak en hij zweeg. Lees “Gezellig” verder

Kousen

Je kon erop wachten. Ze slingerde al bij het zien van tegenliggers, maar toen ze werd ingehaald door twee knapen die wel raad wisten met die witte fietsjes van het Nationale Park De Hoge Veluwe, raakte ze van het pad. Ze gaf een kreetje en stak een been uit om in de berm tot stilstand te komen. Maar daarmee was het pleit snel beslecht. Haar voet zakte weg in het rulle zand, ze draaide een keer om haar as en kwam uiteindelijk op haar rug in de dode bladeren terecht. De fiets bleef nog even hoopvol boven haar zweven maar plofte toen ontzield op haar neer.

Lees “Kousen” verder

Mantra’s

Als ik op een bankje op het perron op mijn trein zit te wachten, komt er een wat oudere dame naast me zitten. Ze draagt lichtgrijs vlassig haar en een wollen vest in dezelfde kleur. Het kledingstuk reikt tot ver over haar knieën. Ze heeft een bos bloemen bij zich die ze op haar schoot legt waarna ze haar handen vouwt en voor zich uit begint te prevelen.

Ik verwacht dat het gebed wel snel gedaan zal zijn omdat er een trein arriveert die zacht piepend voor ons tot stilstand komt. Lees “Mantra’s” verder

Schoon

Het eethuisje waar ik na een lange wandeling binnenstapte, zag er zo schoon uit dat ik de neiging kreeg om bij de deur mijn schoenen uit te doen. Ik zou er mijzelf belachelijk mee hebben gemaakt – in onze cultuur tenminste – maar de angst drong zich niettemin op dat ik al lopend door de uiterwaarden meer klei onder mijn zolen had gekregen dan hier toegestaan was. Lees “Schoon” verder

Hoe schout-bij-nacht Boegspriet milieuactivist werd

Een kerstvertelling

Schout-bij-nacht Boegspriet had er altijd van gedroomd om kapitein op een vliegdekschip te worden. Maar de marine van het kleine landje waar hij geboren was, had geen vliegdekschip. En al had de marine een vliegdekschip gehad, dan had het ding nergens aan kunnen leggen, want geen enkele haven in het landje was daar groot genoeg voor. Hij had gemeend slim te zijn door op een onbewaakt ogenblik vliegtuigen te bestellen die ontworpen waren om op vliegdekschepen te landen. Als we eenmaal die vliegtuigen hebben, had hij gedacht, dan komt het vliegdekschip er vanzelf ook wel. Lees “Hoe schout-bij-nacht Boegspriet milieuactivist werd” verder

Laat er licht zijn

Een man met een grauwe baard en een vuil grijs gewaad tot op zijn enkels houdt me staande als ik op weg ben naar het station. Hij loenst een beetje en zijn blote voeten in slippers dragen het stof van weken.

‘Broeder’, zegt hij met omfloerste stem terwijl hij een hand omhoog houdt zoals ik vroeger indianen wel heb zien doen in cowboyfilms. ‘Waarheen gaat gij en vanwaar die smartelijke spoed?’ Lees “Laat er licht zijn” verder