Ontmoetingen: Oud hout

Met een zwarte cape om zijn schouders en een gendarme-pet op zijn hoofd, lijkt hij zo weggelopen uit een film van Louis de Funès. Maar zijn oogopslag past daar niet bij, die hoort eerder thuis bij een van de tovenaars uit de Harry Potter-serie.

Hij staat voor mijn huis naast een fors uitgevallen bolderkar met daarop een berg afgewaaid hout. Verlangend staart hij naar het grindpad langs mijn tuin.

‘Ik heb een verbond met Donar’, zegt hij als ik hem vraag of ik hem soms ergens mee van dienst kan zijn. ‘Hij stormt en ik raap het oude hout op.’

Hij wijst op de vannacht bij de storm afgewaaide takken. Het grindpad ligt ermee bezaaid.

‘Zou ik ..?’

‘Mij best’, zeg ik.

Hij duwt zijn kar het grind op en begint te rapen. Ik kijk toe hoe hij armen vol takken in zijn wagentje deponeert. Natuurlijk zou ik hem kunnen helpen maar ik heb het gevoel dat hij de klus liever alleen klaart, zijn verbond met de god van de donder indachtig.

Als hij klaar is met rapen bied ik hem een kop thee aan, maar hij heft afwerend de armen op.

‘Nee, nee, meneer! Nu theedrinken is de goden verzoeken! Donar zou ontstemd kunnen raken! Ik moet ervoor werken en afzien van genot! Zou ik mij overgeven aan wereldse geneugten dan zou ik het verbond schenden. Dan zou hij stoppen met stormen.’

‘Nou,’ zeg ik naar het dak wijzend waar een rijtje pannen scheef is komen te liggen, ‘een stormvrij tijdperk zou ik niet betreuren. En ik niet alleen, denk eens aan de vissers op zee!’

‘De vissers op zee hebben ook een verbond met Donar, meneer’, zegt hij. ‘Geen storm betekent geen vis! De mens moet lijden om verder te komen in het leven.’

Ik haal diep adem. Waarom komen dit soort onheilsprofeten toch telkens op mijn pad?

De man lijkt mijn gedachten te raden.

‘Spot u niet met de goden, meneer!’ zegt hij naar de hemel wijzend waar de wolken nog steeds door elkaar tollen. ‘Donar wreekt zich op hen die hem kleineren!’

Hij tikt ten afscheid even aan zijn pet en duwt zijn kar terug naar de straat. Ik kijk hem na terwijl hij wegloopt in de richting van het bos, de volle kar moeizaam achter zich aan trekkend. Dan draai ik mij om en wil de voordeur weer binnengaan. Op dat moment klinkt er boven mij een hevig geratel. Instinctief duik ik naar voren de gang in. Op hetzelfde moment klettert een tiental losgeslagen pannen achter mij neer op de stoep, de scherven vliegen mij om de oren en slaan diepe krassen in het houtwerk van de deur.

Auteur: Ed Bruinvis

Studeerde voor tekenleraar aan de Arnhemse kunstacademie en normatieve maatschappijleer bij professor Hoefnagels (Radboud Universiteit). Is sindsdien actief in het vredes- en ontwikkelingswerk (Stichting Doca, Platform Arnhem Mondiaal en landelijk Platform tegen Wapenhandel). Publiceert behalve onderzoekswerk ook poëzie (Rivierklei, 2008, De Muze, 2015 en Vage klachten, 2019) en verhalen (Open op zondag, 2010 en Het terras, 2014), in 2017 gevolgd door de novelle Angelie en in 2024 door de roman De Inkwartiering. In 2019 verscheen (digitaal) het boek Arnhem Mondiaal over veertig jaar samenwerkende Arnhemse vredes- en ontwikkelingsorganisaties.

2 gedachten over “Ontmoetingen: Oud hout”

  1. Je hebt Donar dus wel getart maar gelukkig voor jou was hij maar een beetje boos en bleef de schade beperkt tot de dakpannen.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *