Ontmoetingen: De smartphone

Omdat een orkest van naam een uitvoering zou geven van hoogtepunten uit het concertwerk van Bach, besloot ik de trein naar de stad te nemen om het concert bij te wonen. Op een van de tussenliggende stations stapte een vrouw in, wat klein en gedrongen van stuk maar met een opvallend vrolijk hoedje op. Opvallend, omdat het buiten grauw en winderig was en de vrolijkheid ver te zoeken was.

Lees “Ontmoetingen: De smartphone” verder

Toestanden: De parasol

De man had opvallend bolle schouders, droeg kortgeknipt spierwit haar en een kaki short waaruit een paar met tatoeages opgesierde benen staken. Hij had al een poosje naar me zitten kijken dus was het geen verrassing meer toen hij op zeker moment op teenslippers door het knerpende grind op me af kwam lopen.

Ik wachtte af.

‘Die parasol boven u, meneer, kan ik die meenemen naar mijn tafeltje verderop?’

Lees “Toestanden: De parasol” verder

Ontmoetingen: Graafsma & De Mol

Tijdens mijn wandeling vanmiddag door het Elthuizer Veld kwam opeens vanuit de bosjes een man tevoorschijn. Niet alleen zijn onverwacht verschijnen verraste mij, maar ook zijn afwijkende kleding. Hoewel een omfloerst zomerzonnetje de temperatuur aantrekkelijk maakte, droeg hij een lange zwarte mantel die tot over zijn knieën reikte en een even zwarte hoge hoed. Over zijn schouder torste hij een zware ijzeren spade. Op het bospad gekomen klopte hij het zand van zijn broek en veegde wat losse bladeren van zijn jas.

Lees “Ontmoetingen: Graafsma & De Mol” verder

De schrijver en De Inkwartiering

(Illustratie: Mirjam Rudolphus)

Waarde collega,

Zojuist heb ik uw roman De Inkwartiering voor de tweede maal gelezen en ik sta er nog steeds met gemengde gevoelens tegenover. Niet vanwege de inhoud en de schrijfstijl want die hebben mij menigmaal in een schaterlach doen uitbarsten, maar gemengde gevoelens omdat ik dat boek zélf had willen schrijven!

En hoe graag was ik u daarbij dan vóór geweest! Want laten we eerlijk zijn, als schrijvers zijn we elkaars concurrenten, toch? En als ik het boek eerder had geschreven dan u, dan was het ook tweemaal zo dik geworden. Want er valt zoveel meer te vertellen over wat zich afspeelt in ons dorp aan de rivier. Kent u trouwens het gelijknamige boek van Antoon Coolen, Dorp aan de rivier? Mooi boek maar eerlijk gezegd vond ik de film beter.

Lees “De schrijver en De Inkwartiering” verder

De partijsecretaris en De Inkwartiering

(Illustratie: Mirjam Rudolphus)

Zeer geachte heer,

In ons doorgaans zo rustige dorp is enige commotie ontstaan naar aanleiding van twee ingezonden brieven als reactie op het verschijnen van uw roman De Inkwartiering.

Als secretaris van Ons Belang voel ik mij geroepen daar een reactie op te geven in de hoop de ontstane onrust te bezweren.

Lees “De partijsecretaris en De Inkwartiering” verder

De buurvrouw en De Inkwartiering

(Illustratie: Mirjam Rudolphus)

Beste meneer de schrijver,

Ik heb uw boek, De inkwartiering, nog niet gelezen maar mijn zwager die goed is met computers, liet mij van de week de ingezonden brief van die zogenaamde notaris Petitbon lezen. Wij kennen deze man want hij woont schuin tegenover ons en hij is helemaal niet zo aimabel of hoe je dat noemt! O nee, hij is de gierigheid zelve, meneer, een echte vrek! Voor ieder testament dat hij uit zijn computer draait rekent hij 560 euro, vijfhonderdzestig! En het enige wat hij daarvoor doet is een paar namen veranderen en op de knop drukken van de printer, of hoe heet zo’n ding. Kassa!

Lees “De buurvrouw en De Inkwartiering” verder

Ontmoetingen: De lodge

Ze zet een dienblad met daarop een twaalfuurtje op het tafeltje naast het mijne.

‘Vindt u het goed als ik naast u kom zitten?’

‘Uiteraard’, zeg ik en buig me weer over mijn schrijfwerk.

Ze trekt haar mantel uit en hangt hem over de stoel. Daaroverheen drapeert ze een vest, dan een brede kleurige sjaal en ten slotte een fors uitgevallen wollen muts. Het ding glijdt er meteen weer af en valt op de grond maar daar bekommert ze zich niet om. Even voel ik de in mijn vroege jeugd ingehamerde gewoonte om iets wat op de grond valt meteen weer op te rapen, maar ik beheers me en blijf zitten.

Lees “Ontmoetingen: De lodge” verder