Bob Dylan

Ik moest een schrijfklus voltooien en had me daartoe teruggetrokken in een dorpje aan de IJssel. Na gedane arbeid besloot ik mezelf te trakteren op een Chinees. De serveerster, een jonge vrouw van een jaar of achttien met een rond wit schortje om en het donkere haar in een staart gebonden, heette me welkom en leidde me naar een tafeltje aan het raam.

Ik was de enige gast en terwijl ik het menu doornam viel me opeens het geluid van een mondharmonica op. Op de achtergrond speelde Bob Dylan!

Bob Dylan in een Chinees restaurant, ik had het niet eerder meegemaakt. En niet eens in een uitvoering met oosterse citers en klankschalen, maar gewoon puur vanaf een westerse cd.
‘Verrassend’, zei ik toen de serveerster de bestelling op kwam nemen. ‘Bob Dylan in een Chinees restaurant. Dat hoor je toch niet vaak.’

‘Jij Bob Dylan?’, vroeg de serveerster.
Ik wist even niet wat ik terug moest zeggen, maar ik nam aan dat ze bedoelde te vragen of ik de muziek van Bob Dylan mooi vond.

‘Jazeker!’, antwoordde ik.
Ze liep terug naar de bar waar enige opwinding ontstond en toen ze terugkwam met op het dienblaadje een glas bier, liep er een jongen van een jaar of zestien met haar mee die mij een album voorhield. Het was bijna helemaal volgeplakt met kranten- en tijdschriftfoto’s van Bob Dylan. Hij sloeg een van de weinige nog lege pagina’s op en hield me een balpen voor.

‘Moet ik er iets in schrijven?’, vroeg ik.
De jongen keek me niet begrijpend aan en maakte een beweging of hij snel iets neerschreef. De serveerster kwam erbij staan. Ze nam de pen van de jongen over en duwde die in mijn hand.

‘Jij handtekening.’
‘Ja, maar ik ben Bob Dylan niet’, zei ik. ‘Leg hem dat even uit als je wilt.’
Het meisje schudde haar hoofd terwijl de jongen er wat bedremmeld bij stond.

‘Jij handtekening’, herhaalde ze maar nu met iets meer klem.
Ik haalde mijn schouders op.

‘Oké,’ zei ik, ‘als ik jullie er een plezier mee kan doen.’
Ik zette mijn handtekening dwars over de pagina, maar dat was toch niet wat van mij verwacht werd.

‘Bob Dylan?’, vroeg de serveerster.
Het allemaal niet goed begrijpend nam ik de pen weer op en schreef onder mijn handtekening in kapitale letters de woorden ‘Bob Dylan’.

Dit was blijkbaar wat de jongen wilde, want hij griste de pen uit mijn hand en holde met het album terug naar de bar, waar het personeel zich bewonderend over de volgeschreven pagina boog.

Gedurende de hele maaltijd klonk Bob Dylan om pas tijdens het dessert te worden afgelost door Donovan, ook een icoon uit de jaren zestig, maar dan anders. Tijdens het afrekenen zei ik er iets over. Dat leidde echter prompt weer tot commotie want nu kwam er een meisje van een jaar of twaalf van achter de bar tevoorschijn. Ook zij had een album bij zich, maar dat van haar was helemaal volgeplakt met foto’s van Donovan. De serveerster trad weer op als tolk, voor zover je tenminste van die kwaliteit mocht spreken.

‘Donovan? Jij handtekening?’
Ik besloot er verder geen woorden aan vuil te maken en zette net als bij haar broertje de naam van de zanger dwars over de pagina in de hoop haar daarmee tevreden te hebben gesteld. Maar dat bleek toch een misvatting.

‘Donovan. Jij handtekening!’, zei ze hoofdschuddend.
‘Oké’, zei ik.
Ik nam de pen weer van het meisje over en zette onder de naam Donovan mijn eigen handtekening. Juichend holde ze met haar album terug naar de bar.

Over een paar weken heb ik een tweede schrijfdag in datzelfde dorp. De Chinees is er het enige restaurant, dus grote kans dat ik daar weer de maaltijd gebruik. Ben heel benieuwd welke muziek er dan wordt gedraaid en in welke hoedanigheid ik dan in iemands plakboek terechtkom. Misschien wel als John Lennon. Of als Mick Jagger. Als het maar niet Elvis is of Cliff Richard want daar houd ik niet zo van.

Auteur: Ed Bruinvis

Studeerde voor tekenleraar aan de Arnhemse kunstacademie en normatieve maatschappijleer bij professor Hoefnagels (Radboud Universiteit). Is sindsdien actief in het vredes- en ontwikkelingswerk (Stichting Doca, Platform Arnhem Mondiaal en landelijk Platform tegen Wapenhandel). Publiceert behalve onderzoekswerk ook poëzie (Rivierklei, 2008, De Muze, 2015 en Vage klachten, 2019) en verhalen (Open op zondag, 2010 en Het terras, 2014), in 2017 gevolgd door de novelle Angelie. In 2019 verscheen (digitaal) het boek Arnhem Mondiaal over veertig jaar samenwerkende Arnhemse vredes- en ontwikkelingsorganisaties.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *