Arnhemmer in Parijs

Voor David

Een goede buur van me, thans verre vriend, dames en heren, trok jaren geleden naar Parijs om er de liefde van zijn leven te vinden. Of preciezer gezegd, hij meende die al in Arnhem te hebben gevonden maar pas in Parijs tot volle bloei te kunnen brengen. Een onderneming waarin hij – tot teleurstelling van ons allemaal – maar gedeeltelijk is geslaagd. Het werd namelijk een avontuur van korte duur. En een stuk minder poëtisch dan het hier klinkt.

Lees “Arnhemmer in Parijs” verder

Gezelschap

Ik zit in mijn onderbroek in een van de campingbaas geleende ligstoel naast mijn tent in het zonnetje en lees een boek. Het is een leuk boek vol grappige wendingen. Een boek zoals ik nodig zelf eens zou moeten schrijven als ik het maar kon. Het boek houdt me zo bezig dat ik haar niet hoor aankomen. Opeens staat ze naast me, haar zwaar beladen fiets aan de hand en om haar mond een lichte grijns.

‘Dag’, zegt ze.

Lees “Gezelschap” verder

Jarig

Ik schrik op uit mijn boek: de telefoon gaat.

Na een lichte weifeling loop ik naar het raam waar het toestel verstopt staat achter het gordijn. Het ding rinkelt en rammelt zo hevig dat het maar één persoon kan zijn die de stilte zo doorbreekt.

‘Ik ben het, je moeder!’, roept een stem aan de andere kant van de lijn.

‘Kan niet’, zeg ik. ‘Ik heb geen moeder. Nooit gehad ook.’

‘Gefeliciteerd met je verjaardag, jongen! Het huis zit zeker gezellig vol met mensen?’

 ‘Nee, hoor’, zeg ik. ’Ik vier mijn verjaardag nooit, dus waarom zou het huis dan vol met mensen moeten zitten?’

‘O, dus je zit gezellig alleen thuis. Maar dan ga je straks zeker gezellig de stad in?’

‘Nee’, zeg ik. ‘Ik woon in de stad en dat is al erg genoeg.’

‘Dus je blijft gezellig thuis vanavond?’

‘Zoals altijd’, zeg ik.

‘Nou, gezellig. Ik dacht, ik bel eens op want dat is toch altijd een stuk gezelliger dan een kaartje sturen.’

‘Zeker’, zeg ik. ‘Een stuk gezelliger.’

‘Nou, jongen, een gezellige avond toegewenst en tot volgend jaar maar weer.’

Ik leg de hoorn op de haak en trek de gordijnen nog wat verder dicht. Maar dat helpt niets, want opnieuw gaat de telefoon.

‘Ja, jongen, met je vader! Je moeder zei net dat je gezegd hebt dat je nooit een moeder hebt gehad. Maar dat is biologisch gesproken onmogelijk natuurlijk. Zo goed als ouders pas ouders zijn als ze een of meer kinderen hebben, zo kan een kind alleen een kind zijn geworden als het ouders heeft, begrijp je?’

Lees “Jarig” verder

Kamperen

Als ik het kampeerterreintje waar ik al een paar dagen de enige gast ben op kom fietsen, blijk ik gezelschap te hebben gekregen. Een fiets staat tegen de boom en het grasveld ligt bezaaid met kampeerspullen. Daar midden tussen in zit een man op zijn knieën. Hij is nerveus met tentstokken in de weer. Telkens moet hij zijn leesbril opzetten om de handleiding te kunnen raadplegen. Hij zoekt de zomen van de binnentent waar de stokken doorheen geschoven moeten worden, maar hij kan ze niet vinden. Met de scheerlijnen losjes om zijn hals geslagen doet hij me opeens denken aan de vroegere prenten van Yrrah waarop mensen zich ook op de gekste plekken proberen op te hangen.

‘Wil het een beetje lukken?’, vraag ik, zorgvuldig ironie in mijn toon vermijdend.

Lees “Kamperen” verder

Tour de Force

versus Tour de France 2012

Het terras blijkt een stopplaats te zijn voor wielrenners. Niet die snelle jongens met die platte buiken en met kuitspieren zo strak als staalkabels van het dagelijkse afzien. Maar voor vijftigers die in groepjes hun wekelijkse rondje rijden en met veel geklep van hun tourschoentjes het terras op komen lopen. Ze zoeken al grappen makend een tafeltje uit en maken zich meester van een dozijn omringende stoelen.

Lees “Tour de Force” verder

Contact

Ik moet voordragen in Oosterbeek en zit op een bankje op het Willemsplein te wachten op lijn 1. Er komt een jonge vrouw op me af. Ze draagt een zonnebril met glazen zo groot als gebaksschoteltjes. Ze moet de bus hebben naar Arnhem-Zuid, zegt ze zonder haar bril af te zetten. Of ik weet welke lijn dat is. Ik zeg haar dat ze me net zo goed kan vragen om een getal onder de honderd te raden. Arnhem-Zuid is minstens zo groot als Arnhem-Noord, leg ik haar uit, dus zoveel wijken als er in Arnhem-Zuid zijn, zoveel buslijnen zijn er. Ze zegt dat ze op de Mierlostraat moet zijn. Ik zeg haar dat als Arnhem-Zuid minstens zo groot is geworden als Arnhem-Noord het aantal straten navenant is meegegroeid en dat ik van die honderden straten die daar nu zijn niet zou weten in welke wijk ze liggen. Ze zegt me dat het misschien beter is als ze even een telefoontje pleegt. Ik zeg haar dat me dat een goed idee lijkt. Ze loopt terug naar haar vriendje dat een eindje verderop een computerspelletje op zijn iPad speelt en zegt tegen hem dat die man die daar op dat bankje zit, het ook niet weet.

Lees “Contact” verder

Landschap

Slowtalks in Tuin de Lage Oorsprong over de passie voor landschap

Oosterbeek, 22 juni 2012

Landschap, dames en heren, heeft twee betekenissen. Het is allereerst datgene wat zich buiten ons om door de eeuwen heen voltrekt. Het landschap beweegt namelijk. Heel langzaam, nauwelijks zichtbaar, maar het beweegt. En het beweegt evenwichtig. Plotselinge ingrepen als vulkaanuitbarstingen, blikseminslagen en tsunami’s daargelaten. Hoewel je met wat goede wil ook daar een evenwichtigheid in zou kunnen ontdekken. Maar de ergste ramp die het landschap kan treffen is de ingreep van de mens. Mijnbouw, skiliften, windmolenparken, industrieterreinen, snelwegen,  vinex-wijken en meer van dat soort hoogtepunten van beschaving.

Lees “Landschap” verder

België

De schuifdeuren openden zich en de man stapte de coupé binnen alsof hij voor het eerst van zijn leven het toneel betrad. Achter hem sloten de coulissen zich sissend. Hij keek even verschrikt om. Terug kan niet meer, zag je hem denken. Toen vermande hij zich en liep verder het gangpad in. Zijn blik bleef rusten op de lege bank tegenover mij.

‘Is die plaats nog vrij, meneer?’

Lees “België” verder