De sprong

Ik was het helemaal niet van plan geweest. Sterker nog, toen ik vanochtend na het ontbijt mijn wandelschoenen aantrok en de duinen inliep richting Ballum, was mijn doel het Hagedoornveld geweest. Bruine kiekendieven te over, had Staatsbosbeheer me verzekerd. En inderdaad, zoals bij ons in de streek de rondcirkelende buizerds een alledaags verschijnsel zijn geworden, zo lijken de bruine kiekendieven in de Amelander duinen de gewoonste zaak van de wereld te zijn.

Lees “De sprong” verder

Strikte rust

Strikte rust, had ze me voorgeschreven. Ik werkte te hard, ik droeg de wereld teveel op mijn schouders en als ik daarmee door zou gaan, zo hield ze me voor, dan zou mijn inzet voor alles en iedereen als een boemerang op mijzelf neerknallen. Vooral dat woord ‘neerknallen’ deed me schrikken. Ik besloot nog dezelfde week om die strikte rust te organiseren.

In de lounge, tussen de donker gebeitste wanden van het enigszins in mineur geraakte familiehotel, schemert het.

Lees “Strikte rust” verder

Sportbril

Sinds ik de honderd meter niet meer binnen de twaalf seconden loop – en ik geef toe, dat kan ik al enkele decennia niet meer – heb ik het beklemmende gevoel dat dingen in mijn leven definitief voorbij gaan. Goed, ik speel nog iedere week mijn tafeltenniswedstrijden en ik ga nooit met minder dan een derde plaats naar huis. Maar daarmee kan ik alleen nog indruk maken op mensen die niet weten dat ons team uit slechts drie personen bestaat. Ook onder water van de ene kant van het zwembad naar de andere kant zwemmen lukt me niet meer. Alleen al de angst dat ze me halverwege moeten opdreggen weerhoudt me ervan om het nog eens te proberen. En dat terwijl ik zo’n prestatie vroeger een fluitje van een cent vond.

Lees “Sportbril” verder

Alleen eten (2)

Ik keek op van mijn varkenshaas omdat ik voelde dat er naar mij gekeken werd. Het waren de uitbater van het eetcafé en de serveerster. Ze overlegden met elkaar en keken telkens even dubbend in mijn richting. Naast hen was een echtpaar van middelbare leeftijd komen staan, een zorgelijke trek op het gezicht. Niet gereserveerd en toch hopend op een tafeltje, schatte ik in. Naast mij was het tafeltje nog leeg maar eigenlijk hoorde dat tafeltje bij dat waaraan ik zat. Omdat de tafeltjes wat aan de kleine kant waren en de caféruimte eveneens krap bemeten was, waren ze twee aan twee tegen elkaar aangeschoven. Aan de ingehouden pas van de serveerster die naar me toe kwam lopen, wist ik de vraag al voor ze hem gesteld had.

‘Mijnheer, zou u het bezwaarlijk vinden als er nog twee gasten plaatsnamen in dit hoekje?’

Lees “Alleen eten (2)” verder

Veilig

Ze kwam wat weifelend de bus in. Haar ene hand, met daarin gepast geld voor het buskaartje, strekte ze uit naar de chauffeur. Met de andere hand omklemde ze haar tasje dat ze dicht tegen zich aan gedrukt hield. Vanuit zijn functie had de chauffeur de meeste belangstelling voor de hand met het geld, maar mijn aandacht ging meteen uit naar die andere hand. Vandalisme en straatroof zijn aan de orde van de dag, maar in een streekbus valt dat wangedrag nog mee. Tot op heden tenminste. Misschien dacht de vrouw er ook zo over en was ze vast bezig om zich in te stellen op een onveilige toekomst.

Lees “Veilig” verder

Alleen eten

Ze wierp nog even steels een blik op me en boog zich toen over naar haar vriendin. Beiden droegen het grijze haar in een vlecht achter op het hoofd gespeld en beiden hadden zich een likeurtje laten inschenken.

‘Weet je, ik vind het gewoon niet gezellig, dat is het. Ik zeg er verder niets van en zo’n vent moet het helemaal zelf weten natuurlijk. Maar ik vind het niet gezellig. En het is ook niet gezond.’

Lees “Alleen eten” verder

Op kop rijden

Ik dacht dat het fenomeen was uitgestorven. Maar zwervend door het buitengebied kwam ik het laatst opeens weer tegen: het in groepsverband naar en van school fietsen. Vanuit het bos komend moest ik stoppen voor het verkeer over een provinciale weg. En plotseling waren ze daar, met wel twintig tegelijk. Mijn hart sprong op. Keurig twee aan twee, de uitpuilende schooltassen op de bagagedrager of meegetorst als rugzak. Ze schoven voorbij als in een film. De jongens luidruchtig grappend om aandacht. De meisjes, allang niet meer lettend op dat braniegedrag, ernstig met elkaar converserend over serieuzere zaken als onbetaalbare nieuwe schoenen of de huwelijkse staat van de nieuwe mentor.

Lees “Op kop rijden” verder