De brief

(Een oudejaarsvertelling)

Volgens de schaaktheorie is het mogelijk om met alleen een loper en een paard de koning van de tegenpartij mat te zetten. In gedachten schoof ik de stukken over het bord maar ik kwam er niet uit. Ten einde raad haalde ik bord en stukken uit de kast en verdeelde de vier stukken willekeurig over de velden. Het zou ongetwijfeld een eindeloos geschuif worden. Net meende ik toch nog in mijn opzet te slagen toen de bel ging. Van schrik gooide ik de stukken om.

Ik schoot overeind en haastte me naar de voordeur. Op de stoep stond een geheel in het zwart geklede man. Hij was nogal klein van stuk, meer een mannetje dus, en droeg een versleten bolhoedje en een paraplu waarvan hij de punt dreigend in mijn richting stak.

‘Heeft u mijn bief ontvangen, meneer?’

Zijn stem klonk krakerig.

‘Eh,’ begon ik, ‘uw brief, zegt u?’

‘Ja, draait u er maar niet omheen! U heeft hem natuurlijk weggegooid zoals bijna iedereen! Maar het zal u niet helpen, meneer!’

‘Pardon,’ zei ik, ‘maar ik …’

‘Bíjna iedereen zeg ik, meneer! Want alleen zij die in de Eindtijd geloven zullen gered worden! Ik zeg u: het einde der dagen is nabij!’

Ik zweeg en staarde hem verbouwereerd aan. Hij op zijn beurt leek mij niet te zien. Uit de binnenzak van zijn afgedragen jas trok hij een envelop tevoorschijn en overhandigde mij die. Aan de rouwrand te zien was het de bekendmaking van iemands overlijden.

‘Alstublieft meneer, nogmaals die brief. Lees hem goed, het kan uw redding zijn!’

Met die woorden draaide hij zich om en liep het tuinpad af naar het hek. Eenmaal op straat sloeg hij de richting in van het bos. Op dat moment begon het te regenen, maar hij hield de paraplu stevig onder zijn arm geklemd.

Ik sloot de voordeur en liep de keuken in. Even overwoog ik de envelop te openen maar plotseling geërgerd door de woorden van de man, mikte ik hem in het voorbijgaan in de doos met oud papier.

Toen ik de volgende ochtend naar beneden kwam, stond het bord met de stukken nog steeds op tafel. Net toen ik ze terug wilde zetten in de kast, ging opnieuw de voordeurbel. Ditmaal stond er een jonge, fris ogende man op de stoep die met een zwierig gebaar zijn hoed afnam.

‘Dag meneer. In de hoop u niet te storen heb ik een vraag aan u.’

Met het bezoek van de oude man de dag ervoor nog in gedachten keek ik hem wantrouwend aan maar dat leek hem niet te deren.

‘U heeft gisteren een brief gekregen, is het niet?’

Ik knikte.

‘Ik heb hem bij het oud papier gedaan. Hij was mij door iemand overhandigd die mij bepaald niet vrolijk stemde.’

De man glimlachte begrijpend.

‘Kan ik mij voorstellen. Dat had hij niet moeten doen. We kennen hem. Aan het eind van het jaar krijgt hij altijd van die kuren. Zou u mij die brief terug willen geven? Dan zorgen wij voor de verdere afhandeling.’

Ik haalde mijn schouders op en liep naar de keuken waar ik de brief tussen de oude kranten vandaan viste.

‘Dit is hem,’ zei ik terwijl ik hem de brief overhandigde, ‘al begrijp ik niet goed wat er afgehandeld dient te worden.’

De man glimlachte opnieuw en nam weer even zijn hoed af. Nu pas zag ik dat het dezelfde bolhoed was als die de man van gisteren droeg, alleen nog niet zo kaal en versleten.

Hij stak de brief in zijn binnenzak, boog ter afscheid even en liep toen terug naar de straat. Bij het tuinhekje gekomen draaide hij zich nog even om.

‘Met de koning op b6 en de loper op d7 gaat het paard naar a6. Met de loper vervolgens naar c6 moet het kunnen lukken.’

Nog eenmaal zijn hoed afnemend sloeg ook hij de weg naar het bos in.

Het was de hele dag al zwaarbewolkt geweest maar nu brak opeens het wolkendek open en liet zich een klein stukje blauwe hemel zien.

===

Alle bezoekers van Arnhem aan Zee een mooi en liefdevol 2024 toegewenst!

Auteur: Ed Bruinvis

Studeerde voor tekenleraar aan de Arnhemse kunstacademie en normatieve maatschappijleer bij professor Hoefnagels (Radboud Universiteit). Is sindsdien actief in het vredes- en ontwikkelingswerk (Stichting Doca, Platform Arnhem Mondiaal en landelijk Platform tegen Wapenhandel). Publiceert behalve onderzoekswerk ook poëzie (Rivierklei, 2008, De Muze, 2015 en Vage klachten, 2019) en verhalen (Open op zondag, 2010 en Het terras, 2014), in 2017 gevolgd door de novelle Angelie en in 2024 door de roman De Inkwartiering. In 2019 verscheen (digitaal) het boek Arnhem Mondiaal over veertig jaar samenwerkende Arnhemse vredes- en ontwikkelingsorganisaties.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *