Het was stil tussen de kramen. Te stil naar de zin van de marktkooplui want ze stonden met verveelde gezichten en handenwrijvend tegen de kou achter hun koopwaar. Tegen elkaar beklaagden ze zich over de ochtendmist die de klanten bij de verwarming hield. Aan de stilte kwam echter abrupt een einde toen een kleine gedrongen man met een boodschappentas op wieltjes bij de groentekraam halt hield en met luide stem verkondigde dat het niet meer goed zou komen.
‘En waarom niet?!’
Lees “Markt” verder