Trouwen

(Week van de Psychiatrie 2011)

Omdat hij een groot formaat weekendtas met zich meetorste, duurde het even voor hij helemaal binnen was. Maar eenmaal in het licht van het restaurant bleek hij een rijzige heer met keurig geknipt grijs haar en gekleed in een lange donkere mantel. Alleen die enorme tas, zwart met gele strepen, deed pijnlijk afbreuk aan het geheel. De ober snelde toe om zijn jas aan te nemen, hetgeen de man na enig weifelen toestond. De tas klemde hij echter tegen zich aan alsof zijn hele familiekapitaal erin was opgeborgen. Vorsend keek hij rond tot zijn oog op een leeg tafeltje achter mij viel. Met de tas voor zich uitgestoken manoeuvreerde hij als een reiziger in het gangpad van een drukke trein tussen de tafeltjes met etende gasten door. Ik zat al aan de koffie en kon het tafereel in alle rust aanschouwen. Dat was waarschijnlijk ook de reden dat hij even bij mijn tafeltje stilhield.

‘Ik hoop niet dat mijn tafeldame al weg is’, zei hij licht hijgend. ‘Ik ben een beetje aan de late kant namelijk.’

‘Dan moet ze nog komen’, antwoordde ik, ‘want  ik heb het laatste half uur niemand weg zien gaan.’

Hij knikte gerustgesteld en zette zijn tas even neer.

‘Nou’, zei hij, ‘en als ze niet komt, bestel ik toch gewoon wat voor mij alleen? Dan maak ik er alsnog een leuke avond van!’

‘Zo is het’, knikte ik.

Hij tilde zijn tas weer op en nam plaats aan het tafeltje achter mij. De ober kwam en hij bestelde een glas rode wijn. In afwachting van zijn tafelgenote, liet hij er als uitleg op volgen. Op dat moment ging zijn mobiele telefoon af. Het deuntje was onmiskenbaar het Wilhelmus, alleen klonk het alsof de elektronica was ingebouwd in een fles badschuim. Enkele gasten keken verstoord in zijn richting. De man boog zich haastig naar zijn tas, ritste hem open en begon door zijn spullen te woelen. Het toestel was al aan het derde couplet toe, toen hij het te pakken had.

‘Hoi mam!’, klonk zijn stem luid door de zaak. ‘Ja? Ja natuurlijk ben ik het zelf, wie zou het anders moeten zijn? Nee, ik ben net binnen. Waar? In het restaurant. Ja, ik zit in een restaurant. Met de telefoon, ja. Waarom? Nou, omdat ik hier een afspraak heb. Wat? Ja, met haar. Als ze komt tenminste, want dat weet je nooit zeker natuurlijk. Wat? Nee, of ze komt, bedoel ik, dat weet je nooit zeker… Nou, omdat ze ook níet kan komen, daarom. Wat…?  Nee, natuurlijk niet. Moet je horen, mam, vind je het goed als ik je morgen terugbel? Nou, omdat ik nu in een restaurant zit en… Mam, moet je horen, ik ga ophangen. Ik bel je morgen terug, goed? Dag!!’

De man zuchtte hoorbaar en de gasten gingen weer door met eten. Ik dronk met langzame teugen mijn koffie. In gedachten zag ik de moeder met een verschrikte uitdrukking op het gezicht in de hoorn van haar telefoon kijken. Haar zoon voor een rendez-vous in een restaurant. Wie had dat nou gedacht…!

De ober bracht me de rekening en toen ik mijn jas aantrok en me omdraaide, keek de man me verontschuldigend aan.

‘Ze is er nog steeds niet!’

‘Ik zie het’, zei ik, ‘maar ze komt vast nog wel, hoor! Mooie vrouwen komen altijd te laat, moet u maar denken.’

Hij schudde het hoofd.

‘Ze is niet mooi. Maar ze heeft wel een goed hart. Daarom had ik met haar willen trouwen vanavond. Ik had alles voorbereid: diner voor twee met koffie na, het Wilhelmus voor bij de plechtigheid en beddengoed voor twee personen. Maar toen ik hierheen liep had ik al het voorgevoel dat ze niet zou komen opdagen.’

‘Ach’, zei ik om hem wat op te monteren, ‘misschien is er iets tussen gekomen. Dan trouwt u toch gewoon morgen met haar?’

Hij schudde teleurgesteld het hoofd.

‘Nee, morgen zal niet gaan. Ik moet morgenvroeg uiterlijk om 8 uur weer binnen zijn namelijk.’

Auteur: Ed Bruinvis

Studeerde voor tekenleraar aan de Arnhemse kunstacademie en normatieve maatschappijleer bij professor Hoefnagels (Radboud Universiteit). Is sindsdien actief in het vredes- en ontwikkelingswerk (Stichting Doca, Platform Arnhem Mondiaal en landelijk Platform tegen Wapenhandel). Publiceert behalve onderzoekswerk ook poëzie (Rivierklei, 2008, De Muze, 2015 en Vage klachten, 2019) en verhalen (Open op zondag, 2010 en Het terras, 2014), in 2017 gevolgd door de novelle Angelie. In 2019 verscheen (digitaal) het boek Arnhem Mondiaal over veertig jaar samenwerkende Arnhemse vredes- en ontwikkelingsorganisaties.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *