Onlangs verscheen bij de Oosterbeekse Uitgeverij Kontrast ‘Arnhems Luiletterland’. In het handzame, mooi vormgegeven boekje maakt schrijver en wandelaar Wim Huijser drie voettochten door het Arnhemse literaire landschap. Trouwens, wandelen hoeft niet. De drie routes kunnen ook vanuit de leunstoel worden gemaakt.
Wim Huijser – publicist op het snijvlak van geschiedenis, literatuur en landschap – ontwierp samen met routemaker Rob Wolfs een drietal wandelingen door de parken en de binnenstad van Arnhem. Hij beschrijft 21 locaties die verwijzen naar het werk van bekende, maar deels ook vergeten, Arnhemse auteurs.
Tevens voert hij auteurs op die óver Arnhem schreven. Zo volgen we het spoor van Thomas Rosenboom en de auteur van de Pim Pandoer-reeks Carel Beke door Park Sonsbeek, dwalen we in het Gravinnenbos van Jean Dulieu op zoek naar Paulus de Boskabouter, lopen we aan de hand van Koos van Zomeren over de Middenweg in de Geitenkamp, wandelen we met Jan Siebelink door de Zijpsepoort de stad in, en zoeken we daarna – net als Felicita Vos – weer de vrijheid en stilte van Arnhems groene parken.
Illustraties
‘Arnhems Luiletterland’ is voorzien van drie routebeschrijvingen en routekaarten en geïllustreerd met meer dan vijftig historische foto’s en ansichtkaarten. Andere auteurs die in het boek aan bod komen zijn onder anderen Jacob van Lennep, Reinier van Genderen Stort, Maria Dermoût, Nel Benschop, C. Buddingh’, Peter van Straaten, Johnny van Doorn, Tom van Deel, Herman Koch, J.J. Voskuil, Thomas Verbogt, Marcel van Roosmalen, Ed Bruinvis en Remco Kock.
Met zijn boekje treedt Huijser in de voetsporen van Arnold Jansen op de de Haar die in 2004 een soortgelijke wandeling door Arnhem maakte. Hij koos deels dezelfde auteurs als Jansen op de Haar, maar er zijn vanzelfsprekend verschillen. Al was het maar door het tijdsverschil. Marcel van Roosmalen, Ed Bruinvis en Remco Kok timmerden toen nog niet aan de weg.
Het is evenwel curieus om Cees Buddingh’ – die ooit in 1956 een verhaal in Arnhem plaatste – in een bloemlezing over auteurs-die-iets-met-Arnhem-hebben/hadden te noemen. Huijser vergelijkt Buddingh’ in literair opzicht begrijpelijkerwijs met de Arnhemse dichter/schrijver/performer Johnny van Doorn, met dit verschil dat Buddingh’ de facto Dordrecht nooit verliet, waar Van Doorn wél uit Arnhem vertrok. Afijn, Huijsers schrijven van een biografie over Buddingh’ zal er mee te maken hebben.
Bevooroordeeld
Huijser had in plaats van Buddingh’ – ik geef toe, ik ben niet onbevooroordeeld – misschien beter voor de (Utrechtse) schrijver C.C.S. Crone (1914-1951) kunnen kiezen. Die woonde vanaf 1947 in Arnhem en manifesteerde zich de laatste jaren van zijn leven steeds meer in het Arnhemse culturele leven. Hij noemde Park Sonsbeek net als Johnny van Doorn, Thomas Verbogt en J.J. Voskuil deden. Hij woonde op de Hulkesteinseweg, werkte bij de Enka op de Velperweg en ligt begraven op Moscowa. Hij had Crone – zijn De Schuiftrompet werd in 2012 voor de zevende maal herdrukt – eenvoudig in zijn literaire wandeltocht kunnen meenemen in het hoofdstukje over Herman Koch, zoals ook Arnold Jansen op de Haar in zijn publicatie deed. Kochs Oranjestraat-uit-zijn-vroege-jeugd ligt bovendien op luttele afstand van de Hulkesteinseweg.
Al met al is Arnhems Luiletterland,Drie wandelingen door het literaire landschap een leuke bijdrage aan literair Arnhem.
De man uiterst rechts op de foto is C.C.S. Crone.