De vrouw die na mij bij de vitrine was komen staan, stak haar hand op toen de man van de reparatieafdeling vroeg wie er aan de beurt was.
Ze deed dat met zoveel overtuiging en met inzet van zoveel charmes – en dat waren er nogal wat, zag ik terloops van opzij – dat hij niet eens meer ter controle zijn blik over de overige klanten liet gaan. In zijn volle lengte boog hij zich over de vitrine naar haar toe en vroeg zo innemend mogelijk wat hij op deze mooie herfstmiddag voor haar kon betekenen. Lees “Bladgoud” verder