Inchecken

De beide dames waren de wanhoop nabij. Ze klemden zich aan elkaar vast in het smalle gangpad waardoor ze niet meer voor- of achteruit konden. Het leek mij gezien de van overheidswege voorgeschreven anti-coronamaatregel om afstand tot elkaar te bewaren niet de meest gewenste houding.

‘Meneer, weet u dat misschien? We moeten naar Tiel en we hebben ingecheckt bij de Arriva maar deze trein is van de Breng en er staat geen paal van de Breng op het perron. Wat moeten we nu?’

Ze spraken plat Betuws, maar zelf opgegroeid in het rivierengebied kon ik hen toch behoorlijk volgen.

‘U zit in de goede trein, hoor’, zei ik zo geruststellend mogelijk. ‘U kunt rustig gaan zitten want deze trein brengt u naar Tiel.’

‘Wat zegt die meneer, Toos?’

‘Meneer zegt dat we in de goede trein zitten.’

‘Maar we hebben ingecheckt bij de paal van de Arriva, zus, en deze trein is van de Breng, dus we moeten eruit!’

Ik schudde mijn hoofd.

‘Dat hoeft niet, dames. Arriva en Breng wisselen elkaar af op het traject Arnhem-Tiel.’

Mijn stem begon steeds meer op die van een conducteur te lijken.

‘Wat zegt die meneer, Toos?’

‘Meneer zegt dat de Arriva en de Breng elkaar afwisselen naar Tiel.’

‘O, maar dan komt dus straks die van de Arriva. Dan moeten we er nu uit, zus!’

‘Nee, Ina, dan komen we te laat in Tiel. Daar moeten we om 12 uur zijn, weet je nog?’

‘Ja natuurlijk weet ik dat nog! Maar als we met deze trein gaan krijgen we een boete omdat we verkeerd hebben ingecheckt!’

Ik schudde opnieuw mijn hoofd, maar nu heftiger.

‘Nee, dames, u krijgt geen bekeuring als u bij Arriva hebt ingecheckt. Breng of Arriva, het maakt niet uit in de trein naar Tiel.’

‘Wat zegt die meneer nu weer, Toos?’

‘Die meneer zegt dat het niet uitmaakt, Arriva of de Breng.’

‘Nou, dan heeft die meneer er geen verstand van want laatst moesten we inchecken bij een paal van de Breng, weet je nog? En hier staat helemaal geen paal van de Breng, dus we zitten verkeerd. Laten we er snel uitgaan, zus, voordat-ie vertrekt!’

Elkaar voortduwend verlieten ze haastig de trein en een paar seconden later klonk het fluitsignaal. Ik zag hoe ze op een holletje naar een spoorwegbeambte liepen en heftig gebarend op de trein wezen die nu langzaam in beweging kwam. De man hief slechts berustend beide armen op en vervolgde hoofdschuddend zijn weg over het perron.

Auteur: Ed Bruinvis

Studeerde voor tekenleraar aan de Arnhemse kunstacademie en normatieve maatschappijleer bij professor Hoefnagels (Radboud Universiteit). Is sindsdien actief in het vredes- en ontwikkelingswerk (Stichting Doca, Platform Arnhem Mondiaal en landelijk Platform tegen Wapenhandel). Publiceert behalve onderzoekswerk ook poëzie (Rivierklei, 2008, De Muze, 2015 en Vage klachten, 2019) en verhalen (Open op zondag, 2010 en Het terras, 2014), in 2017 gevolgd door de novelle Angelie. In 2019 verscheen (digitaal) het boek Arnhem Mondiaal over veertig jaar samenwerkende Arnhemse vredes- en ontwikkelingsorganisaties.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *