Bijbel voor architecten

Voor diverse media recenseer ik regelmatig boeken-in-relatie-tot-Arnhem. Een signalering van het dit voorjaar bij de Utrechtse Uitgeverij Matrijs te verschijnen boek Architecten in Arnhem, Oosterbeek en Velp, met bijdragen van vele auteurs onder wie Jan Vredenberg, wil ik lezers van ArnhemAanZee niet onthouden. In dit omvangrijke boekwerk komen eveneens veel gebouwen uit het Arnhemse en hun respectievelijke architect(en) aan de orde. Daar ik zelf aan deze publicatie mocht meewerken, geef ik – summier en willekeurig – aandacht aan enkele architecten die onze stad door de jaren heen verfraaiden.

Zo wordt Cornelis Jorden Hagenbeek (1873-1942) belicht, die in 1904 op Pels Rijckenstraat 16 ging wonen. Het hele door hem ontworpen huizenblok omvat de nummers 12-18. Maar Hagenbeek ontwierp meer voor de toen nieuwe Burgemeesterswijk. Aan de Röellstraat 9 en 11 bouwde hij in 1919-1920 twee villa’s, alsook aan de andere straatzijde twee huizen op de nummers 10 en 12. In 1930 bouwde Hagenbeek tevens het appartementenblokje Bouriciusstraat 22-26. Dit is een fraai voorbeeld van baksteenarchitectuur in de trant van de Haagse School. Alle genoemde panden staan er nog steeds.

Architect Willem Frederik Carel Schaap (1870-1933) volgde – volgens zijn biografie – in Arnhem   J.W.C. Tellegen (1859-1921) op als directeur van Bouw- en Woningtoezicht. Hij ontwierp onder andere een fiks aantal woningen aan de Izaäk Evertslaan, alsook de huizen aan Rembrandtlaan 72 en 74.

De pastorie van de H. Hartkerk aan de Izaäk Evertslaan 78 werd ontworpen door de gebroeders Eich. Wilhelm Jacob Eich (1871-1933) en Henri Jacob Anton Eich ontwierpen het in 1927 in een traditionalistische stijl. Het is nu een gemeentelijk monument.

De biografieën in het boek van de architecten Herman Geurt Otterman (1918-2008) en Johan Heij (1919-1987) troffen mij eveneens. In de jaren 1952-1957 verrees naar hun ontwerp een winkel- en flatwoningencomplex op de hoek van de Burgemeester Weertsstraat (118-1 en 118-II) en de Van Lawick van Pabststraat (99-109). Het eerste deel is de huidige apotheek met twee woningen er boven. In 1955-1957 werd ernaast door hen een winkel- en woonblok toegevoegd met eenzelfde betonnen rasterstructuur, inpandige portieken en puien van hout, glas en plaatmateriaal. Ook op dit blok – met nu een kapperszaak, een drankenwinkel en een postkantoortje – is de pergola voortgezet. Achter deze betonnen constructie is een terugwijkende derde woonlaag.

Volgens velen Arnhems befaamdste architect Willem Diehl (1876-1959) wordt uiteraard veelvuldig genoemd. Op het Vesta-gebouw (1930-1932), alsmede zijn huizen in Sonsbeek, Burgemeesterswijk en Transvaalbuurt – waaronder het winkelhuis voor de firma Belderbos (1904-1905) – alsook het Luxor-theater (1914) aan het Willemsplein, mag Arnhem terecht trots zijn.

Architecten in Arnhem, Oosterbeek en Velp laat zich lezen als de heilige schrift voor stedenbouwkundigen.

Auteur: Kees Crone

Freelance journalist, tekst- en kroniekschrijver, en auteur. Kees Crone is - zegt men - wereldberoemd in zijn eigen stadsdeel, de Burgemeesterswijk. Kees Crone schreef onder meer een Bijzondere Buurt en Verlicht Kwartier. Hij schrijft met enige regelmaat een column voor Arnhem aan Zee.

Eén gedachte over “Bijbel voor architecten”

  1. Fotobijschrift

    Vesta-gebouw, Jansbuitensingel, architect Willem Diehl, digitale opname Gerdien Mogendorff, 2005, Fotocollectie Gelders Archief, nr. 1501-01-6950

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *