Hoe schout-bij-nacht Boegspriet milieuactivist werd

Een kerstvertelling

Schout-bij-nacht Boegspriet had er altijd van gedroomd om kapitein op een vliegdekschip te worden. Maar de marine van het kleine landje waar hij geboren was, had geen vliegdekschip. En al had de marine een vliegdekschip gehad, dan had het ding nergens aan kunnen leggen, want geen enkele haven in het landje was daar groot genoeg voor. Hij had gemeend slim te zijn door op een onbewaakt ogenblik vliegtuigen te bestellen die ontworpen waren om op vliegdekschepen te landen. Als we eenmaal die vliegtuigen hebben, had hij gedacht, dan komt het vliegdekschip er vanzelf ook wel.

Maar de  minister van defensie had er lucht van gekregen en de vliegtuigen op het laatste moment afbesteld. Schout-bij-nacht Boegspriet werd voor straf overgeplaatst naar een kantoortje aan de wal waar hij toezicht moest houden op het onderhoud aan een driemaster waarop adelborsten leerden hoe ze knopen moesten leggen en de zeilen moesten reven. Zijn promotie tot admiraal kon hij wel vergeten, had de minister hem nog toegebeten toen hij op die bewuste middag het departement verliet, een droom en een bevordering armer.

Het duurde een jaar voordat schout-bij-nacht Boegspriet accepteerde dat zijn horizon niet verder meer reikte dan die paar mijl die iedere strandgast ziet als hij over zee uitkijkt. Maar nog een jaar later begon hij toch plezier te krijgen in het gedraaf van de jonge zeelieden over het dek, hun geklauter in de ra’s en hun grappen en grollen. Ja, zelfs het scherpe fluitje van de bootsman in de vroege ochtenduren begon hij te waarderen. En toen op zeker moment een zeiltocht naar de andere kant van de evenaar werd voorbereid en hem gevraagd werd of hij soms mee wilde, nam hij de uitnodiging gretig aan. Goed, het was dan geen vliegdekschip waarop hij een eigen hut kreeg, maar met zijn tachtig meter lengte en zijn vijftig meter hoge masten, was de klipper toch bepaald geen kano.

Het schip zeilde op een ochtend in de zomer de haven uit en alles ging goed totdat het na drie weken varen in een storm terecht kwam. De zeekadetten reefden de zeilen zoals ze hadden geleerd en trokken zich vervolgens benedendeks terug waar ze veilig waren voor de golven die kletterend over het schip sloegen. Alleen schout-bij-nacht Boegspriet, die zich in deze dreigende uren plotseling van zijn rang bewust werd, meende dat hij zeebenen genoeg had om aan dek te kunnen verschijnen. Maar hij had de deur van zijn hut nog niet achter zich dichtgedaan of een hoge golf nam hem op en sleurde hem van boord. Toen hij weer boven kwam, zag hij dat het schip tientallen meters verder was en zijn hulpgeroep kwam niet boven het geraas van de storm uit.

Het eerste wat hem opviel toen hij weer bijkwam was dat hij geen schoenen meer aan had. Hij lag doorweekt op een zandstrand en kabbelende golfjes kriebelden aan zijn tenen. Ook zijn overjas bleek verdwenen en wat hij verder nog aan zijn lijf had kon je nauwelijks meer een uniform noemen. Een moment lang betreurde hij het verlies van zijn onderscheidingen, toen realiseerde hij zich dat hij zich weliswaar geradbraakt voelde, maar dat hij het er levend vanaf had gebracht. Alleen had hij geen idee waar hij was. Maar Boegspriet zou geen schout-bij-nacht zijn geweest als hij niet voortvarend aan zijn redding was gaan werken. Een paar uur lang verzamelde hij alle schelpen die hij langs de vloedlijn kon vinden en legde er op het hogere deel van het strand de letters SOS mee. Uitgeput liet hij zich naast zijn oproep in het zand vallen.

Hij kwam pas weer tot zichzelf toen boven hem een helikopter verscheen die langzaam daalde. Hij wilde opstaan maar het door de wieken opstuivende zand ontnam hem de kracht. Twee paar sterke armen tilden hem echter op en legden hem in een draagbaar waarna hij omhoog getakeld werd. Niet veel later landde de helikopter en kon hij met behulp van de bemanning uitstappen. Hij keek verbaasd om zich heen want – o wonder! – hij bevond zich op het dek van een vliegkampschip. De kapitein van het gevaarte kwam naar hem toelopen, salueerde en heette hem welkom op HMS Invincible. Zijn vermissing was de wereld rondgegaan en had ook het reddingsteam aan boord van het vliegdekschip bereikt. Even later stond hij in een geleend uniform naast de kapitein op de brug. Hij, schout-bij-nacht Boegspriet, in het commandocentrum van een vliegdekschip! Iets van zijn jongensdroom was uitgekomen. Het had hem in hogere sferen moeten brengen, maar vreemd genoeg gebeurde dat niet.

Eenmaal terug in de haven, in zijn kantoortje en achter zijn bureau, realiseerde hij zich pas goed wat hem was overkomen. Hij riep zijn secretaresse bij zich en dicteerde haar zijn ontslagbrief. Daarna belde hij Greenpeace en meldde zich aan als vrijwilliger.

Alle lezers en medewerkers van Arnhem aan Zee, mede namens milieuactivist Boegspriet, een vredige kerst en een sprankelend nieuw jaar toegewenst!

Auteur: Ed Bruinvis

Studeerde voor tekenleraar aan de Arnhemse kunstacademie en normatieve maatschappijleer bij professor Hoefnagels (Radboud Universiteit). Is sindsdien actief in het vredes- en ontwikkelingswerk (Stichting Doca, Platform Arnhem Mondiaal en landelijk Platform tegen Wapenhandel). Publiceert behalve onderzoekswerk ook poëzie (Rivierklei, 2008, De Muze, 2015 en Vage klachten, 2019) en verhalen (Open op zondag, 2010 en Het terras, 2014), in 2017 gevolgd door de novelle Angelie. In 2019 verscheen (digitaal) het boek Arnhem Mondiaal over veertig jaar samenwerkende Arnhemse vredes- en ontwikkelingsorganisaties.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *