Hoe prinses Serpentje de crisis overwon

Een nieuwjaarssprookje

Er leefde eens, héél lang geleden, een prinsesje in een groot, leeg paleis.

Ze heette Annabella Serpentina. Maar omdat ze soms zomaar woedeaanvallen kreeg waarbij ze kostbaar familieservies stuk gooide op de plavuizen of de statieportretten in de hal stuksneed, noemde iedereen haar prinses Serpentje.

De eerste jaren van haar leven bracht prinses Serpentje nog in vrolijkheid door. Ze ravotte met de tuinknechten tussen de rododendrons, deed verstoppertje met de koetsier in het koetshuis en speelde doktertje met de staljongens op de hooizolder.

Maar net in het jaar dat prinses Serpentje naar de grote school moest, net als alle andere meisjes van haar leeftijd, gingen haar ouders uit elkaar en bleef zij alleen in het paleis achter.

In het begin stuurde haar vader haar nog wel eens een cadeautje vanaf het tropische eiland waarheen hij was uitgeweken nadat bekend was geworden dat hij in de wapenhandel zat en een hele stoet buitenechtelijke kinderen had verwekt. Maar na verloop van tijd werd dat steeds minder totdat er helemaal geen pakjes of kaartjes meer kwamen. Waarschijnlijk is zijn geld op, dacht prinses Serpentje, en ze hield zichzelf voor dat dat zieliger was voor haar vader dan voor haar.

Van haar moeder kreeg ze eerst nog wel mailtjes waarin stond wat ze aan moest trekken of op haar brood moest doen. Maar vanaf de dag dat de koningin haar kroon definitief afdeed en intrad bij een congregatie van heilige handopleggers, hoorde ons prinsesje niets meer van haar. Nu kan ik tenminste net zoveel hagelslag op mijn boterhammetjes strooien als ik zelf wil, probeerde ze zichzelf op te vrolijken. Maar steeds vaker vlogen de grote lege vertrekken van het paleis haar aan en smeet ze woedend met vazen en borden. Het personeel kwam dan weer aanhollen met veger en blik en met zakdoeken om haar huilbuien te stillen. Maar veel hielp dat niet en men kreeg er na een tijdje genoeg van. Boze tongen beweerden dat het de secretaris van het paleis zelf is geweest die op zeker moment bij de regering aanklopte met het verzoek om een einde aan de situatie te maken. Het kabinet besloot daarop om een commissie in te stellen die de mogelijkheden van zo’n ingreep moest onderzoeken. Het eindrapport liet echter op zich wachten omdat de voorlichtingsdienst van het koninkrijk sommige passages weggelakt wilde hebben. Vooral die passages waarin dieper op de inkomsten van de koning werd ingegaan.

In het paleis zelf sloot het personeel intussen weddenschappen af over hoe lang het allemaal nog zou duren. En omdat er steeds hoger werd ingezet, besloot men op zeker moment een bank op te richten en deze naar de beurs te brengen. Maar toen de Mededingingsautoriteit er achter kwam dat er met voorkennis werd gehandeld en dat het personeel er onderlinge prijsafspraken op nahield, was de boot aan en werden alle personeelsleden met collectief ontslag gestuurd. Wel mochten ze allemaal hun bonus houden omdat het niet om straffen ging, zoals de president-commissaris zei, maar om  van gemaakte fouten te leren.

En zo bleef prinses Serpentje helemaal alleen achter in het grote paleis.

Eerst probeerde de kindervoogdij nog om haar uit het paleis te halen en haar voor haar eigen bestwil onder te brengen in een asielopvang van een voormalig progressief Kamerlid dat voor zichzelf begonnen was. Maar ons prinsesje zag het gevaar nog net op tijd en gooide snel het hoge toegangshek van het paleis dicht.

Nu brak er een moeilijke tijd aan voor prinses Serpentje. Zonder inkomsten en zonder hulp moest ze het hoofd boven water zien te houden. Via internet deed ze een beroep op de maatschappij. Maar de maatschappij had zorgen genoeg van zichzelf. De opbrengsten uit het betaalde voetbal vielen tegen, de autoverkoop liep terug en ook vielen steeds vaker treinen uit door sein- en wisselstoringen.

Eerst probeerde ons prinsesje nog de tijd te doden door met haar skateboard door de lange gangen van het paleis te racen. Maar dat ging haar na verloop van tijd toch vervelen. Ze sloot zich aan bij Hyves en Facebook om op die manier vriendjes te krijgen. Dat lukte eerst nog wel, maar ze ergerde zich al snel aan de loze praatjes. En toen iemand die zich voor een prins uitgaf, haar vroeg om voor de webcam haar ontluikende koninklijke vormen te tonen, deed ze de computer uit om hem niet meer aan te doen. Maar daardoor raakte ze steeds meer op zichzelf. Ze huilde nog wel af en toe en smeet dan het weinige servies dat nog over was door de paleisvensters naar buiten. Maar gaandeweg voelde ze een raar soort dofheid over zich heenkomen.

Prinses Serpentje hoorde pas weer wat van de buitenwereld toen een delegatie van het parlement zich aandiende. De premier had namelijk eigenhandig besloten om niet langer op het commissierapport te wachten, maar een vervolgcommissie in te stellen die zelf poolshoogte moest nemen op het paleis. Zo stonden op zekere dag twintig dames en heren in driedelig grijs voor het gesloten hek en riepen naar prinses Serpentje dat ze haar kwamen helpen. Ons prinsesje was dan wel heel alleen maar bepaald niet dom en ze riep terug naar die dames en heren dat ze allemaal de pot op konden omdat ze haar al die tijd in de steek hadden gelaten. En ze schold hen uit voor volksverlakkers en zakkenvullers. En toen de commissie nog niet opkraste, bekogelde zij hen met rotte appels die ze uit de tuin haalde. Pas toen de Kamerleden merkten dat dat lelijke vlekken op hun kostuum gaf, namen ze de wijk. En terug in het regeringscentrum stemden ze meteen unaniem voor een tuinbelasting zodat ze nieuwe maatpakken konden declareren.

Nu wist prinses Serpentje zeker dat er niemand meer naar het paleis zou komen en dat ze de rest van haar leven achter het paleishek zou moeten doorbrengen. En bij die gedachte voelde ze zich opeens heel moe en treurig worden. Ze liep door de overwoekerde tuin naar het midden van het gazon. Daar ging ze op haar rug in het gras liggen en dacht bij zichzelf: ik blijf hier net zo lang liggen tot ik doodga.

Maar prinses Serpentje ging niet dood. Ze kwam na een tijdje bij uit haar verdoving en ging voorzichtig rechtop zitten. Haar lichaam voelde loodzwaar aan, maar in haar hoofd was het helder. Zo helder als ze niet eerder meegemaakt had. En ze dacht: ik móet iets doen! En wat het ook is, het gáát lukken! En ze sprong op en holde het paleis in en kwam weer naar buiten met een gipsen zuiltje dat ze midden in het gazon zette. En daar bovenop zette ze haar laptop met de webcam aan zodat de hele wereld haar kon zien. En ze vertelde aan iedereen die het maar horen wilde, wat er al die tijd in het paleis gebeurd was. En binnen enkele minuten stroomden de mailtjes binnen met allerlei adviezen. Hoe ze de sperzieboontjes in de moestuin moest opbinden en hoe ze de slakken kon weghouden bij de aardbeien. Hoe ze de grasmaaier weer aan de praat kon krijgen en wat ze moest doen om de kippen aan de leg te houden. En om te laten zien dat ze blij was met al die adviezen, wiedde ze binnen drie dagen de hele moestuin. En ze snoeide de fruitbomen, veegde het bordes en deed de vele paleisramen. En vanaf het zuiltje keek de hele wereld toe hoe prinses Serpentje in haar eentje het hele paleis opknapte. En als ze eens geen zin had in werken, gooide ze een theedoek over de webcam en ging in haar blootje zwemmen in de vijver. Of ze zette foto’s van de opbloeiende tuin op de koninklijke website, waar ze tot ontsteltenis van de voorlichtingsdienst eerst alle ambtelijke richtlijnen vanaf had gegooid.

En ze bedacht dat het leuk zou zijn om een kraam bij het paleishek te zetten met eieren, groenten en fruit die ze misschien zou kunnen ruilen tegen spulletjes uit het dorp, zoals serviesgoed of bloemenvazen. En dat ze de vele vertrekken in het paleis zou kunnen openstellen voor mensen die nodig aan rust toe waren. Maar ze zouden dan wel mee moeten helpen in de paleistuin en bij het koken, vond ze. Want ze was niet vergeten hoe het personeel in de laatste weken voor hun ontslag alleen maar zat te pokeren en te klaverjassen. En prinses Serpentje werd erg blij van haar eigen ideeën en zette ze op internet en vertelde ze voor de webcam. En ze kreeg steeds meer ideeën terug van mensen die ook geen zin meer hadden om op politieke partijen te stemmen en die hun eigen boontjes wilden doppen. Of die ontslag namen uit hun hectische baan om aan iets veel rustigers en mooiers in hun leven te beginnen. Of die geen zin meer hadden om elke ochtend en middag in de file te staan en dichter bij huis een bedrijfje begonnen samen met de buren. En terwijl steeds meer mensen in de steden en dorpen de grauwheid van de aangeprate crisis van zich af schudden, kreeg prinses Serpentje steeds meer zin in het leven. Ze dartelde over het bordes en danste over de paden net als toen ze nog een klein onbezorgd prinsesje was. En ze keek trots naar al het moois in de tuin en dacht bij zichzelf: het lijkt wel een sprookje! Misschien dat ik hier nog wel héél lang en gelukkig ga leven!

Alle lezers,

schrijvers en schilders, dichters en dansers, tekenaars en muzikanten en

andere deelnemers aan ‘Arnhem aan Zee’ een

heilzaam en gelukkig 2012 toegewenst!

Auteur: Ed Bruinvis

Studeerde voor tekenleraar aan de Arnhemse kunstacademie en normatieve maatschappijleer bij professor Hoefnagels (Radboud Universiteit). Is sindsdien actief in het vredes- en ontwikkelingswerk (Stichting Doca, Platform Arnhem Mondiaal en landelijk Platform tegen Wapenhandel). Publiceert behalve onderzoekswerk ook poëzie (Rivierklei, 2008, De Muze, 2015 en Vage klachten, 2019) en verhalen (Open op zondag, 2010 en Het terras, 2014), in 2017 gevolgd door de novelle Angelie. In 2019 verscheen (digitaal) het boek Arnhem Mondiaal over veertig jaar samenwerkende Arnhemse vredes- en ontwikkelingsorganisaties.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *