Droombaan

Oplevering ecoduct Oud Reemst

De houtvester was uit zijn humeur. Niet alleen was hij de avond tevoren bij het thuiskomen met zijn splinternieuwe Range Rover tegen het tuinhek aangereden, maar door de storm van die nacht was er ook nog een losgeslagen dakpan op de motorkap beland. De wagen had een robuust voorkomen, maar bleek in de praktijk toch slecht bestand tegen dit soort bedrijfsongevalletjes. Net als de houtvester zelf die vanwege zijn ergernis en het stormlawaai geen oog dicht had kunnen doen. Toen ik hem dan ook meldde dat er een hert met zijn gewei was komen vast te zitten in de afrastering rond het terrein, stootte hij een volle minuut taal uit die je van een man in zijn functie toch niet snel zou verwachten.

We stapten in de gebutste terreinwagen en reden in de door mij aangegeven richting.

‘Nog twee jaar’, bromde hij terwijl hij de wagen over het hobbelige zandpad stuurde. ‘Nog twee jaar struiken rooien, zwijnen schieten en toeristen rondleiden en dan kap ik ermee. Dan is het mooi geweest. Dan heb ik dit werk dertig jaar gedaan. Dértig jaar! En altijd maar weer bereikbaar zijn, bij nacht en ontij je bed uit, door weer en wind op zoek naar het een of ander. Nee, na dertig jaar is het mooi geweest…’

Ik wilde inbrengen dat hij nu tenminste een fraaie terreinwagen had, terwijl hij het voorheen moest doen met een onverwarmde tweedehands jeep van het leger, maar ik hield bijtijds mijn mond.

‘En dan ga ik de eerste jaren niet meer het bos in en niet meer de hei op. Ik heb er schoon genoeg van! Met geen stok krijgen ze mij dan meer de natuur in! Echt niet!’

We naderden de plek waar ik het dier vast had zien zitten. De houtvester parkeerde zijn wagen tussen de struiken en haalde een verdovingsgeweer en een draadkniptang uit de laadruimte. Met een paar handgrepen maakte hij het wapen schietklaar en zo stil mogelijk liepen we door het struikgewas naar de omheining. Toen we bij de plek aankwamen waar ik het hert voor het laatst had gezien, was het dier in geen velden of wegen meer te bekennen. Even keek de houtvester me vragend aan.

‘Hier was het, zeker weten’, zei ik wijzend op het gaas dat er wat scheefgetrokken uitzag.

De man beende naar het hek, monsterde de afrastering en bukte zich toen opeens. Terugkomend hield hij een afgebroken stang van een gewei omhoog.

‘Zo te zien van een twaalfender. Hij moet zich met geweld hebben losgerukt. Heel verstandig, want als hij tegen het hek was gaan hangen, had hij de avond niet eens meer gehaald. Een kracht als die beesten op die leeftijd hebben, enorm!’

Hij rook even aan het stuk gewei en wierp het toen het bos in.

‘Het spijt me dat ik u dat eind voor niets heb laten rijden’, zei ik.

Hij wuifde mijn verontschuldiging weg.

‘Nee, integendeel. Het is juist goed dat bezoekers hun ogen de kost geven. Je kunt als boswachter nu eenmaal niet overal tegelijk zijn en het beest had hier voor hetzelfde geld dood gelegen. Met een geschonden gewei redt hij het ook wel. Bovendien, nog een maandje en dan werpt hij het af en krijgt hij weer een hele nieuwe kerstboom op zijn kop. Moet je nagaan, een gewei van soms wel tien kilo en dat groeit dan in een paar maanden aan! Is het niet wonderlijk? En zoals je zo’n beest ’s ochtends vroeg in de schemering kunt tegenkomen! Die ademwolken die dan uit zijn neusgaten komen, magnifiek gewoon! Wat dat betreft heb ik een droombaan. Altijd buiten, mijn eigen tijd indelen, altijd de natuur om je heen. Het mooiste wat er is. Nee, ik moet nog een paar jaar tot mijn pensionering, maar mij krijgen ze hier met geen stok meer weg. Echt niet!’

Auteur: Ed Bruinvis

Studeerde voor tekenleraar aan de Arnhemse kunstacademie en normatieve maatschappijleer bij professor Hoefnagels (Radboud Universiteit). Is sindsdien actief in het vredes- en ontwikkelingswerk (Stichting Doca, Platform Arnhem Mondiaal en landelijk Platform tegen Wapenhandel). Publiceert behalve onderzoekswerk ook poëzie (Rivierklei, 2008, De Muze, 2015 en Vage klachten, 2019) en verhalen (Open op zondag, 2010 en Het terras, 2014), in 2017 gevolgd door de novelle Angelie. In 2019 verscheen (digitaal) het boek Arnhem Mondiaal over veertig jaar samenwerkende Arnhemse vredes- en ontwikkelingsorganisaties.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *