Mantra’s

Als ik op een bankje op het perron op mijn trein zit te wachten, komt er een wat oudere dame naast me zitten. Ze draagt lichtgrijs vlassig haar en een wollen vest in dezelfde kleur. Het kledingstuk reikt tot ver over haar knieën. Ze heeft een bos bloemen bij zich die ze op haar schoot legt waarna ze haar handen vouwt en voor zich uit begint te prevelen.

Ik verwacht dat het gebed wel snel gedaan zal zijn omdat er een trein arriveert die zacht piepend voor ons tot stilstand komt.

Zelf heb ik geen haast want mijn trein moet nog binnenkomen maar misschien is dit wel de trein die zij moet halen. En stel dat zij nu zo in haar gebed is opgegaan dat ze niet in de gaten heeft dat die trein er al is. Misschien is het dus beter om haar te waarschuwen. Ik zou haar even zogenaamd per ongeluk kunnen aanstoten zodat ze ontwaakt uit haar murmelen.

Terwijl ik dit alles overdenk draait ze zich plotseling naar me toe.
‘U denkt zeker bij uzelf, wat zit dat mens daar toch de hele tijd te murmelen?’

‘Eh, ik dacht inderdaad dat…’

‘Maar ik zit niet te murmelen. Ik reciteer mantra’s. In stilte natuurlijk, want ik wil er niemand mee lastig vallen. Weet u wat dat zijn, mantra’s?’

Ik haal even adem om de zin in een keer goed te kunnen zeggen.
‘Van oorsprong gewijde teksten die in het Sanskriet gezongen werden om geestelijke bevrijding te verkrijgen.’

Ze kijkt me getroffen aan.
‘Nou, dat valt me alles mee van zo’n jongmens al u. Beoefent u soms ook de mantra?’

‘Nee’, zeg ik, ‘maar dat laat…’

‘Mantra’s’, onderbreekt ze me, ‘versterken de geest op momenten dat twijfel dreigt toe te slaan. Twijfels aan het bestaande bijvoorbeeld. Of twijfel aan het vertrouwen in de toekomst. Iets wat tegenwoordig nogal speelt. Vooral bij de jeugd. Vandaar die vlucht in drugs en geweld en zo. Door het reciteren van mantra’s voorkom je het wegzakken in het moeras van de wanhoop, begrijpt u?’

Ik knik en kijk ondertussen naar de reizigers die netjes achter elkaar de trein verlaten.
‘Neem nou deze trein’, herneemt de vrouw. ‘De kans dat daar de man in zit op wie ik wacht is vrij groot. Maar zeker is dat niet, want hij kan de trein hebben gemist. Of zich op het laatste moment hebben bedacht. Mijn mantra helpt me in dat geval om de dreiging van het onheil te bezweren, begrijpt u wel?’

Als laatste passagier stapt een lange, wat slungelachtige man uit met een enorme koffer die hij met een diepe zucht voor zich op het perron zet. Met een kreet springt de vrouw op en rent op hem af waarna een innige omhelzing volgt. De bos bloemen die ze voor zich houdt raakt danig in de knoei, maar daar lijken geen van beiden om te geven. Terwijl ze zich losmaakt uit de omarming kijkt ze nog even om naar mij.

‘Zie je wel, jongeman. Mantra’s helpen. Bewijs geleverd.’

Ik glimlach en knik vriendelijk naar de man die mij over haar schouder heen wantrouwend bekijkt. Een kennis die ook begroet moet worden? Of een rivaal die beter kan worden genegeerd?

De man tilt zijn koffer weer op, geeft de vrouw een arm en gezellig keuvelend lopen beiden het perron af richting trap naar de stationshal.

Op dat moment hoor ik achter me het fluitje van een conducteur. Met een ruk draai ik me om: mijn trein! Ik spring op en sprint naar de dichtstbijzijnde deuren. Maar het is al te laat. Hoe ik ook op de knop druk, de deuren blijven gesloten en even later zet de trein zich zonder mij in beweging. Aan het eind van het perron dalen mijn buurvrouw met haar partner intussen rustig de trap af. De volgende trein die ik kan nemen gaat pas over een uur. Me verbijtend neem ik weer plaats op het bankje. Mantra’s om het onheil te bezweren? Ik had niet met mijn rug naar mijn trein moeten gaan zitten!

Auteur: Ed Bruinvis

Studeerde voor tekenleraar aan de Arnhemse kunstacademie en normatieve maatschappijleer bij professor Hoefnagels (Radboud Universiteit). Is sindsdien actief in het vredes- en ontwikkelingswerk (Stichting Doca, Platform Arnhem Mondiaal en landelijk Platform tegen Wapenhandel). Publiceert behalve onderzoekswerk ook poëzie (Rivierklei, 2008, De Muze, 2015 en Vage klachten, 2019) en verhalen (Open op zondag, 2010 en Het terras, 2014), in 2017 gevolgd door de novelle Angelie. In 2019 verscheen (digitaal) het boek Arnhem Mondiaal over veertig jaar samenwerkende Arnhemse vredes- en ontwikkelingsorganisaties.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *