Arnhemmer in Parijs

Voor David

Een goede buur van me, thans verre vriend, dames en heren, trok jaren geleden naar Parijs om er de liefde van zijn leven te vinden. Of preciezer gezegd, hij meende die al in Arnhem te hebben gevonden maar pas in Parijs tot volle bloei te kunnen brengen. Een onderneming waarin hij – tot teleurstelling van ons allemaal – maar gedeeltelijk is geslaagd. Het werd namelijk een avontuur van korte duur. En een stuk minder poëtisch dan het hier klinkt.

Even dreigde dit fiasco de diplomatieke betrekkingen tussen Parijs en Den Haag te schaden, maar gelukkig hield men zowel in het Elysée als in ’t Torentje het hoofd koel. Iets waarmee mijn buurman, naar u begrijpt, meer moeite had.

Een geluk bij een ongeluk was nog dat de pers er geen lucht van kreeg, want dan zou het leed helemaal niet meer te overzien zijn geweest. We moeten er toch niet aan denken dat de Franse strijdkrachten hun Force de Frappe hadden ingezet om het conflict te beslechten. Een regering die zijn geheime dienst opdracht geeft om het vlaggenschip van Greenpeace op te blazen is immers tot alles in staat.

Mijn voormalige buurman heeft zich door deze tegenslag niet van de wijs laten brengen. Waar iemand met een minder rechte rug afgedropen zou zijn naar het land van herkomst, is hij in den vreemde gebleven om op een ander terrein zijn droom waar te maken: een zelfstandig leven als kunstenaar. En of het succesvol aanslaan van pianotoetsen al niet genoeg was, is hij er ook meteen maar een paar romans bij gaan schrijven. Een combinatie van kwaliteiten die voor Nederlandse begrippen al heel bijzonder is, maar die in het cultuur minnende Frankrijk vreemd genoeg aanvankelijk als een bravade, als een staaltje van hoogmoed werd ervaren. Bij het Ministère de la Culture et de la Communication werd daarom nogal eens fronsend naar de bovenwoning van mijn buurman aan de Rue des Alouettes gekeken. Was dit allemaal niet erg on-Frans? Moest men deze Hollander misschien niet eens wat vaker naar zijn papieren vragen? Louter kinnesinne, dames en heren, als u het mij vraagt. Gelukkig wisten de onverwacht hoge jaarcijfers van Air France-KLM de gemoederen te bedaren. Toch nog iets moois uit Les Pays Bas, dacht men in regeringskringen. En dat terwijl mijn buurman altijd de Thalys neemt voor een bezoek aan Nederland en nooit het vliegtuig. Wat dat betreft blijft de Franse inlichtingendienst dan weer in gebreke, zou je kunnen zeggen.

Inmiddels zijn we jaren verder en is mijn buurman op leeftijd geraakt. Zijn romans zijn bestsellers geworden en voor een pianorecital kan hij tegenwoordig gages vragen die je doen duizelen. De mogelijkheid om een appartement aan de Champs Elysées te betrekken heeft hij echter ver van zich geworpen. Gewóón doen, dan doe je al gek genoeg, luidt nog altijd zijn motto. Een Hollander in hart en nieren dus. Bovendien zouden jaarlijks in juli al die wielrenners voor zijn deur langs voor veel onrust zorgen. Vooral dat getoeter van de Tourkaravaan en de klapzoenen van de ronde-miss zouden zijn concentratie maar verstoren.

Het valt dus te begrijpen dat hij de voorkeur gaf aan een chateau aan de Loire. Het uitzicht over het dal en het gekabbel van het riviertje schonken hem de broodnodige rust. Alleen de laan naar het kasteel bleek zo lang dat hij halverwege een hotelletje heeft moeten laten optrekken om te voorkomen dat hij ’s avonds te laat thuis komt.

In dat 18e-eeuwse slot leeft hij nu het leven van een gevierd artiest. In stilte. Met aparte kamers voor het schrijven, het musiceren en het opvouwen van de was. En met een wijnkelder die een hele volksstam een jaar lang een delirium zou kunnen bezorgen, dat wel weer. Buiten komt hij zelden meer, alleen al het vinden van de voordeur kost hem een dagdeel. Gasten ontvangen doet hij daarom evenmin. Ze zouden immers maar vergeefs op de stoep staan wachten tot hij hen gevonden heeft.

Zo leeft mijn buurman, want zo noemen we elkaar nog altijd, zijn gezegend leven. Zijn inspiratie haalt hij vooral uit het brokaat behang en de rijk gedecoreerde plafonds. Vooral de kleine gipsen putti en cherubijntjes bevallen hem steeds meer, vertrouwde hij me laatst toe. Maar weet u wat nu het aardige van dit alles is, dames en heren? Hij is er ondanks alle égards zo gewóón bij gebleven!

Auteur: Ed Bruinvis

Studeerde voor tekenleraar aan de Arnhemse kunstacademie en normatieve maatschappijleer bij professor Hoefnagels (Radboud Universiteit). Is sindsdien actief in het vredes- en ontwikkelingswerk (Stichting Doca, Platform Arnhem Mondiaal en landelijk Platform tegen Wapenhandel). Publiceert behalve onderzoekswerk ook poëzie (Rivierklei, 2008, De Muze, 2015 en Vage klachten, 2019) en verhalen (Open op zondag, 2010 en Het terras, 2014), in 2017 gevolgd door de novelle Angelie. In 2019 verscheen (digitaal) het boek Arnhem Mondiaal over veertig jaar samenwerkende Arnhemse vredes- en ontwikkelingsorganisaties.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *