Kamperen

Als ik het kampeerterreintje waar ik al een paar dagen de enige gast ben op kom fietsen, blijk ik gezelschap te hebben gekregen. Een fiets staat tegen de boom en het grasveld ligt bezaaid met kampeerspullen. Daar midden tussen in zit een man op zijn knieën. Hij is nerveus met tentstokken in de weer. Telkens moet hij zijn leesbril opzetten om de handleiding te kunnen raadplegen. Hij zoekt de zomen van de binnentent waar de stokken doorheen geschoven moeten worden, maar hij kan ze niet vinden. Met de scheerlijnen losjes om zijn hals geslagen doet hij me opeens denken aan de vroegere prenten van Yrrah waarop mensen zich ook op de gekste plekken proberen op te hangen.

‘Wil het een beetje lukken?’, vraag ik, zorgvuldig ironie in mijn toon vermijdend.

Hij zet zijn bril af om me beter te kunnen bekijken.

‘Ik ben al een heel eind’, zegt hij dan, wijzend op het grondzeil dat hij op het gras heeft uitgespreid. ‘Ik ken dit type tent nog niet zo goed. Ik heb hem net pas uit de verpakking gehaald namelijk.’

‘Ach, de routine komt vanzelf’, probeer ik hem op te beuren.

Hij knikt, maar zonder veel overtuiging.

Ik pak een boek uit mijn tent en ga zitten lezen.

Mijn buurman ploetert verder. Hem nu gaan helpen zou een belediging zijn.

Een uur later zitten we samen aan de picknicktafel. Zijn tent staat. Weliswaar een beetje scheef en het doek oogt niet overal even strak, maar hij is er tevreden mee. Ik trakteer op een blikje bier, hij heeft nog een restant pinda’s in de aanbieding. We toasten. Hij kijkt goedkeurend om zich heen

‘Mooi terrein. Beschutte plekjes voor de tenten, goede sanitair. Hier moet ik het toch een paar maandjes kunnen uithouden.’

‘Een paar máándjes?, vraag ik verrast.

Even trekt er een grimmige trek over zijn gezicht, dan perst hij er een glimlach doorheen.

‘Ja, een paar maandjes. Om mee te beginnen. Daarna zoek ik wat anders. Mijn vrouw heeft het huis en de kinderen toegewezen gekregen. Ik moest het doen met wat handgeld voor een tent.’

Auteur: Ed Bruinvis

Studeerde voor tekenleraar aan de Arnhemse kunstacademie en normatieve maatschappijleer bij professor Hoefnagels (Radboud Universiteit). Is sindsdien actief in het vredes- en ontwikkelingswerk (Stichting Doca, Platform Arnhem Mondiaal en landelijk Platform tegen Wapenhandel). Publiceert behalve onderzoekswerk ook poëzie (Rivierklei, 2008, De Muze, 2015 en Vage klachten, 2019) en verhalen (Open op zondag, 2010 en Het terras, 2014), in 2017 gevolgd door de novelle Angelie. In 2019 verscheen (digitaal) het boek Arnhem Mondiaal over veertig jaar samenwerkende Arnhemse vredes- en ontwikkelingsorganisaties.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *