De man maakt een vegend gebaar over de kaart van Nederland. Het is niet écht de kaart van Nederland maar een digitale projectie op een kunststof scherm. Een projectie van een foto die een satelliet bij helder weer van ons land gemaakt heeft. Zo moet ik het eigenlijk zeggen. De man kijkt ons na dat veeggebaar indringend aan. Of wij wel beseffen wat dat gebaar inhoudt, hoe belangrijk dat gebaar is.
Lees “Een vlok sneeuw” verderCategorie: Ed Bruinvis
Studeerde voor tekenleraar aan de Arnhemse kunstacademie en normatieve maatschappijleer bij professor Hoefnagels (Radboud Universiteit). Is sindsdien actief in het vredes- en ontwikkelingswerk (Stichting Doca, Platform Arnhem Mondiaal en landelijk Platform tegen Wapenhandel). Publiceert behalve onderzoekswerk ook poëzie (Rivierklei, 2008, De Muze, 2015 en Vage klachten, 2019) en verhalen (Open op zondag, 2010 en Het terras, 2014), in 2017 gevolgd door de novelle Angelie. In 2019 verscheen (digitaal) het boek Arnhem Mondiaal over veertig jaar samenwerkende Arnhemse vredes- en ontwikkelingsorganisaties.
Banden en velgen
De firma handelde in banden en velgen, zo viel te lezen op een vuilwit bord aan de kant van de weg. De half afgebladderde oranje plakletters boezemden me weinig vertrouwen in en de daaronder met viltstift geschreven tekst ‘gespecialeerd in monteren’ deed me besluiten rechtsomkeert te maken. Maar net toen ik weer in wilde stappen ging een van de schuifdeuren van een loods open en kwam een man in overall naar buiten.
‘U zocht?’
Lees “Banden en velgen” verderKleurspoeling
Bij de vrouw die voor mij de kapperszaak inliep, stond het huilen nader dan het lachen. Ik veronderstelde dat zij net op straat iets naars had meegemaakt, maar eenmaal voor de toonbank bleek de narigheid inpandig te zijn veroorzaakt. Haar haar had een kleurspoeling ondergaan die geheel anders had uitgepakt dan ze zich had voorgesteld.
Lees “Kleurspoeling” verderServeren (2)
Een koffie verkeerd, een glas kraanwater zonder ijs en een plak krentenwegge zonder slagroom. Ik stond versteld. Vanwege het landelijk coronafeest was het terras een half jaar dicht geweest, maar ze wist het nog precies.
Vele ochtenden had ik er doorgebracht, lezend, schrijvend en genietend van het uitzicht over een meer dat twee keer per jaar door de hoge stand van de rivier van vers water werd voorzien. En dat water was van een opmerkelijke helderheid. Meerkoeten en zomertalingen die onderdoken op zoek naar bladresten kon je met het blote oog volgen en de plomp en waterlelie bloeiden er iedere zomer weer uitbundig.
Toen ze de bestelling bracht draalde ze even bij mijn tafeltje.
Lees “Serveren (2)” verderDroom
De vrouw kwam het grindpad naast haar huis afgelopen en stak zonder op of om te kijken de straat over. Een auto die van rechts kwam claxonneerde waarop ze hevig schrok en terug vluchtte naar de andere weghelft. Daar fietste ik. Niet bedacht op haar plotselinge manoeuvre remde ik uit volle macht.
Lees “Droom” verderServeren
De serveerster was er een van het excellente soort. Attent, soepel tussen de tafeltjes door manoeuvrerend met een vol dienblad boven haar schouder en met ogen in haar achterhoofd. Vooral dat laatste is van belang om in de cafébranche naar tevredenheid te kunnen functioneren. Veel uitbaters zien die eigenschap over het hoofd. Zij menen dat twee ogen in het voorhoofd volstaan bij de uitoefening van het serveervak. Zeer ten onrechte want als iets vervelend is op een terras dan zijn het wel zwaaiende en roepende klanten die bediend willen worden en een serveerster die dat niet in de gaten heeft. Bijna net zo vervelend als de reactie van een slechte serveerster die zegt: mijn collega komt zo bij u.
Lees “Serveren” verderRijp voor de sloop
Aan de raamkant gezeten in de trein naar Utrecht zag ik ter hoogte van mijn vroegere woonplaats iets voorbijflitsen dat er voordien niet was. Terwijl de trein voortraasde probeerde ik na te gaan wat dat geweest kon zijn. Het was iets naars, zoveel was duidelijk, iets gewelddadigs misschien zelfs wel, iets wat absoluut niet leuk was om te zien. Ik moest er het mijne van hebben en stapte bij het volgende station uit.
Lees “Rijp voor de sloop” verderJojo
Ik houd niet van schelden maar toen de Belgische minister van Volksgezondheid Frank Vandenbroucke van de week, wijzend op het kabinet Rutte, sprak van een jojo-beleid waar het de Nederlandse aanpak van de corona-epidemie betrof, kon ik hem alleen maar gelijk geven. Eerst dacht ik nog even de enige ‘Ollander’ te zijn die er ook zo over dacht, maar twee dagen later meldde de NOS dat 54% van de Nederlandse bevolking het eveneens onverantwoord vindt dat het kabinet de coronamaatregelen zo snel heeft versoepeld.
Lees “Jojo” verderSpeurtocht
De voordeurbel gaat. Niet met zo’n fraaie dingdong en een minutenlange nagalm als in mijn vorige woning, maar met een schor, krassend geluid alsof een kat probeert een dichte deur open te krabben. Ik vrees dan ook al menige bezoeker in de kou te hebben laten staan omdat het aanbellen mij ontgaat wanneer ik in de studeerkamer aan het werk ben.
Lees “Speurtocht” verderVogels
(Bij het overlijden van A.L. Snijders)
‘De vogels komen alleen als er voer is. Toen ik het voer vergeten was zag ik geen vogels meer, ik voelde me verlaten. Ik wilde ze straffen, ze waren de schuld van mijn eenzaamheid. Ik kon ze niet straffen, ze waren er niet meer. Ik dacht altijd dat ze voor mij kwamen, uit dankbaarheid dat ik het voer voor ze had opgehangen.’
Dit zijn de eerste regels uit het Zeer Korte Verhaal Standplaats dat A.L. Snijders op zondagmorgen 2 januari 2020 voorlas in het radioprogramma De Ochtend van 4. Ik zat die ochtend rechtop in bed na een doorwaakte nacht vanwege de vuurwerkknallen die al twee nachten achtereen de bewoners van de Arnhemse binnenstad waar ik toentertijd deel van uitmaakte, uit de slaap hielden.
Lees “Vogels” verder