Vogels

(Bij het overlijden van A.L. Snijders)

‘De vogels komen alleen als er voer is. Toen ik het voer vergeten was zag ik geen vogels meer, ik voelde me verlaten. Ik wilde ze straffen, ze waren de schuld van mijn eenzaamheid. Ik kon ze niet straffen, ze waren er niet meer. Ik dacht altijd dat ze voor mij kwamen, uit dankbaarheid dat ik het voer voor ze had opgehangen.’

Dit zijn de eerste regels uit het Zeer Korte Verhaal Standplaats dat A.L. Snijders op zondagmorgen 2 januari 2020 voorlas in het radioprogramma De Ochtend van 4. Ik zat die ochtend rechtop in bed na een doorwaakte nacht vanwege de vuurwerkknallen die al twee nachten achtereen de bewoners van de Arnhemse binnenstad waar ik toentertijd deel van uitmaakte, uit de slaap hielden.

Lees “Vogels” verder

In de rij

Ik heb tot nu toe in mijn leven maar zelden in de rij hoeven staan. Daar zou ik mij heel tevreden over moeten voelen want in de rij staan is een treurig iets, maar dat lukt me niet. Dat komt door beelden die ik soms zie van mensen die wel in de rij moesten staan. Beelden van mannen die in de jaren 20 van de vorige eeuw voor een fabriek staan bijvoorbeeld in de hoop in aanmerking te komen voor die ene vacature van kolensjouwer. Of vrouwen die wat minder lang geleden met hun pannetje onder de arm in de rij voor de gaarkeuken staan.

Lees “In de rij” verder

A Day in the Life

(Bij het verschijnen van de verhalenbundel Tat Tvam Asi van A.L. Snijders)

‘Vanochtend heb ik uitgeslapen tot half 9, ben opgestaan om de gordijnen open te doen, ben vervolgens met een vest aan en een das om weer in bed gestapt en heb rechtop zittend naar de radio geluisterd om na de nieuwsberichten van 9 uur te hebben aangehoord weer uit bed te stappen om naar de wc te gaan en beneden vast de verwarming aan te zetten want het weer is vannacht omgeslagen.

Lees “A Day in the Life” verder

Op wracke gront

Ik had besloten om vanwege het zachte lenteweer een dag vrij te nemen en een lange wandeling te maken. Na dik twee uur lopen bereikte ik een buurtschap waar ik sinds mijn jeugd niet meer was geweest. De plek – niet veel meer dan een paar dozijn huizen aan beide zijden van een slingerende veldweg – stond toentertijd bekend als een streng naar binnen gekeerde leefgemeenschap waar het Woord Gods de leidraad vormde voor alles waar een mens in zijn leven mee te maken krijgt.

Lees “Op wracke gront” verder

Het Rijk Pandemia

Ik ben geen fan van een overheid die zich van de ene in de andere affaire rommelt maar dat er landelijk beleid moet zijn om de corona-epidemie een halt toe te roepen is voor mij zo klaar als een klontje.

Vandaar dat ik met enig wantrouwen de man bezag die zijn fiets op de standaard zette en naast mij plaats nam op het bankje bij de bushalte.

Lees “Het Rijk Pandemia” verder

Hoe tante Corona de wereld redde

Een oudejaarsvertelling

Tante Corona had een vreselijk jaar achter de rug. Haar poes was er vandoor gegaan om pas na zes weken met een dikke buik terug te keren. Tante Corona wist meteen hoe laat het was. Handenwringend liep ze door de kamer. Wat moest ze in vredesnaam met een nest jonge katjes? Niemand in haar kennissenkring hield van katten en het asiel nam geen katten meer op had ze gelezen in het huis-aan-huisblad. Het personeel was onderbezet en overbelast. Nog even en de deuren zouden definitief moeten sluiten. Tante Corona had na het lezen van de onheilstijding nachten niet kunnen slapen. Al die dieren in die kooitjes! Wat ging daarmee gebeuren?

Lees “Hoe tante Corona de wereld redde” verder

Internet en oliehandel

Het leek me leuk in deze donkere dagen van december: een avond cabaret om de zorgen omtrent de wereld in het algemeen en die over het rondwarende coronavirus in het bijzonder voor een moment te verdrijven. En dat kon in Theater De KiK in het naburige Elst waar Martijn Kardol een avond het publiek kwam vermaken.

Lees “Internet en oliehandel” verder

Reddend zwemmen

Ik was de enige passagier op de pont en de veerman had de slagboom al laten zakken voor de afvaart, toen over de dijk een vrouw op een fiets naderde. Ze had haar stuur losgelaten en zwaaide met beide armen om de aandacht van de veerman te trekken. Die opende de slagboom weer en de vrouw kwam met een flinke vaart de laadklep op om pas hevig remmend aan de andere kant van de pont tot stilstand te komen.

Ik vroeg mij af wat er gebeurd zou zijn als ze niet tijdig had geremd en over de slagboom heen in het water was gekukeld. Op deze plaats in de buitenbocht van de rivier is de stroming hard. Ze zou ongetwijfeld meegesleurd zijn. Zou ik haar zijn nagesprongen?

Lees “Reddend zwemmen” verder