Alleen eten

Ze wierp nog even steels een blik op me en boog zich toen over naar haar vriendin. Beiden droegen het grijze haar in een vlecht achter op het hoofd gespeld en beiden hadden zich een likeurtje laten inschenken.

‘Weet je, ik vind het gewoon niet gezellig, dat is het. Ik zeg er verder niets van en zo’n vent moet het helemaal zelf weten natuurlijk. Maar ik vind het niet gezellig. En het is ook niet gezond.’

De ander gluurde nu ook even in mijn richting.

‘Niet gezond? Hoe bedoel je, niet gezond?’

‘Alleen eten is niet gezond. Dat weet iedereen. Net als ’s avonds alleen thuis zitten, alleen naar de film gaan, alleen koffie drinken. Enfin, altijd alles maar alleen doen. Dat is niet gezond. Daar gaan ze van, je weet wel…’

Ze keek even om zich heen en maakte toen snel een pompende beweging met haar hand. ‘En daar krijgen ze dan weer allerlei afwijkingen van.’

Haar vriendin gluurde nog eens in mijn richting.

‘Maar zo ziet hij er niet uit. Ik bedoel, hij ziet er niet uit als iemand met afwijkingen.’

‘Nee, natuurlijk niet’, siste haar vriendin. ‘Natuurlijk zie je dat niet. Maar wacht maar tot je alleen met zo’n vent bent. Dat kan levensgevaarlijk zijn. Of lees jij soms geen kranten?’

‘Jawel’, zei de ander, ‘maar ik bedoel, misschien zit hij hier wel alleen te eten omdat zijn vrouw is overleden. Of misschien is hij wel van de verkeerde kant en is zijn vriend in het buitenland voor werk en is er niemand in huis die kookt. Dat kan toch?’

‘Zou kunnen’, beaamde haar vriendin. ‘Maar dan moet je helemaal oppassen, want die van de verkeerde kant doen natuurlijk juist heel vaak van je weet wel.’

Weer maakte ze die pompende beweging. Buiten hobbelde een paard en wagen voorbij.

‘Het schijnt trouwens ook heel slecht te zijn voor je aorta, heb ik ergens gelezen. Vanwege de krampen die ermee gepaard gaan. Die van de verkeerde kant gingen vaker dood aan een gescheurde aorta dan normale mensen, bleek uit dat onderzoek. Ook een beetje hun eigen schuld natuurlijk, want je hoeft niet van de verkeerde kant te zijn. Als je wilt kun je ook best van de goede kant zijn. Wat zit je me nou raar aan te kijken?’

Haar vriendin had van schrik haar hand voor haar mond geslagen.

‘Mijn opa had ook een gescheurde aorta!’

‘Kijk, daar heb je het nou al’, zei de ander. ‘Zie je hoe snel dat kan gebeuren?’

‘Jawel, maar mijn opa is nooit van de verkeerde kant geweest. Dat weet ik zeker. Anders zou ik hier niet zitten natuurlijk.’

‘Maar misschien was jouw opa wel te vaak alleen.’

Haar vriendin schudde het hoofd en wreef even over haar ogen.

‘Ze vonden hem ’s middags toen ze hem wakker wilden maken uit zijn middagdutje. Hij lag helemaal dubbel gevouwen, zeiden de zusters later. En het bed zat onder het bloed.’

De ander knikte meelevend.

‘Vreselijk. Daarom zeg ik, het is niet goed om altijd alles maar alleen te doen. En alleen eten is al helemaal niet goed. Ongezellig en ongezond, dat is het.’

Auteur: Ed Bruinvis

Studeerde voor tekenleraar aan de Arnhemse kunstacademie en normatieve maatschappijleer bij professor Hoefnagels (Radboud Universiteit). Is sindsdien actief in het vredes- en ontwikkelingswerk (Stichting Doca, Platform Arnhem Mondiaal en landelijk Platform tegen Wapenhandel). Publiceert behalve onderzoekswerk ook poëzie (Rivierklei, 2008, De Muze, 2015 en Vage klachten, 2019) en verhalen (Open op zondag, 2010 en Het terras, 2014), in 2017 gevolgd door de novelle Angelie en in 2024 door de roman De Inkwartiering. In 2019 verscheen (digitaal) het boek Arnhem Mondiaal over veertig jaar samenwerkende Arnhemse vredes- en ontwikkelingsorganisaties.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *