Het is zondagavond 2 juli en met een schuin oog volg ik de voetbalwedstrijd Nederland-België. Met een schuin oog, omdat er ook nog een berg strijkgoed weggewerkt moet worden en voetbal – ik heb het iets meer dan twintig jaar beoefend en kan er dus enigszins over meepraten – nu eenmaal niet op alle momenten even aantrekkelijk is om naar te kijken. Daarom heb ik mijn laptop achter de strijkplank neergezet en doe ik dus twee dingen tegelijk.
Lees “Nabeschouwing” verderCategorie: Ed Bruinvis
Studeerde voor tekenleraar aan de Arnhemse kunstacademie en normatieve maatschappijleer bij professor Hoefnagels (Radboud Universiteit). Is sindsdien actief in het vredes- en ontwikkelingswerk (Stichting Doca, Platform Arnhem Mondiaal en landelijk Platform tegen Wapenhandel). Publiceert behalve onderzoekswerk ook poëzie (Rivierklei, 2008, De Muze, 2015 en Vage klachten, 2019) en verhalen (Open op zondag, 2010 en Het terras, 2014), in 2017 gevolgd door de novelle Angelie. In 2019 verscheen (digitaal) het boek Arnhem Mondiaal over veertig jaar samenwerkende Arnhemse vredes- en ontwikkelingsorganisaties.
Voorbeschouwing
‘Goedenavond dames en heren thuis, goedenavond Piet de Fluiter, mag ik Piet zeggen, Piet?’
‘Geen probleem.’
‘Fijn. Ja, voor jou, Piet, en voor de kijkers thuis die nu al aan de buis gekluisterd zitten, zo stel ik mij voor, is vanavond dé avond, nietwaar Piet?’
‘Dat zou ik wel denken ja.’
‘Juist, want vanavond is dan eindelijk de finale waar wij allen met elkaar zo lang naar hebben uitgekeken. Jij toch ook, Piet, neem ik aan?’
Lees “Voorbeschouwing” verderDromen: De paardenmarkt
Hoewel het een prachtige voorjaarsdag is, ligt het terras van de dorpsherberg er geheel verlaten bij. In de schaduw van de rij linden langs de straat moet het er na een tocht van vele uren goed toeven zijn. De gedachte dat het café mogelijk ‘vanwege omstandigheden’ gesloten is, stelt mij dan ook op voorhand teleur. Dan bedenk ik me dat niemand er toch aanstoot aan zal nemen wanneer ik wat uitrust op een van de rieten stoeltjes, al zal ik dan genoegen moeten nemen met het laatste beetje water dat ik nog in mijn veldfles heb.
Lees “Dromen: De paardenmarkt” verderDromen: De naakten van Eja
Het is al laat en donker onder een bewolkte hemel wanneer ik de pont oploop. Slechts de boordlichten werpen een flauw schijnsel over het dek. Achter me zakt de slagboom omlaag en grommend zet het vaartuig zich in beweging. De kabel zwiept af en toe angstwekkend hoog boven het water uit. De veerman blijft in zijn onverlichte stuurhut. Het is zijn laatste afvaart, hij heeft kennelijk geen zin om nog voor die ene passagier naar het dek af te dalen.
Lees “Dromen: De naakten van Eja” verderHerinneringen: Kunstgeschiedenis
Het is zomer, nog één jaar te gaan voor de afronding van mijn studie voor tekenleraar aan de Arnhemse kunstacademie. Ik heb de A-akte al op zak maar besluit om ook op te gaan voor de B-akte. Dat betekent twee jaar langer studeren maar dan ben je bevoegd om les te geven in eindexamenklassen van het voortgezet onderwijs en bij instellingen voor het hoger beroepsonderwijs. Dat lijkt mij wel de moeite waard.
Lees “Herinneringen: Kunstgeschiedenis” verderHerinneringen: Modemeisjes
Ik fiets naar school. Al vanaf het schuurtje naar de weg is het klimmen geblazen. De uitlopers van het Veluwemassief doen een permanent beroep op de conditie van de bewoners. Dat zal in vroeger tijden nog wel erger zijn geweest toen de wegen en paden uit louter zand bestonden. Naar school is het achtentwintig minuten fietsen. Gemiddeld genomen. Met wind mee zes minuten minder en met die vaak snijdende oostenwind tegen, acht minuten meer. Heuvel op, heuvel af.
Lees “Herinneringen: Modemeisjes” verderHerinneringen – Boekenlijst
Het meest tijdrovende onderdeel op onze middelbare school was – naast het uit je hoofd leren van onzinnige formules van de goniometrie en de analytische meetkunde – het lezen van de vele boeken. Ik ben een langzame lezer dus was het voor mij altijd een race tegen de klok om het opgedragen werk tijdig af te hebben. Alleen al voor het eindexamen Nederlands diende je minstens dertig boeken te hebben gelezen, waarvan vijf uit de Middeleeuwen, vijf uit de zestiende en zeventiende eeuw, vijf uit de achttiende en negentiende eeuw (tot 1880), zo’n tien à twaalf boeken uit de Noord-Nederlandse literatuur (na 1880) en ten slotte minstens drie werken uit de Zuid-Nederlandse (Vlaamse) literatuur.
Lees “Herinneringen – Boekenlijst” verderHerinneringen: Zweefvliegen
Omdat het in mijn jonge jaren mijn droom was om piloot te worden, dacht ik slim te zijn door mij voor een zweefvliegcursus aan te melden bij de KNVvL, de Koninklijke Nederlandse Vereniging voor Luchtvaart. Met een zweefvliegbrevet op zak, zo had ons op school een wervingsofficier van de luchtmacht verteld, had je een streepje voor bij de toelatingsprocedure voor jachtvlieger.
Lees “Herinneringen: Zweefvliegen” verderEigenweg
(Een nieuwjaarssprookje)
De buurtschap Eigenweg was eeuwenlang naamloos door het leven gegaan tot daar op zekere ochtend in het najaar drastisch verandering in kwam. De oorzaak was een hek dat de gemeente waartoe de buurtschap behoorde, voor de enige toegangsweg zette met daarop een levensgroot verbodsbord: gesloten in beide richtingen voor voertuigen, ruiters en geleiders van rij- of trekdieren of vee.
Lees “Eigenweg” verderHerinneringen: Tante Anna
Tante Anna placht iedere zondagmorgen na kerkdienst bij ons thuis aan te wippen voor een kop koffie en het doornemen van dorpsnieuwtjes. Zij was helemaal geen tante van ons maar wij als kinderen moesten haar toch zo noemen van onze moeder. Wanneer wij vroegen waarom dat was, was haar antwoord steevast ‘omdat ik het zeg’, een standpunt dat in de jaren vijftig nog als pedagogisch verantwoord werd beschouwd. Door mijn moeder althans want het was het door haar meest gebezigde antwoord op kritische vragen onzerzijds.
Lees “Herinneringen: Tante Anna” verder