Vogels

(Bij het overlijden van A.L. Snijders)

‘De vogels komen alleen als er voer is. Toen ik het voer vergeten was zag ik geen vogels meer, ik voelde me verlaten. Ik wilde ze straffen, ze waren de schuld van mijn eenzaamheid. Ik kon ze niet straffen, ze waren er niet meer. Ik dacht altijd dat ze voor mij kwamen, uit dankbaarheid dat ik het voer voor ze had opgehangen.’

Dit zijn de eerste regels uit het Zeer Korte Verhaal Standplaats dat A.L. Snijders op zondagmorgen 2 januari 2020 voorlas in het radioprogramma De Ochtend van 4. Ik zat die ochtend rechtop in bed na een doorwaakte nacht vanwege de vuurwerkknallen die al twee nachten achtereen de bewoners van de Arnhemse binnenstad waar ik toentertijd deel van uitmaakte, uit de slaap hielden.

Ik moest weer aan die ochtend denken toen ik het bewuste verhaal las in de onlangs bij AFdH Uitgevers verschenen verzamelbundel Tat Tvam Asi. Een kloek werk van maar liefst 646 pagina’s met 337 verhalen die A.L. Snijders in twee jaar tijd bij elkaar geschreven had, ga er maar aan staan!

Vogels komen alleen als er voer is. Natuurlijk komen vogels alleen als er voer is, dacht ik die ochtend, daar ben je vogel voor. Je zou wel gek zijn om te blijven vliegen naar een plek waar geen voer meer is. Zelfs als hongerig mens ga je op zeker moment alleen nog maar naar plekken toe waar wat te eten is. Daarom stierven er in de hongerwinter van 1944/1945 tussen de 20.000 en 30.000 mensen in ons land: ze bleven op plekken zitten (vaak gedwongen natuurlijk) waar geen voedsel meer was. Zolang een vogel vliegen kan zal hij die fout niet maken. Ook in dit opzicht kunnen wij, armzalige mensensoort, nog veel van de vogels leren.

Ik heb dit jaar tien nestkasten aan mijn huis en schuur bevestigd, een drinkschaal aan de waslijn gehangen waarin ik regelmatig het water ververs en op diverse plaatsen pindanetjes, energierollen en potjes pindakaas met meelwormen opgehangen. De vogels vliegen af en aan, ze vreten me de oren van de kop, zogezegd. Ze zijn inmiddels zo aan mij gewend dat ze door blijven eten terwijl ik onder hen het onkruid wied en het grind hark. Af en toe voel ik de luchtverplaatsing wanneer ze in volle vaart vlak over mijn hoofd heen suizen. Dat is het geluk dat ze mij bieden: hun vertrouwen. Ze hebben mij leren inschatten als iemand van wie geen direct gevaar uitgaat. Ze vertrouwen erop dat ik hen niet plotseling met een schepnetje uit de lucht pluk. Maar inderdaad, zodra ik het voer niet meer zou ophangen en het water niet meer zou verversen, zouden ze niet meer naar mijn tuin komen. Ze zouden mij net als A.L. Snijders alleen laten. Ze moeten wel.

Toen ik het bovenstaande geschreven had, las ik tot mijn verbijstering in de index van de bundel dat de auteur het bewuste verhaal helemaal niet op 2 januari 2020 voor de radio heeft voorgelezen. De Berkelbode heeft het verhaal op die datum gepubliceerd. Ik ken de Berkelbode niet, heb die krant nog nooit gelezen. Iets moet er dus mis zijn met mijn geheugen en dat verontrust mij. Maar ik zal de vogels om raad vragen. Zolang ik hun voer aanvul en hun water ververs zullen ze mij toch wel van advies willen dienen, of begint het virusisolement mij nu ook parten te spelen?

En juist nu, op 7 juni 2021 om 2 uur ‘s middags, komt het bericht binnen van AFdH Uitgevers dat A.L. Snijders, pseudoniem voor Peter Cornelis Müller, op deze ochtend geheel onverwacht is overleden. Hij zou in september 84 jaar zijn geworden. In 2008 stonden hij en ik nog op de planken in Brummen waar het gemeentebestuur een korte verhalenwedstrijd had uitgeschreven. En gistermorgen heb ik nog naar zijn zoveelste ZKV geluisterd dat hij voorlas in het radioprogramma De Ochtend van 4. En nu opeens is hij er niet meer.

Auteur: Ed Bruinvis

Studeerde voor tekenleraar aan de Arnhemse kunstacademie en normatieve maatschappijleer bij professor Hoefnagels (Radboud Universiteit). Is sindsdien actief in het vredes- en ontwikkelingswerk (Stichting Doca, Platform Arnhem Mondiaal en landelijk Platform tegen Wapenhandel). Publiceert behalve onderzoekswerk ook poëzie (Rivierklei, 2008, De Muze, 2015 en Vage klachten, 2019) en verhalen (Open op zondag, 2010 en Het terras, 2014), in 2017 gevolgd door de novelle Angelie. In 2019 verscheen (digitaal) het boek Arnhem Mondiaal over veertig jaar samenwerkende Arnhemse vredes- en ontwikkelingsorganisaties.

2 gedachten over “Vogels”

Laat een reactie achter op Kees Crone Reactie annuleren

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *