Natuurlijk hadden de dames van het buffet even moeten wachten met het leegruimen van de vaatwasmachine. En de man van de techniek had er beter aan gedaan om de geluidsinstallatie uit te testen vóórdat hij de inleider de microfoon overhandigde. Maar de twee sopranen deden hun best, zelfs toen het geluid van het begeleidende keyboard uitviel. Vooral blijven zingen, luidde hun credo.
Een bewonderenswaardige houding en van een geheel andere orde dan de sleets geworden variant die juryvoorzitters nog steeds hanteren wanneer kandidaten hun gedicht voor het voetlicht hebben gebracht. Hun advies aan hem of haar om vooral te blijven schrijven doet steeds weer mijn tenen krommen. Slechts eenmaal heb ik meegemaakt dat een dichter het advies ostentatief naast zich neerlegde. En blijft u vooral oordelen! repliceerde hij waarna er een doodse stilte over het publiek neerdaalde.
Ook vanmiddag hielden de toehoorders regelmatig de adem in, maar dat kwam omdat de inleider het programma verkeerd voorlas en bij het introduceren van zijn gasten hun namen niet meer wist. Een man naast me in de rij kon zich op zeker moment niet meer inhouden en riep hard door het zaaltje de titel van de bundel die moest worden gepresenteerd. De inleider antwoordde dat hij die net wilde noemen, waarop uit het publiek een wat besmuikt lachen opklonk waarmee in elk geval de ijzige stilte die was neergedaald, werd verbroken. Ook ik haalde half opgelucht adem, maar bedacht tegelijkertijd wat ik allemaal niet voor leuks had kunnen doen als ik thuis was gebleven.
De laatste dichter die het podium betrad was een intuïtief man. Op de vraag van de inleider waar en wanneer hij geboren was, antwoordde hij dat hij niet begreep wat dat er toe deed. Enigszins uit het veld geslagen vroeg de inleider hem vervolgens waar hij zoal zijn inspiratie vandaan haalde. Het gezicht van de man vertrok en even was ik bang dat hij de inleider met zijn zojuist verschenen bundel links en rechts om de oren zou slaan. Maar hij antwoordde dat hij een dichter pur sang was en dat men hem dus niet kwalijk moest nemen dat hij van zijn hart geen moordkuil maakte. Ik veerde op, er was blijkbaar nog hoop. Daarop hield hij een vlammend betoog van bijna een half uur over leven, vrijheid en liefde. Het publiek was opnieuw doodstil, maar nu uit empathie en respect voor een dichter die recht uit zijn hart sprak.
Pas toen de inleider hem daarna vroeg waar zijn volgende bundel over zou gaan, viel ik weer terug op aarde en wist ik ook meteen weer welke trein ik terug naar huis moest nemen.
ik kijk nu al uit naar de 16e