Mannetjes

Bij tijd en wijle tref ik vriendinnen uit mijn jeugd. We zoenen elkaar dan, zoeken ons een stil terras en praten bij, zoals dat heet. Ze zijn geen meisje meer maar opgegroeid en soms zelfs fors uitgegroeid, maar dat doet aan het plezier en de inhoud van de gesprekken niets af. De meesten van hen hebben een man maar sommigen van hen niet. Zij hebben mannetjes, een eigenaardig begrip. Net als vrouwtjes. Heb ik ook nooit de best gekozen omschrijving gevonden voor dames op leeftijd die bijvoorbeeld vanwege een lichamelijk gebrek in het ziekenhuis zijn opgenomen.

Je hoort het verpleegkundigen (ze heten al jaren geen verpleegsters meer) wel eens zeggen als ze met elkaar over hun werk praten: bij mij op de afdeling ligt nu een vrouwtje dat enzovoort. Dat verkleinwoord heeft minder met hun lengte te maken dan je geneigd zou zijn te denken. Het zijn geen vrouwelijke kabouters, nee, het zijn volwassen vrouwen, hooguit wat gekrompen door hun hoge leeftijd, maar verder in geen enkel opzicht een verkleinwoord waard. Mannetjes is overigens in dit verband niet de mannelijke vorm van vrouwtjes. Ik heb nog nooit een verpleegkundige horen zeggen: er is gisteravond bij ons een mannetje binnengebracht dat enzovoort.

De vrouwen die ik ken die er mannetjes op na houden, hebben het evenmin over een klein soort man. Ze gebruiken het verkleinwoord om er een relatie mee aan te duiden. Geen intieme relatie, juist niet. Hoewel ik niet kan uitsluiten dat er tussen hen en hun mannetjes wel eens wat meer gebeurt dan waarvoor de mannetjes zijn langsgekomen.

Maar primair hebben de mannetjes in kwestie een functie voor hen. En vanwege die functie zijn ze oproepbaar. Een van de vriendinnen met wie ik nog wel eens het terras deel, heeft zelfs vijf mannetjes die stuk voor stuk oproepbaar zijn. Zij heeft het niet expliciet over haar vijf mannetjes en toont zich er evenmin trots op. Ze komen aan de orde wanneer er een probleem, doorgaans van huishoudelijke aard, wordt beschreven dat verholpen is of nodig dient te worden verholpen. Een voorbeeld. De wc is verstopt en je zou als oppassend burger dan geneigd zijn een ontstoppingsbedrijf te bellen. Maar nee, deze vrouwen bellen een van hun mannetjes dat – meestal na afloop van de reguliere werktijd – langskomt en zich over de verstopping buigt. En zo hebben ze een mannetje voor het knippen van de heg, het maaien van het gazon, het ophangen van een lamp of het verwijderen van dode bladeren uit de dakgoot. Het nieuwste soort mannetje wordt ingezet bij storing in het internetverkeer, begreep ik uit hun woorden: laatst was mijn modem uitgevallen en toen heb ik een mannetje gebeld dat enzovoort.

Als ik hen mag geloven zijn er hele groepen mannetjes die zich bij nacht en ontij door verlaten stadswijken van klus naar klus reppen. Dus toch een soort kabouters eigenlijk.

Toen ik laatst met een van die vriendinnen het terras bezocht en ze mij vertelde dat ze met haar pas aangeschafte auto tegen het tuinhek was aangereden (forse deuk), was ik bang dat ze haar no-claim was kwijtgeraakt. Maar nee, ze had een mannetje dat langs was gekomen en de boel vakkundig had hersteld.

Het is te hopen dat ik niet ook zo’n mannetje word, ging het tijdens dat gesprek door mij heen. Toen opeens sloeg de schrik mij om het hart: stel je voor dat ik al zo’n mannetje bén! Dat mijn vriendinnen tegen hun vriendinnen zeggen dat ze een mannetje hebben met wie ze af en toe zoenen en op een stil terras wat bijpraten! En geen van die vriendinnen en daar weer de vriendinnen van zullen dat ooit tegen mij zeggen! Ze zullen elkaar alleen veelbetekenend toeknikken: leuk, zo’n mannetje!

Auteur: Ed Bruinvis

Studeerde voor tekenleraar aan de Arnhemse kunstacademie en normatieve maatschappijleer bij professor Hoefnagels (Radboud Universiteit). Is sindsdien actief in het vredes- en ontwikkelingswerk (Stichting Doca, Platform Arnhem Mondiaal en landelijk Platform tegen Wapenhandel). Publiceert behalve onderzoekswerk ook poëzie (Rivierklei, 2008, De Muze, 2015 en Vage klachten, 2019) en verhalen (Open op zondag, 2010 en Het terras, 2014), in 2017 gevolgd door de novelle Angelie. In 2019 verscheen (digitaal) het boek Arnhem Mondiaal over veertig jaar samenwerkende Arnhemse vredes- en ontwikkelingsorganisaties.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *