Landschap

Slowtalks in Tuin de Lage Oorsprong over de passie voor landschap

Oosterbeek, 22 juni 2012

Landschap, dames en heren, heeft twee betekenissen. Het is allereerst datgene wat zich buiten ons om door de eeuwen heen voltrekt. Het landschap beweegt namelijk. Heel langzaam, nauwelijks zichtbaar, maar het beweegt. En het beweegt evenwichtig. Plotselinge ingrepen als vulkaanuitbarstingen, blikseminslagen en tsunami’s daargelaten. Hoewel je met wat goede wil ook daar een evenwichtigheid in zou kunnen ontdekken. Maar de ergste ramp die het landschap kan treffen is de ingreep van de mens. Mijnbouw, skiliften, windmolenparken, industrieterreinen, snelwegen,  vinex-wijken en meer van dat soort hoogtepunten van beschaving.

De andere betekenis van landschap is subjectiever. Ik doel op het erváren van het landschap, de stemmingen die landschap teweeg kan brengen, de jeugdherinneringen die het kan oproepen, de rust die landschap kan geven of het besef als mens maar een nietig onderdeeltje van de natuur te zijn. Al die betekenissen heeft landschap ook. Mits je daar gevoelig voor bent tenminste.

Het contrast tot de situatie waarin men verkeert kan landschap ook de betekenis geven die het verdient. Zo zal iemand die een tijd in de cel gezeten heeft omdat hij zich op illegale wijze verzet heeft tegen het legaal afbreken van landschap, zoals mij eens is overkomen, landschap veel intensiever ervaren zodra hij weer buiten staat dan iemand die dat contrast nooit ervaren heeft.

Anderzijds kan landschap ook gewenning veroorzaken. Iemand die zijn leven doorbrengt in de bossen, zal in verwarring raken als hij opeens op een vlakte verzeild raakt. Zoals iemand die zijn tijd op de vlakte doorbrengt, zijn ogen niet zal geloven als hij op een ochtend midden in het bos of tussen de bergen wakker wordt. Maar die gewenning aan landschap heeft wel iets natuurlijks. Zij heeft namelijk te maken met ons oerinstinct, je namelijk moeten kunnen redden in het landschap waarin je verkeert en waarvan je op dat moment afhankelijk bent. Dat is belangrijk, want het kan een kwestie van leven of dood zijn.

Juist dat verschil tussen leven en dood heeft de mens ertoe gebracht om de natuur en het ons omringende landschap zijn wil op te leggen. Maar dat streven heeft een prijs. En die prijs wordt met de dag hoger. Zowel voor het landschap als voor de mens. Bovendien zorgt dat streven ervoor dat er van ons oerinstinct en ons vermogen tot natuurbeleving steeds minder overblijft. En dat maakt het beschrijven van landschap weer tot een hachelijke zaak. Leg maar eens aan iemand die opgroeit tussen beton en billboards uit wat een bos betekent als hij of zij nog nooit een boom van dichtbij bekeken heeft. En aangezien de trek naar de grote steden mondiaal met miljoenen per jaar toeneemt, houd ik mijn hart vast. Niet alleen voor die mensen die het landschap daarmee uit het oog (en na verloop van tijd ook uit het hart) verliezen, maar ook voor het landschap zelf. Want al die nieuwkomers in de steden moeten wonen en dus worden er steeds meer happen uit het landschap genomen. Tot er op zeker moment geen landschap om uit te happen meer over is.

In de gemeente waar ik jaren geleden verzeild ben geraakt, is het bestuur er trots op dat het landschap in en rond de stad zorgvuldig wordt beheerd. Gewezen wordt dan op landschapsparken als Presikhaaf, Angerenstein of Immerloo. Vooral het Sonsbeekpark, zo wordt men niet moe te benadrukken in de promotiefolders, is een voorbeeld van hoe fraai het landschap de stad in steekt. Mis, dames en heren, Sonsbeek steekt helemaal niet de stad in. Het is precies andersom, de stad steekt steeds verder het landschap in en dankzij een gelukkig toeval is Sonsbeek honderd jaar geleden niet ten prooi gevallen aan projectontwikkelaars, want de bouwplannen voor een villawijk ter plekke lagen al klaar.

Een toeval, daar hing het toentertijd vanaf. Maar van toeval kunnen we het voortbestaan van natuur en landschap natuurlijk niet steeds opnieuw laten afhangen. Wel van het inzicht dat er van landschap in ons kleine landje steeds minder overblijft als we voortgaan op de weg die we reeds al te lang volgen.

Ik dank u voor uw aandacht.

Auteur: Ed Bruinvis

Studeerde voor tekenleraar aan de Arnhemse kunstacademie en normatieve maatschappijleer bij professor Hoefnagels (Radboud Universiteit). Is sindsdien actief in het vredes- en ontwikkelingswerk (Stichting Doca, Platform Arnhem Mondiaal en landelijk Platform tegen Wapenhandel). Publiceert behalve onderzoekswerk ook poëzie (Rivierklei, 2008, De Muze, 2015 en Vage klachten, 2019) en verhalen (Open op zondag, 2010 en Het terras, 2014), in 2017 gevolgd door de novelle Angelie. In 2019 verscheen (digitaal) het boek Arnhem Mondiaal over veertig jaar samenwerkende Arnhemse vredes- en ontwikkelingsorganisaties.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *