De Krant
Bij de ingang van de supermarkt kocht ik ‘Z ! De Amsterdamse straatkrant’ nr. 2.2019. Ik betaalde aan de verkoper de gevraagde 2 euro en gaf hem een extra euro. We spraken over zijn achtergrond en zijn vooruitzichten die er voor hem steeds beter uitzien. Hij informeerde naar mijn leven en huisvesting. Ik vertelde hem ietwat zuinig over mijn huis en gul over mijn leeftijd. We namen afscheid en ik vouwde de krant dubbel en schoof deze in mijn schoudertas.
De verhalen van de verkopers
Die avond las ik in bed de ‘Z ! De Amsterdamse straatkrant’. De krant leest prettig met een grote variëteit aan onderwerpen. Het artikel op bladzijde 25: ‘ Z ! Verkopers over de nieuwe koers in hun leven’ las ik met extra aandacht. Met de ontmoeting met de verkoper, eerder op die dag, nog vers in mijn geheugen. Het zijn de verhalen van de verkopers Rob, Paul en Kingsly die hun situatie belichten met het perspectief op een ander en beter leven in 2019. Het verkopen van de straatkrant is voor hen een bescheiden verdienmodel dat in combinatie met het contact met andere mensen een opstapje is naar maatschappelijke aansluiting.
Ander leven
Kort na het lezen van de krant nam ik uit innerlijke noodzaak het besluit mijn leven te veranderen en stapte mijn bed uit. Kleedde me aan, pakte mijn paspoort en wat kleding uit de kast en stopte deze samen met mijn slaapzak in een shopper. Trok vervolgens de voordeur van mijn riante woning achter me dicht, gooide mijn sleutelbos in een afvoerput en liep de straat, mijn wijk en de stad uit. Ik liep naar het zuiden en passeerde bruggen, akkers, bossen,vliegvelden en grens overgangen. Op weg naar het land van belofte dat ik van de overlevering kende. Zo liep ik dagen en kwam ten slotte aan de rand van de zee waar ik opgevangen werd in een tentenkamp. Daar rolde ik in een vochtige tent tussen andere mannen mijn slaapzak uit en kroop erin. Langzaam zakte een zwart scherm voor mijn ogen en ik gleed weg in een peilloze leegte.
Zweet
Hoe lang ik daar zo gelegen heb weet ik niet. Maar werd op een gegeven moment, badend in het zweet, in mijn eigen bed wakker. Bleek dat ik alles gedroomd had. Behalve dat van de Amsterdamse straatkrant. Die lag naast me.
Ik had zo met je mee kunnen dromen, Albert. Mijn stellige overtuiging is dat wij op doortocht zijn. Hierin past dat een ieder welkom moet zijn in ons paradijsje. Helaas hebben de steenkoude rillingen nog steeds bezit van mijn rug.