Wasmachine

Ik heb niet alleen een gat in de heg maar sinds kort ook een nieuwe wasmachine. Wat heeft dat met elkaar te maken, zult u misschien vragen. Op zichzelf niets, maar het zegt wat over het leven in het buitengebied. Zo liet de bezorging van het apparaat veel langer op zich wachten dan ik gewend was in de stad en dat was niet goed voor mijn humeur, kan ik u zeggen. De berg wasgoed groeide met de dag in de bijkeuken en mij daarmee boven het hoofd. Daardoor wist ik ook niet zo goed meer waar ik aan toe was. En dat is lastig voor een man als ik die graag weet waar hij aan toe is. Weliswaar mag ik van geluk spreken dat ik een aardige buurvrouw heb bij wie ik met de meest urgente spullen als broekjes, t-shirts en sokken terecht kon, maar daar wil je de deur natuurlijk ook niet platlopen.

Toen het apparaat na een maand en een serie vergeefse telefoontjes nog steeds niet was gearriveerd, besloot ik het hogerop te zoeken. Dus nam ik het vliegtuig naar Istanbul om met de directie van het Beko-concern (mijn wasmachine is van Turkse komaf) een ernstig gesprek te voeren over hun verkoopbeleid in West-Europa en dat in mijn dorp in het bijzonder. Dat hielp. Natuurlijk had ik voor het geld van de vliegreis zes nieuwe wasmachines kunnen kopen, maar dat doet er nu even niet toe. Ik ben een man van principes en daar houd ik mij aan. Het bleek dat mijn wasmachine al een maand ingepakt voor mij klaar stond maar dat er iets mis was gegaan met de betaling. Dus terwijl ik thuis zat te wachten op het apparaat zat men in de winkel te wachten op de overboeking. Toen het probleem ter plekke kon worden opgelost, werd het toch nog een ontspannen onderhoud met allerhande zoetig gebak en glaasjes anijsdrank waar ik een bonkend hoofd en een draaierige maag aan overhield, maar gezellig was het.

Als douceurtje gaven ze me bij het afscheid een gezinspak waspoeder mee. Een aardige geste uiteraard maar het bracht me bij de douane op het vliegveld ernstig in de problemen. Men dacht daar namelijk dat dat witte poeder cocaïne was. Pas toen de drugshond erbij gehaald werd die na een paar keer snuiven bellenblazend door de vertrekhal rende, geloofden ze me. Maar toen ze mij vervolgens de rekening van de dierenarts wilden laten betalen vond ik het welletjes en heb ik toch enige stemverheffing in moeten zetten om nog mijn vlucht te kunnen halen. En nu ben ik alweer een week thuis en bezig om de berg wasgoed weg te werken. Dat gaat goed want het moet worden gezegd, die Beko die ze hebben gebracht doet het prima. (Nee, voor deze slotzin word ik niet betaald.)

Auteur: Ed Bruinvis

Studeerde voor tekenleraar aan de Arnhemse kunstacademie en normatieve maatschappijleer bij professor Hoefnagels (Radboud Universiteit). Is sindsdien actief in het vredes- en ontwikkelingswerk (Stichting Doca, Platform Arnhem Mondiaal en landelijk Platform tegen Wapenhandel). Publiceert behalve onderzoekswerk ook poëzie (Rivierklei, 2008, De Muze, 2015 en Vage klachten, 2019) en verhalen (Open op zondag, 2010 en Het terras, 2014), in 2017 gevolgd door de novelle Angelie en in 2024 door de roman De Inkwartiering. In 2019 verscheen (digitaal) het boek Arnhem Mondiaal over veertig jaar samenwerkende Arnhemse vredes- en ontwikkelingsorganisaties.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *