Storing

De trein had om acht over half moeten vertrekken maar stond een kwartier later nog steeds ronkend aan het perron zonder dat er beweging in kwam. Er stapten alsmaar meer passagiers uit die hoopten een bus te kunnen vinden die hen alsnog naar de plaats van bestemming zou brengen. Voor mij gold die haast niet, ik had een vrije dag en hoefde nergens op tijd te zijn. Maar leuk was anders natuurlijk.

Nog veel minder leuk was het voor de man die even later zwetend de coupé in kwam en zich naar het tussencompartiment haastte waar de dieselmotor was ingebouwd. Met een steeksleutel draaide hij allerlei metalen kasten open om een blik in het inwendige van de trein te kunnen werpen. Hij was in burger maar op de riem van zijn broek stond het opschrift ‘Arriva’. Dat beloofde veel maar om ergens aan te komen moet er eerst vertrokken worden en daar zag ik het zo gauw nog niet van komen. Met een zaklantaarn bescheen hij de motoronderdelen en kwam toen mijn coupé weer in waar hij via een portofoon contact zocht met de machinist.

‘Johan, met mij. De koeling staat aan, maar het lampje knippert. Dat is verdacht. Druk bij jou eens F8 in.’

Er gebeurde blijkbaar niets wenselijks want de man wendde zich gefrustreerd tot mij als nog de enige passagier in de trein.

‘Bellen ze mij op mijn vrije ochtend uit bed, meneer. En weet u wat ze dan zeggen? “Hij doet het alweer niet!” Begrijpt u dat, meneer? Hij doet het alweer niet… Wat moet ik daar als storingsmonteur mee?’

Hij keek gejaagd uit zijn ogen en zijn stem had een nerveuze klank gekregen. Zijn overhemd hing half uit zijn broek waaraan was te zien dat hij zo vanuit zijn bed in de auto was gesprongen en naar het station was geracet. De portofoon kraakte.

‘F8 helpt niet en het scherm staat nu ook op zwart.’

‘Ook dat nog’, prevelde de man en zich weer tot mij wendend: ‘Ik denk dat u beter de fiets kunt pakken, meneer, want dit kan nog wel even duren.’

‘Het is de virulentiefactor’, zei ik.

‘Pardon?’, zei de man.

‘Een virulentiefactor is de boosdoener’, herhaalde ik. ‘Wanneer de stabilisator in de min staat neemt de pathogeniteit toe. De disbalans weer in zijn oude stand terugbrengen helpt meestal wel. Maar dan moet het vermogen uiteraard serieel worden ondersteund. Je zou kunnen beginnen met de compressieverhouding te egaliseren door de noodstopschakelaar even aan en uit te drukken.’

‘Eh, de noodstopschakelaar aan en uit, juist, natuurlijk.’

Hij duwde de zendknop van zijn portofoon weer in.

‘Johan, met mij weer. Ik heb er nog even over nagedacht, maar probeer de noodstopschakelaar eens even aan en uit te zetten. Dat kon wel eens goed zijn voor de, eh, pathogene virulentie, dacht ik zo.’

Er voer een siddering door de trein, de lampen floepten uit en weer aan en de deuren gingen automatisch even dicht en weer open. De man van de storingsdienst haastte zich met een schuchtere groet de trein uit die zich even later trillend in beweging zette. Ik stond op en zocht het beste plekje dat ik kon vinden. Een hele trein voor mijzelf, daar had ik nou altijd al van gedroomd!

Auteur: Ed Bruinvis

Studeerde voor tekenleraar aan de Arnhemse kunstacademie en normatieve maatschappijleer bij professor Hoefnagels (Radboud Universiteit). Is sindsdien actief in het vredes- en ontwikkelingswerk (Stichting Doca, Platform Arnhem Mondiaal en landelijk Platform tegen Wapenhandel). Publiceert behalve onderzoekswerk ook poëzie (Rivierklei, 2008, De Muze, 2015 en Vage klachten, 2019) en verhalen (Open op zondag, 2010 en Het terras, 2014), in 2017 gevolgd door de novelle Angelie. In 2019 verscheen (digitaal) het boek Arnhem Mondiaal over veertig jaar samenwerkende Arnhemse vredes- en ontwikkelingsorganisaties.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *