Wat zijn uw munten waard?

In een folder met de lokkende titel ‘Wat zijn uw munten waard?’, die ik onlangs op de leestafel van een Arnhems café vond, viel te lezen dat munten ‘soms verkregen uit vererving of lang geleden zelf verzameld, vaak al jarenlang liggen te verstoffen. Door middel van uw bezoek kunt u kosteloos geïnformeerd worden wat uw munten/penningen/bankbiljetten op dit moment kunnen opbrengen.’

Hoewel de zin wat kreupel liep, besloot ik toch mijn licht op te steken. In een ver verleden had ik van een tante – die geen tante was maar die wij van onze ouders zo moesten noemen – een doosje met oude munten gekregen. Er zaten exemplaren tussen uit de 16e en 17e eeuw, onder meer van de VOC, de stad Utrecht en de provincies Holland en Zeelandia. Van diezelfde tante kreeg ik een jaar later op mijn verjaardag een album waar ik al die muntjes in geschoven heb. Daarna verdween het geheel in een la en heb ik er niet meer naar omgekeken. Op straat voetballen vond ik op die leeftijd belangrijker.

‘Een gezamenlijk initiatief van drie beroepsnuminaten die, in navolging van soortgelijke activiteiten op ander terrein, vastgesteld hebben dat deze taxatiebijeenkomsten voorzien in een grote behoefte’, ging de folder verder.

Zo groot was die behoefte bij mij nu ook weer niet, maar nieuwsgierig naar deze ‘beroepsnuminaten’ was ik wel. En dus toog ik naar Hotel Haarhuis waar in een bovenzaaltje de taxatiebijeenkomst gehouden werd. De numinaten zaten gedrieën achter enkele tegen elkaar geschoven tafels waarover een wit laken was gedrapeerd. Drie heren op leeftijd met zware brillen op hun neus en diepe groeven daarboven. Waarschijnlijk van het vele turen door de loep naar kartelrandjes en watermerken. Zo naast elkaar gezeten hadden ze iets weg van de drieschaar uit de Griekse mythologie, de drie rechters in de onderwereld die oordelen over het lot van de overledenen. Voor hen op een rijtje stoelen wachtte een vijftal bezoekers. Onder hen een gesoigneerde heer die met beide handen een koffertje omklemde waarbij hij voortdurend angstig om zich heen keek alsof hij elk moment door een als ober verklede gauwdief besprongen kon worden. Heel anders dan de dame die een paar stoelen verder zat. Ze droeg een vrolijk gekleurd sjaaltje om haar hoofd en had een poedeltje op haar schoot dat aan haar oor sabbelde. Iets wat ze tot mijn verbazing glimlachend toeliet. Voor haar op tafel lag een plastic zakje met zilveren guldens.

Toen ik aan de beurt was, haalde ik het muntenalbum van tante tevoorschijn. Het plastic kraakte toen een van de numinaten erin begon te bladeren.
‘Zeker lang niet open gehad?’, informeerde hij fronsend.

Ik knikte.
‘Inderdaad’, zei ik. ‘Ik ben niet wat je noemt een actief verzamelaar.’

De man sloeg de pagina’s met munten om alsof hij het spoorboekje doorbladerde.
‘Ach’, zei hij ten slotte, ‘die oudjes uit de Zeven Provinciën zijn nog wel aardig, maar voor de rest zijn het eigenlijk niemendalletjes. Ik heb ze thuis in bakken staan van één euro per stuk. En ze zijn nogal afgesleten ook.’

‘Ja,’ zei ik, ‘alles wat oud is, raakt nu eenmaal versleten.’

‘Zo is het’, zei de man terwijl hij me even wantrouwend opnam. ‘Die zilveren rijksdaalder die erbij zit is nog wel leuk. Zal zo’n drie euro doen op de markt. Maar voor het overige… Enfin, ik kan u er twintig euro voor geven. En dat is dan inclusief de verzamelband, want die is ook bepaald niet nieuw meer.’

Hij sloeg het album dicht en keek uit zijn ooghoek hoe zijn aanbod op mij overkwam. Ik gaf geen krimp.
‘Leuk om te weten’, zei ik en bedankte hem voor de genomen moeite.

Hij keek wat zuur toen ik het album weer in mijn tas liet glijden.
‘De volgende!’ riep hij met snauwerige stem toen ik het zaaltje verliet.

Wat zijn uw munten waard? Vreemd, maar de trap aflopend naar de uitgang moest ik toch even aan de heren Jacobse en Van Es denken.

 

 

Auteur: Ed Bruinvis

Studeerde voor tekenleraar aan de Arnhemse kunstacademie en normatieve maatschappijleer bij professor Hoefnagels (Radboud Universiteit). Is sindsdien actief in het vredes- en ontwikkelingswerk (Stichting Doca, Platform Arnhem Mondiaal en landelijk Platform tegen Wapenhandel). Publiceert behalve onderzoekswerk ook poëzie (Rivierklei, 2008, De Muze, 2015 en Vage klachten, 2019) en verhalen (Open op zondag, 2010 en Het terras, 2014), in 2017 gevolgd door de novelle Angelie. In 2019 verscheen (digitaal) het boek Arnhem Mondiaal over veertig jaar samenwerkende Arnhemse vredes- en ontwikkelingsorganisaties.

Eén gedachte over “Wat zijn uw munten waard?”

  1. Goede Ed,
    dank voor de genomen moeite. Ik heb ook jarenlang muntjes verzameld. En in een bak geflikkerd.
    Het zal dus wel niks meer waard zijn.
    Ik stop het in de erfenis aan mijn kleinkinderen.
    Over 500 jaar vast een vermogen!
    Harry de Vries

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *