Ik ga u een geheim onthullen. U leest een Vosje geschreven door een vermeende terrorist. Ja, u leest het goed. U zult nu vast denken dat ik een grap maak, maar niets is minder waar. Ik beken u dat ik samen met vrijwilligers van Animal Rights aan een Hunt Sabotage actie heb meegewerkt om wilde ganzen van een vreselijk dood te redden.
Oké, in eerste instantie ging ik mee in verband met een onderzoek voor een boek waaraan ik werk, maar mijn hart voor dieren is dermate groot dat ik graag meewerk aan het saboteren van de jacht. De regering, VVD en de christelijke en populistische partijen hebben er voor gekozen het woord extremisme te gebruiken om diegene die opkomen voor de allerzwakste in de samenleving, de dieren, te diskwalificeren.
Jagers zouden de dieren in een keer dood moeten kunnen schieten, ze hebben daar tenslotte een opleiding voor gehad en hebben hun felbegeerde jachtakte behaald, maar niets is minder waar. Zo zag ik hoe een gans, vechtend voor zijn leven, in de bek van een labrador hing die het arme dier, tot groot ongenoegen van de jagers, naar ons toe wilde brengen.
De medewerkers van Animal Rights handelden vreedzaam. Ze scholden niet, gingen niet in op de provocatie van de jagers die schreeuwden, ons intimideerden, triomfdansjes maakten als ze raak geschoten hadden, of hun broek naar beneden trokken en ons een blik op hun witte kadetten gunden. Er wordt door de vrijwilligers die aan de Hunt Sabotage deelnemen, nooit op hen gereageerd, wel wordt alles op film vastgelegd en wordt er getoeterd om de ganzen op tijd te kunnen laten omkeren. Helaas vliegen sommigen recht hun dood tegemoet.
Ganzen zijn monogaam en leven in familieverband, dus als ze een familielid missen is het voor de jagers een koud kunstje om ze met hun lokmachines, die ganzengeluiden produceren, en lokganzen terug te laten keren en af te knallen.
Ik mocht niets zeggen. En eerlijk gezegd moest ik me zo nu en dan flink verbijten. In mijn ogen zijn deze jagers gewetenloze lafaards die voor hun lol dieren in de val lokken, doden en hun lijken na afloop ruw in tassen proppen. Met een van haat vertrokken gezicht reed een jager met zijn Quad op een paar van ons in. Het was een regelrechte aanslag, we, ja ik was ook een van de mensen op wie hij inreed, konden ternauwernood in de berm springen. Ik had aangifte kunnen doen. Ik heb dat overigens niet gedaan. Waarom niet? Omdat er heel wat mensen jagen die op een invloedrijke positie zitten en het de organisatie moeilijk kunnen maken. Het gaat om het redden van argeloze dieren, die evenveel recht op leven hebben als wij en dat wil ik op geen enkele manier in de weg staan.
De eerste week had ik nachtmerries. Nu kan ik zeggen dat ik aan die ene ochtend een trauma overgehouden heb. De talloze schoten, slachtoffers die uit de lucht vallen, de gakkende ganzen, ik kan het geluid, inmiddels maanden later, nog steeds niet aanhoren.
Over het geweld van de jagers en ook de boeren die hen permissie verlenen op hun grond te jagen, lees je niets in de media. Maar dierenactivisten die opkomen voor wild of dieren die onder erbarmelijke omstandigheden moeten leven, worden als extremisten weggezet. Ze worden met de grond gelijk gemaakt door de politiek, de jagers, de boeren en zelfs door dierenbeschermingsorganisaties. Ze worden beschuldigd van intimidatie en afgeschilderd als terroristen die gestraft moeten worden.
Maar is er wel echt sprake van intimidatie waar de overheid, de boeren en
dierenwelzijnsorganisaties de dierenactivisten van betichten? Het enige
wat ik heb gezien en ook heb gedaan is toeteren met een speelgoedtoeter uit een
feestwinkel. Een ander probeerde de ganzen te laten keren door te vliegeren.
Dat is toch heel wat anders dan iemand die je met een Quad probeert aan te
rijden of een jager die met een geladen revolver en geweer op je afkomt.