Herinneringen: Vis op vrijdag

Ik ben opgegroeid in het Rivierengebied in een dorp dat wat grootte en bestaansvorm betreft zeer overzichtelijk was. De ene helft van de inwoners bestond uit boeren met een gemengd bedrijf, de andere helft was werkzaam in de houthandel of bij de plaatselijke steenfabriek. Er was een burgemeester die niets te vertellen had en een huisarts die samenwoonde met een collega wat veel aanleiding tot praatjes gaf vooral wanneer de praktijk op onverwachte momenten een uurtje gesloten was. En verder had je Peter, de visboer.

Het dorp lag aan een rivier waar het in voorbije tijden wemelde van de steur, zalm en forel en de vishandel floreerde er dan ook eeuwenlang. Tot het moment dat overbevissing en watervervuiling daar een eind aan maakten en Peter slechts in sterk afgeslankte vorm kon voortbestaan. Dat hij überhaupt nog kon voortbestaan had hij voornamelijk te danken aan de pastoor die de gelovigen in het dorp voorhield dat er op vrijdag geen vlees maar vis gegeten diende te worden. Waarom dat zo was wist niemand maar het was de tijd dat het Woord nog niet tot zelfstandig denken aanzette en dus had Peter op vrijdag een drukke dag.

Mijn moeder hield zich ook aan dat ‘vis op vrijdag’. Niet vanwege het katholieke voorschrift, want wij waren niks zoals dat toen heette, maar omdat vis goedkoper was dan vlees. Een van de kinderen werd er op vrijdag na schooltijd op uitgestuurd om vijf zogeheten lekkerbekjes te halen. Maar dan wel gebakken wijting en geen gebakken kabeljauw want dat was weer een duurdere vissoort. Wanneer ik weer aan de beurt was voor het fietstochtje rook ik de vis al van verre. Je kon er bij wijze van spreken met de ogen dicht naartoe fietsen. Peter had zijn handel in een loods die met een grindveld ervoor een eindje van de straat af stond. Op de hoeken van de gevel prijkten van hardboard gezaagde vlaggetjes. Hij had ze rood wit blauw geschilderd wat ik erg mooi vond en wat me deed denken aan de grote stad waar ik wel eens met mijn moeder kwam om een nieuwe broek te kopen. Daar had je ook van die vlaggetjes. Die sierden viskarren waar mannen in overalls haringen in hun keelgat lieten zakken.

Tussen de beide houten vlaggetjes in had Peter over de volle breedte van de gevel een tekst geschilderd: Doe het beter, eet vis van Peter! De tekst is me alle jaren bijgebleven, waarom weet ik eigenlijk niet. Waarschijnlijk omdat die zin zo lekker in de mond ligt. Maar misschien ook omdat er iets raadselachtigs in school. Waarin werd je geacht het beter te doen? Peter was de enige visboer in het dorp dus het beter doen kon niet op een andere viswinkel slaan. Sloeg het soms op het helpen van je moeder bij de afwas? Of op hogere cijfers halen op school? Of moest je meer doelpunten maken bij het voetballen op zaterdagmiddag? En moest het eten van vis daar dan misschien bij helpen? Ik wist het niet, maar ik zag mijzelf toch niet gauw in de kleedkamer haring happend wachten tot we met het team het veld op mochten.

Toen ik onlangs ons vroegere dorp weer eens bezocht kon ik het niet laten om toch even langs de vishandel te rijden. Mijn teleurstelling was groot. Niet alleen bleek het dorp zelf ten prooi te zijn gevallen aan Vinex-wijken en forensenvolk waardoor het zijn authentieke karakter definitief is kwijtgeraakt, maar ook Peter de visboer was niet meer. In zijn loods huisde nu een kledingmagazijn dat met grote gele plakkaten op de ramen tot massale aankoop opriep. Op het grind voor de loods stond een uitklapbord met de tekst: Vertel het door! Nog meer kleding op onze online outlet store! Ik weet niet hoe lang de bedrijfsleiding op dit poëtische hoogstandje heeft zitten broeden. Heel lang, vermoed ik. Maar één ding weet ik zeker, de leus zal niet zo lang in mijn geheugen blijven hangen als Peters mystieke oproep.

Auteur: Ed Bruinvis

Studeerde voor tekenleraar aan de Arnhemse kunstacademie en normatieve maatschappijleer bij professor Hoefnagels (Radboud Universiteit). Is sindsdien actief in het vredes- en ontwikkelingswerk (Stichting Doca, Platform Arnhem Mondiaal en landelijk Platform tegen Wapenhandel). Publiceert behalve onderzoekswerk ook poëzie (Rivierklei, 2008, De Muze, 2015 en Vage klachten, 2019) en verhalen (Open op zondag, 2010 en Het terras, 2014), in 2017 gevolgd door de novelle Angelie. In 2019 verscheen (digitaal) het boek Arnhem Mondiaal over veertig jaar samenwerkende Arnhemse vredes- en ontwikkelingsorganisaties.

4 gedachten over “Herinneringen: Vis op vrijdag”

  1. Peter staat nu op de markt in Herwijnen op zaterdagmiddag. De leus is nog onverminderd hetzelfde. Ook de volle breedte wordt nog benut. Of dit jouw Peter is, een nazaat, of iemand die de leus alleen maar mooi vond, weet ik niet. Ikzelf kom nooit bij de viskraam.
    Mooi verhaal

  2. Goh, die Peter! Na al die jaren nog alive and fishing! Zij het dan tegenwoordig aan de Waal, begrijp ik.
    Dank voor je tip (en compliment), Harry!

  3. bedankt Ed leuk verhaal, in het dorp waar ik ben opgegroeid woonden slechts 2 katholieke gezinnen en toch kwamen er twee visboeren( ja zo mag je ze niet meer noemen) per week langs de huizen.
    Ja de tijden veranderen.

  4. Dank, Andrea, en zeker veranderen de tijden! In het dorp waar ik woonde kwam alles en iedereen aan de deur: de melkboer, de olieman (wij stookten op olie en mijn moeder kookte op butagas), de groenteman, de voddenboer, de schillenboer en de scharensliep. En toch is dat allemaal nog niet zo lang geleden.

Laat een reactie achter op Ed Bruinvis Reactie annuleren

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *