Een vlok sneeuw

De man maakt een vegend gebaar over de kaart van Nederland. Het is niet écht de kaart van Nederland maar een digitale projectie op een kunststof scherm. Een projectie van een foto die een satelliet bij helder weer van ons land gemaakt heeft. Zo moet ik het eigenlijk zeggen. De man kijkt ons na dat veeggebaar indringend aan. Of wij wel beseffen wat dat gebaar inhoudt, hoe belangrijk dat gebaar is.

Als wat hij bedoelt te zeggen niet zo belangrijk zou zijn, zou hij dat gebaar beslist niet hebben gemaakt. Of wij dat maar goed tot ons door willen laten dringen. Heel het land, zegt hij, met nadruk op het woordje ‘heel’, héél het land dus, zal in de ochtend te maken krijgen met hardnekkige mist die in de loop van de dag zal overgaan in regen met in het oosten van het land zelfs kans op ‘een vlok sneeuw’. Ja, daar staan wij, televisiekijkend Nederland, wel even van te kijken! Mogelijk een vlok sneeuw! Hoe ons daarop voor te bereiden?

Wij kijken elkaar angstig aan. Is daar überhaupt wel voorbereiding op mogelijk? We waren al eerder in het jaar geschrokken van de mogelijkheid van ‘een klap onweer’ en zelfs van ’korrelhagel’, maar een ‘vlok sneeuw’ tart alle beschrijvingen. De man priemt een wijsvinger in onze richting. De temperatuur, zo houdt hij ons voor, kan in die mist, maar ook nog in die regen daarna en zeker bij een vlok sneeuw wel met vijf graden dalen tot dichtbij het vriespunt! Voor ons gevoel dan wel te verstaan, licht hij toe. Het is niet de werkelijke temperatuur, maar de gevóelstemperatuur. Waterkoud heet dat, zegt hij knikkend met nadruk op elk lettergreep: wa-ter-koud! Morgen zal het waterkoud zijn. Ook dat nog. Alsof een vlok sneeuw al niet erg genoeg is voor ons, armzalig televisievolk, krijgen wij er ook nog waterkou bij. Hoe dat te overleven is de vraag. We hebben nog een nacht om erover na te denken.

De man doet een stap in onze richting, het scherm achter hem kleurt langzaam van lichtgroen naar donkergrijs. En dus, zo besluit hij, moeten wij ons afvragen wat wij morgen gaan doen. Gaan we naar buiten of blijven we binnen? Of beter gezegd, zo is hij ons voor, als u niet naar buiten hoeft, blijft u dan binnen! Tot slot wenst hij ons een fijne avond toe. Alsof er na alle rampspoed nog sprake kan zijn van een fijne avond.

Ik laat de betekenis van zijn woorden langzaam tot mij doordringen. Het zal niet lang meer duren, zo besef ik, voordat weermannen en -vrouwen elke avond gaan voorschrijven wie, waar en wanneer naar buiten mag. Gemeentelijke commissies zullen vervolgens per wijk het waarom gaan bepalen. Niet zomaar naar buiten, nee, alleen met een door het gemeentebestuur goedgekeurde reden mogen wij de woning nog verlaten.

Een gewoon wandelingetje zit er niet meer in. Want was is per slot van rekening een gewoon wandelingetje? Ongemerkt kan een gewoon wandelingetje overgaan in een ongewoon wandelingetje en dan heb je de poppen aan het dansen. En dat moet beslist worden voorkomen want als iedereen gewone en ongewone wandelingetjes door elkaar gaat maken wordt het een janboel, dat begrijpt een leek. Daar moet dus toezicht op komen en dat toezicht dient te worden gehandhaafd. Een taak voor de politie, zou je denken, maar die werkt al sinds jaar en dag met ‘prioriteiten’ en daar valt toezicht houden op gewone dan wel ongewone wandelingetjes beslist niet onder.

Om het gemis op te vangen zijn jaren geleden de buitengewone opsporingsambtenaren, de zogeheten boa’s, uitgevonden. Maar het aantal boa’s is per gemeente beperkt, want boa’s kosten geld en dat is er niet. Dat wil zeggen, het is er wel, maar afscheidsrecepties en openingsceremonies drukken nu eenmaal zwaar op een gemeentelijk budget. Dus bij gebrek aan geld en boa’s zullen werkelozen worden ingezet die met behoud van uitkering de deuren langs zullen gaan om te controleren wie om welke reden in de woning ontbreekt. De enige toelatingseis waar deze vrijwillige krachten aan moeten voldoen is dat ze scheld- en spuugbestendig zijn.

De volgende morgen sta ik al vroeg op. Stel dat het gemeentebestuur, vannacht in spoedzitting bijeen, heeft besloten om meteen vandaag nog boa’s de wijken in te sturen, dan ben ik ze misschien nog net voor met een ochtendwandelingetje. Misschien wel het laatste wandelingetje dat ik dit jaar kan maken.

Ik kleed me goed aan om niet het slachtoffer van de levensgevaarlijke waterkou te worden, trek dikke sokken en mijn hoge wandelschoenen aan, zet een muts op – eigenlijk zijn twee mutsen beter maar ik heb er maar één – bind een sjaal voor mijn gezicht en steek voor de zekerheid ook maar twee paraplu’s onder mijn arm. Voor elke vlok sneeuw één. Behoedzaam en op alles voorbereid open ik de voordeur.

Buiten is het stralend weer, er waait een kalm briesje dat me eerder aan het voorjaar dan aan de herfst doet denken en voor me strekt zich een zonovergoten landschap uit. De akkers zijn omgeploegd en slechts aan de bijna kale bomen en de formaties ganzen die gakkend overkomen is af te lezen dat de winter in aantocht is. In de sloot voor het huis scharrelen waterhoentjes die af en toe opgewonden kreetjes laten horen. Hoe mooi wil een mens het hebben? Alleen jammer dat ik af en toe van die nare dingen droom.

Auteur: Ed Bruinvis

Studeerde voor tekenleraar aan de Arnhemse kunstacademie en normatieve maatschappijleer bij professor Hoefnagels (Radboud Universiteit). Is sindsdien actief in het vredes- en ontwikkelingswerk (Stichting Doca, Platform Arnhem Mondiaal en landelijk Platform tegen Wapenhandel). Publiceert behalve onderzoekswerk ook poëzie (Rivierklei, 2008, De Muze, 2015 en Vage klachten, 2019) en verhalen (Open op zondag, 2010 en Het terras, 2014), in 2017 gevolgd door de novelle Angelie. In 2019 verscheen (digitaal) het boek Arnhem Mondiaal over veertig jaar samenwerkende Arnhemse vredes- en ontwikkelingsorganisaties.

2 gedachten over “Een vlok sneeuw”

  1. bedankt Ed en je kunt dus ook de weersverwachting nog voorspellen want nog geen 5 minuten geleden
    werd er weer code geel afgegeven want er kan een VLOK sneeuw komen en als het dan gaat vriezen dan weten we het dan wordt het glad.

    Groeten Andrea

Laat een reactie achter op Ed Bruinvis Reactie annuleren

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *