Bidden

Elke keer als ik voor een paar dagen mijn intrek neem in kasteel Slangenburg om er te werken of er mijn rust te vinden, breng ik ook een bezoek aan de kapel. Die ligt verborgen in de bossen en maakt deel uit van een abdij die de Benedictijnen daar in het midden van de vorige eeuw eigenhandig hebben gebouwd.

Terwijl de abdij niet voor bezoekers open is, is de kapel dat wel en biedt ze passanten de mogelijkheid om er, vrijblijvend, even tot rust te komen. Zo ook afgelopen week toen ik de slemppartijen, het pissen in portieken en de kakafonie aan koningsdagbandjes ontvlucht was. Zo weinig oranjegezind als ik ben, zo weinig heb ik ook op met religieuze bolwerken waar – hoe kan het ook anders – misbruik en machtswellust welig tierden (en misschien nog wel tieren).

Waarom dan toch de kapel bezocht? Omdat de stilte die er heerst weldadig uitpakt. De wandeling door het bos erheen is al rustgevend, maar een half uurtje zitten op een van die houten bankjes doet wonderen met een mens. Daar hoeven geen heiligenbeelden of wierookvaten aan te pas te komen. Alleen al het zachte licht dat door de gebrandschilderde raampjes naar binnen glijdt is voldoende.

Toen ik er die middag weer even zat, ging opeens de deur achter me open en kwam een gezin de kapel binnen, drie kinderen voorop, de ouders daar vlak achter.

‘Kijk, mama, daar zit een meneer!’
‘Je moet een beetje zachter praten, Amalia’, fluisterde de moeder.

‘Waarom dan?’, klonk het heldere kinderstemmetje.
‘Sst!’, siste de moeder.

‘Zit die meneer daar soms te bidden?’
‘Amalia,’ klonk de stem van de moeder weer, nu wat luider en bitser, ‘ik zeg tegen je dat je wat zachter moet praten!’

‘Ja, maar’, bracht het kind in, ‘dan kan je me niet goed horen.’
De moeder pakte het kind onzacht bij haar schouder en duwde het de kapel uit. De rest van het gezin volgde. Met een klap sloeg de deur dicht. Van ver weg klonk de stem van het kind, een beetje huilerig nu.

‘Waarom mag ik niet naar binnen? Ik wil ook een keertje bidden!’

Auteur: Ed Bruinvis

Studeerde voor tekenleraar aan de Arnhemse kunstacademie en normatieve maatschappijleer bij professor Hoefnagels (Radboud Universiteit). Is sindsdien actief in het vredes- en ontwikkelingswerk (Stichting Doca, Platform Arnhem Mondiaal en landelijk Platform tegen Wapenhandel). Publiceert behalve onderzoekswerk ook poëzie (Rivierklei, 2008, De Muze, 2015 en Vage klachten, 2019) en verhalen (Open op zondag, 2010 en Het terras, 2014), in 2017 gevolgd door de novelle Angelie en in 2024 door de roman De Inkwartiering. In 2019 verscheen (digitaal) het boek Arnhem Mondiaal over veertig jaar samenwerkende Arnhemse vredes- en ontwikkelingsorganisaties.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *