Kersen

Zaterdagmiddag: de boodschappen in huis, de planten verzorgd, het zomergoed gestreken en buiten schijnt de zon. Tijd dus voor een fietstochtje. Er staat weliswaar een stevige wind maar dat mag de pret niet drukken.

Halverwege Elst en Homoet valt mijn oog op een bord in de berm. Er staat alleen ‘Hier’ op. Daarachter een niet onaardig geschilderd trosje kersen. Een fors uitroepteken completeert de boodschap. Ik denk na. Thuis staat nog een schaaltje met een restant kersen van de markt, maar dat is net genoeg voor één toetje en kersen zijn in de zomer mijn favoriete nagerecht. Morgen en overmorgen ben ik echter buiten de stad en kersen bederven snel. Ik moest me dus maar tot een bescheiden aankoop beperken.

Lees “Kersen” verder

Niets

Het zou niets worden die avond. Daar hoefden ze niet eerst voor binnen te komen, dat kon je al zien toen ze voor de deur stonden. Vanaf mijn tafeltje had ik daar goed zicht op. Het ouderpaar schatte ik achter in de dertig, de zoon was hooguit zestien, zeventien. Toen de vader, na wat leek op het geven van een laatste waarschuwing, de deur opende en de moeder haar zoon met een dwingende por in de rug over de drempel duwde, hoopte ik vooral dat het binnen niet op een handgemeen zou uitdraaien. De ober had namelijk net mijn bestelling opgenomen en ik had dus nog een hele zit voor de boeg.

Lees “Niets” verder

Biertje

‘Een Wiekse Witte wordt gebrouwen op…?’, vroeg ik de uitbater toen hij me op het terras een kop koffie kwam brengen. Hij keek me een moment verbijsterd aan.

‘Op? Al slaat u mij hartstikke dood, mijnheer.’

‘Op zonne-energie’, zei ik. ‘Wist ik ook niet, hoor, maar dat lees ik net op jullie bierkaart. En weet u hoe lang de Mort Subite Kriek Lambic mag staan om nog net niet zuur te worden?’

Lees “Biertje” verder

Een echte vent

(Illustratie Catherine)
Ik eet ze nooit, saucijzenbroodjes. Je kunt niet zien wat erin zit. En het begrip ‘saucijs’ zegt ook al niets over de inhoud. Oncontroleerbaar vaag dus en dan is het oppassen geblazen. Maar toen ik van de week langs de buitenkraam van de expositie ’Keukengerei door de eeuwen heen’ wandelde, viel mijn oog op een bakplaat met daarop een eenzaam saucijzenbroodje. De twee dames achter de kraam, met ieder een koket kanten schortje om en dito kapje in het haar, merkten onmiddellijk mijn belangstelling.

Lees “Een echte vent” verder

Chinees

Het Chinees restaurant dat ik op wandeldagen frequenteer – voornamelijk om het tijdens het lopen verloren gegane lichaamsgewicht weer aan te vullen – was gesloten. Dat bleek pas toen ik binnen zat. Deze tegenstrijdigheid was het gevolg van een openstaande voordeur en boven de tafeltjes brandende sfeerlampjes. Dat alles was de schuld geweest van de kok, zo werd achteraf duidelijk. Hij was pas een week in dienst en kende de gebruiken van het etablissement nog niet goed. Hij had vast de groenten voor de volgende dag willen snijden, maar was na binnenkomst vergeten om de voordeur weer op slot te draaien en was zich er ook niet van bewust geweest dat bij binnentreding de lampjes in de eetzaal automatisch aanfloepen.

Lees “Chinees” verder

Verjongen van de lanen

Het was even schrikken toen ik vanmiddag via een smal bospad op de hoofdlaan van het landgoed uitkwam. Tenminste, wat tot voor kort de hoofdlaan was. Waar eerst tientallen meters hoge bomen stonden, lagen nu aan weerszijden van de laan stapels stammen en kort gehakte takken, afgewisseld met enorme bergen spaanders. In het midden van de laan waren door zwaar bosbouwmaterieel diepe sporen getrokken Lees “Verjongen van de lanen” verder

De rollator

(Afbeelding Catherine)

Het was druk in de conversatiezaal. Veel kwebbelende dames, een enkele brommende heer. En het was dinsdag, dus stond sjoelen op het programma. Op vier plaatsen in de zaal waren de tafeltjes aaneen geschoven om de lange houten bakken er zo op te kunnen plaatsen dat niemand er met een rolstoel, rollator of looprek tegenaan kon stoten, want dat geeft maar ruzie. Lees “De rollator” verder

Kwijt

10 november: Dag van de Mantelzorg

In het verzorgingstehuis waar mijn moeder haar hoge leeftijd viert, was een medebewoonster haar portemonnee kwijt. Ze liep ontredderd rond en vroeg handenwringend of iemand het ding ergens had zien liggen.
‘Je hebt hem meegenomen naar je kamer, Toos!’, riep een vrouw vanuit haar rolstoel. ‘Ik heb het zelf gezien.’ Lees “Kwijt” verder