Merel en China

Olympische Winterspelen, Beijing, 2022

Ik houd het niet per jaar bij maar dit jaar hoorde ik voor het eerst de merel op vrijdag 4 februari om half 8 ‘s ochtends. Ik logeerde bij vrienden in Nijmegen en daar, midden tussen de huizen en de geparkeerde auto’s en in een van de weinige bomen die het stadscentrum telt, begon hij in een lichte schemering zijn lied.

Het klonk nog wat schor en ingehouden maar hij deed onmiskenbaar zijn best. Totdat hij overstemd werd door de klok van de Stevenskerk die met acht doffe slagen een eind aan zijn optreden maakte. De cultuursector moppert vrijwel dagelijks dat er vanwege de heersende coronamalaise geen droog brood te verdienen valt, maar over onze gevederde vrienden die met geweld de snavel gesnoerd worden geen woord. Het ochtendconcert dat de merel ons bracht duurde dus precies een half uur. Hij heeft na de ingreep van bovenaf zijn lied niet meer hervat en zal tussen de struiken wel op zoek zijn gegaan naar een sober ontbijt, want om met een petje voor zich op de grond op een gift van het winkelend publiek te wachten ligt niet in zijn aard.

Vrijdag 4 februari was ook de dag waarop in Beijing, hoofdstad van de Volksrepubliek China, de Olympische Winterspelen 2022 officieel van start gingen. Het vierjaarlijkse feest der verbroedering vond plaats onder strikte overheidsregie, want als er ook maar één sporter, verzorger of coach betrapt werd op een positieve coronatest, werd hij of zij onmiddellijk van deelname uitgesloten. Maar dat was niet de reden waarom de Nederlandse equipe door het Nederlands Olympisch Comité (NOC*NSF) was opgedragen om telefoons en tablets thuis te laten.

Reden: de Chinese overheid zou via de in de apparatuur geplaatste software mee kunnen lezen in prestaties en trainingsprogramma’s om er op die manier voordeel voor de eigen sporters uit te kunnen halen. Eenmaal in China zouden onze vaderlandse deelnemers voor vele duizenden euro’s nieuwe apparaten uitgereikt krijgen. Ik las het verhaal en was verbijsterd. Ofwel hier was sprake van een schromelijk overdreven handelwijze en daarmee zou het een regelrechte belediging zijn van de Chinese gastheren, ofwel de maatregel was terecht en in dat geval vraag je je af wat de term ’verbroedering’ nog betekent op sportgebied.

En dan dringt de vraag zich op wat je als sporter en sportorganisatie nog te zoeken hebt in het Rijk van de Grote Muur. Dat ‘bescherming van de mensenrechten’ in China heel anders vorm krijgt dan in onze contreien, is sinds het bloedig neerslaan van de burgerrechtenbeweging (Plein van de Hemelse Vrede, juni 1989) bekend. Maar wanneer de greep van het Chinese bewind op alles wat beweegt inclusief de sportieve gasten zo groot is als wordt beweerd, zou dat voor het Internationaal Olympisch Comité (IOC) aanleiding hebben moeten zijn om het hele sportfeest af te gelasten.

Dit alles overpeinzend schoot me een prent te binnen die ik jaren geleden eens in een kunstboek tegenkwam: Merel op boom. Een van de vele penseeltekeningen waarvan de traditie teruggaat tot de tijd dat China onder bewind stond van keizers en mandarijnen. Of dat betere tijden waren weet ik niet, maar de merel zal ook toen in het vroege voorjaar zijn lied ten gehore hebben gebracht, al of niet gestoord door gongslagen en belgerinkel.

Auteur: Ed Bruinvis

Studeerde voor tekenleraar aan de Arnhemse kunstacademie en normatieve maatschappijleer bij professor Hoefnagels (Radboud Universiteit). Is sindsdien actief in het vredes- en ontwikkelingswerk (Stichting Doca, Platform Arnhem Mondiaal en landelijk Platform tegen Wapenhandel). Publiceert behalve onderzoekswerk ook poëzie (Rivierklei, 2008, De Muze, 2015 en Vage klachten, 2019) en verhalen (Open op zondag, 2010 en Het terras, 2014), in 2017 gevolgd door de novelle Angelie. In 2019 verscheen (digitaal) het boek Arnhem Mondiaal over veertig jaar samenwerkende Arnhemse vredes- en ontwikkelingsorganisaties.

2 gedachten over “Merel en China”

  1. Erg realistisch en actueel dit keer. Tja, de merel echt vroeg. Misschien maken we het nog mee, dat die voor het eerst met de kerst zingt.

    En ja China. Toen het Nobel-comitee besloot de Vredesprijs uit te reiken aan Liu Xiaobo, vondt het Rijk van het Midden dat niet echt leuk en verbrak de banden met Noorwegen. Dat vondt het land in het Noorden ook niet leuk. Vooral omdat de export van dood vis daarheen praktisch ophielt. Gelukkig was het buurland plotseling gek op vis…. Maar het koste toch miljoenen.

    Terug naar de sport. Dat land in het noorden is erg goed op sneeuw. Zo langzamerhand werden de banden met de Wikingen weer gerepareerd. Dat zou er ook erg gek hebben uitgezien, dat nou net het land aan de top van Winterspelen er niet bij zou zijn. Vanwege een vredesprijs.

    Nou weet je wat zei iemand in de Olympiatop, wij kunnen jullie leren net zo snel met lange planken onder je voeten te lopen zoals wij. Die Noorse iemand heeft een bedrijf in China. Wij zorgen voor de accomodatie en een trainerteam. Zo gezegd, zo gedaan, zei de minister op haar beurt. In Noorwegen wist niemand daar iets van. In ieder geval niet de sportorganisaties.

    Maar plotseling stonden er advertenties in de krant. Het salaris was het dubbele. De organisaties vonden dat niet zo leuk. Maar ja, die zijn afhankelijk van een goede relatie met het Ministerie voor Cultuur. En die, op hun beurt, vonden het niet nodig daar extra geld voor uit te geven. Dat moesten de organisaties maar zelf betalen. Die hadde immers vrijwillig ja gezegd. Dan moeten de ouders van de pukkies bij het voetbaltoernooi maar iets meer taart en koffie verkopen….

    Maar we verkopen weer enorm veel dooie vis….

    1. Wat een lange reactie, Ron, leuk, dank je wel! Over de relatie Noorwegen-China zou je ook een boek kunnen schrijven (wat ik niet zal doen gelet op de tijd en de klok …). En wat de Noorse export betreft: de vis wordt duur betaald, zeggen we dan in Nederland. Groet! Ed

Laat een reactie achter op Ed Bruinvis Reactie annuleren

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *