Banden en velgen

De firma handelde in banden en velgen, zo viel te lezen op een vuilwit bord aan de kant van de weg. De half afgebladderde oranje plakletters boezemden me weinig vertrouwen in en de daaronder met viltstift geschreven tekst ‘gespecialeerd in monteren’ deed me besluiten rechtsomkeert te maken. Maar net toen ik weer in wilde stappen ging een van de schuifdeuren van een loods open en kwam een man in overall naar buiten.

‘U zocht?’

Ik duwde het portier van mijn wagen op een kier.

‘Ik, ehm, mijn wagen is aan nieuwe banden toe dus ik dacht …’

‘Dan bent u aan het juiste adres, meneer.’ Hij wees op een parkeerplaats naast de loods. ‘Zet u de wagen daar maar neer.’

Hij wilde zich al omdraaien en teruglopen maar toen hij zag dat ik wat onhandig aan mijn sjaal begon te frunniken, ging hij wijdbeens staan en stak hij zijn kin dreigend naar voren.

‘Iets niet in orde, meneer?’

‘Nou,’ zei ik op het bord aan de weg wijzend, ‘ik weet eigenlijk niet of ik wel aan het juiste adres ben.’

De man wierp een blik op het bord.

‘Wat is er mis met dat bord, meneer? Dat bord heeft mijn zoon eigenhandig gemaakt en daar is niks mis mee of wel soms?’

‘Nou, mis…’, begon ik.

‘Juist. Rijdt u de wagen dus maar naast de loods want we hebben het hier te druk voor praatjes.’

Ik stond in dubio of ik nog wat wilde zeggen of maar meteen zou instappen toen een tweede man naar buiten kwam. Hij was gekleed in een met olievlekken besmeurde stofjas en droeg een krik die hij achteloos heen en weer zwaaide.

‘Problemen, Henny?’

‘Ik hoop van niet, Toon. Deze man komt zijn banden vervangen.’

De man met de krik knikte en liep een rondje om mijn wagen, afwisselend naar mij en de banden kijkend.

‘Ik zie het al. Dat worden vier premiums en meteen ook maar bijbehorende velgen. Morgenmiddag om 4 uur klaar, meneer.’

Klokslag 4 uur liep ik de oprit naar de bandenhandel op. Een streekbus had me in het centrum van het dorp afgezet. De resterende vier kilometer had ik te voet af te leggen. Bij de loods komend viel me meteen op dat de schuifdeuren dicht waren en de verlichting uit was. Een door wind en regen halfvergane vlag van een groot bandenconcern bewoog wat treurig in de wind. Het was meteen ook het enige dat bewoog op dit verlaten bedrijfsterreintje.

Ik liep naar de parkeerplaats naast de loods en zag tot mijn schrik dat het tegelplateau helemaal leeg was. Mijn wagen! Waar was mijn trouwe Volvo?! Het koude zweet brak me uit. Ik greep in mijn binnenzak naar mijn telefoon en toetste het nummer in van de firma dat ik een paar dagen eerder in een advertentie had gevonden. Geen gehoor. Ik stond op het punt terug te lopen naar het dorp en aangifte te doen bij de plaatselijke politiepost, toen ik het A4’tje zag dat met plakband op de ruit van de schuifdeur was bevestigd. Op het handgeschreven papier stond een tekst die moeilijk leesbaar was maar begon met ‘Aan de meneer’ en eindigde met ‘de groeten van Henny’. Er tussenin een verhaal over een onverwacht overleden oma. Verder dat de nieuwe banden erop zaten, dat nieuwe velgen bij nader inzien niet nodig waren geweest, dat de wagen voor me klaar stond achter de loods en dat de factuur op de voorbank lag. Vanwege de omstandigheden was me een korting berekend. En of ik het bedrag bij gelegenheid wilde overmaken.

Ik trok het papier voorzichtig van de ruit en liep om de loods heen. En daar, onder een geïmproviseerde tent van zwart landbouwplastic, stond mijn Volvo met vier nieuwe glanzende banden. De portieren waren van het slot en het sleuteltje stak in het contact. Ik kon zo wegrijden.

Auteur: Ed Bruinvis

Studeerde voor tekenleraar aan de Arnhemse kunstacademie en normatieve maatschappijleer bij professor Hoefnagels (Radboud Universiteit). Is sindsdien actief in het vredes- en ontwikkelingswerk (Stichting Doca, Platform Arnhem Mondiaal en landelijk Platform tegen Wapenhandel). Publiceert behalve onderzoekswerk ook poëzie (Rivierklei, 2008, De Muze, 2015 en Vage klachten, 2019) en verhalen (Open op zondag, 2010 en Het terras, 2014), in 2017 gevolgd door de novelle Angelie. In 2019 verscheen (digitaal) het boek Arnhem Mondiaal over veertig jaar samenwerkende Arnhemse vredes- en ontwikkelingsorganisaties.

4 gedachten over “Banden en velgen”

  1. de mensheid zit toch soms minder beroerd in elkaar als we denken.
    had je in een vorig leven een auto tot je beschikking?
    Bedankt Ed, geestig.

Laat een reactie achter op Kees Crone Reactie annuleren

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *