In de rij

Ik heb tot nu toe in mijn leven maar zelden in de rij hoeven staan. Daar zou ik mij heel tevreden over moeten voelen want in de rij staan is een treurig iets, maar dat lukt me niet. Dat komt door beelden die ik soms zie van mensen die wel in de rij moesten staan. Beelden van mannen die in de jaren 20 van de vorige eeuw voor een fabriek staan bijvoorbeeld in de hoop in aanmerking te komen voor die ene vacature van kolensjouwer. Of vrouwen die wat minder lang geleden met hun pannetje onder de arm in de rij voor de gaarkeuken staan.

Of, wat verder weg in een Afrikaans land bijvoorbeeld, de lange rijen mensen in de brandende zon die willen stemmen omdat ze hopen dat er na de machtswisseling een betere toekomst voor hun land aanbreekt. IJdele hoop doorgaans.

In het dorp waar ik nu inmiddels een klein jaar woon zijn geen winkels. Dat geeft rust maar is ook wel eens lastig. Tot enkele decennia terug had dit dorp een bakkerij, maar daar is een brasserie voor in de plaats gekomen. Het is er weliswaar goed toeven, maar je kunt er geen brood kopen. Daar moet je dus voor naar een naburig dorp wat een half uur fietsen heen en terug vergt.

Zo ook deze zaterdagochtend wanneer ik tot mijn schrik ontdek dat mijn broodtrommel leeg is. Er zit dus niets anders op dan de fiets te pakken. Wanneer ik bij de bakker aankom staat er een rij mensen voor de deur en op mijn vraag wie vóór mij is gearriveerd, steekt een vrouw in een bontjas zwijgend en een beetje nors een vinger op.

‘Dan ga ik achter u staan,’ zeg ik, ‘dan kan ik meteen in de gaten houden of er niet iets in uw bontkraag vliegt.’

‘Dat is anders helemaal niet nodig, hoor’, reageert ze bits.

Ik moet prompt aan een liedje van Urbanus denken: ‘Ik hou niet van madammen met ‘nen bontjas, madammen met een bontjas zijn gemeen.’ Hij schreef het in 1980 maar het lied werd pas in 2004 bekend toen de Partij voor de Dieren het gebruikte in de campagne voor de Europese verkiezingen van dat jaar.

De winkeldeur gaat open en een heel gezin komt naar buiten met armen vol zakken krentenbollen. Dat scheelt meteen flink in de rij en even later lopen ook de vrouw en ik naar binnen. Ik vraag een halfje grofvolkoren en zij komt voor de slagroomtaart die ze telefonisch heeft besteld. Dan gaat er iets mis. Ik zie haar onrustig rondtasten in haar mantelzakken kennelijk op zoek naar haar bankpasje. Maar het is tevergeefs en haar gezicht straalt opeens grote boosheid uit.

‘Ik heb mijn pasje niet bij me! Nou moet ik weer helemaal terug naar huis! Kan ik van de week niet even terugkomen om te betalen?’

Het meisje dat haar bedient schudt haar hoofd.

‘Nee, het spijt me mevrouw, dat mogen wij niet doen van de baas.’

De vrouw draait zich woedend om en loopt naar een hoek van de zaak. Daar haalt ze haar mobieltje tevoorschijn en begint te bellen. Het gaat er akelig aan toe. Blijkbaar heeft haar partner haar betaalpas ergens anders neergelegd want hij krijgt de wind van voren. De man scheldt terug en er vallen over en weer vreselijke woorden. Het personeel staat er wat beschroomd bij. Ik wil de winkel uit want de vrouw is inmiddels over echtscheiding en advocaten begonnen waardoor de stemming in de zaak tot ver onder het vriespunt daalt. Ik wenk een van de meisjes achter de toonbank.

‘Hoeveel kost die taart?’

‘Acht euro vijftig, meneer.’

‘Telt u dat bedrag dan op bij mijn volkorenbroodje, dan kan ik weg.’

Het meisje doet wat haar gevraagd wordt en ik reken af. Bij het weggaan geef ik haar een knipoog die ze beantwoordt met een glimlach waar nog geen tien slagroomtaarten tegenop kunnen.

Auteur: Ed Bruinvis

Studeerde voor tekenleraar aan de Arnhemse kunstacademie en normatieve maatschappijleer bij professor Hoefnagels (Radboud Universiteit). Is sindsdien actief in het vredes- en ontwikkelingswerk (Stichting Doca, Platform Arnhem Mondiaal en landelijk Platform tegen Wapenhandel). Publiceert behalve onderzoekswerk ook poëzie (Rivierklei, 2008, De Muze, 2015 en Vage klachten, 2019) en verhalen (Open op zondag, 2010 en Het terras, 2014), in 2017 gevolgd door de novelle Angelie. In 2019 verscheen (digitaal) het boek Arnhem Mondiaal over veertig jaar samenwerkende Arnhemse vredes- en ontwikkelingsorganisaties.

2 gedachten over “In de rij”

Laat een reactie achter op Ed Reactie annuleren

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *