Kaartje

Met nog wat napijn van de wortelkanaalbehandeling die ik net had ondergaan, bereikte ik de bushalte. Een rit van een half uur zou me weer thuisbrengen waar ik voor mijn vertrek vast een kan water en een doosje paracetamols had klaargezet. Ik zou nog een paar dagen last hebben van de ingreep, maar daarna zou het leed snel geleden zijn, had mijn tandarts me verzekerd. Ze gaf me bij het afscheid een bemoedigend kneepje in mijn hand. Een zoen, dacht ik, de volgende keer wil ik een zoen.

In het bushokje zaten een moeder en een kind, een meisje van een jaar of drie. Ze schoof heen en weer op het ijzeren bankje en toonde zich bepaald niet mensenschuw.

‘Lekker weertje, hè meneer?’
Ondanks de zeurende kies, schoot ik in de lach.
‘Nou en of!’, zei ik. ‘Het is voorjaar.’

Ze draaide zich naar haar moeder.
‘Mam, wat is voorjaar?’
‘Voorjaar is hetzelfde als lente’, zei de moeder. ‘Weet je nog wat er na de lente komt?’
‘Ja!’, riep het kind. ‘Na de lente komt de zomer. En in de zomer mag ik vliegeren!’

Ze draaide zich weer naar mij toe.
‘Ik heb een vlieger gekregen van oma. En als het zomer is, ga ik vliegeren!’

Ik wilde vragen waarom ze daarmee tot de zomer wachtte, maar net op tijd schoot me te binnen dat het ook in mijn jeugd nogal precies kwam. Kwam je te vroeg buiten met je knikkerzak of – de meisjes – met een springtouw, dan werd je door je speelkameraadjes niet serieus genomen. Wie of wat bepaalde wanneer het daar wel het juiste moment voor was, heb ik nooit kunnen doorgronden.

De bus arriveerde en ik liet moeder en kind bij het instappen voorgaan. De moeder wilde twee kaartjes naar het centrum kopen, maar één kaartje was genoeg, vond de chauffeur. Als het meisje tenminste niet vijf jaar of ouder is, zei hij knipogend tot het kind. Ik had het juist geschat, het kind bleek inderdaad drie jaar oud. Dat was natuurlijk een meevaller voor de moeder, maar het meisje dacht daar heel anders over.

‘Waarom krijg ik geen kaartje?’, riep ze beledigd toen beiden achter elkaar door het gangpad naar achteren liepen.
‘Omdat je pas drie bent’, antwoordde de moeder. ‘Dan hoef je nog geen kaartje.’
‘Maar als jij een kaartje krijgt, wil ik ook een kaartje!’

De moeder zuchtte en het kind begon te huilen.
‘Mama, ik wil ook een kaartje!’

Ik viste mijn portemonnee uit mijn tas. Ergens moest ik nog een visitekaartje hebben van het restaurant waar ik die week had gegeten. Na enig zoeken tussen mijn pasjes vond ik het en boog me over het gangpad naar het huilende kind.
‘Zal ik jou dan een kaartje geven?’

Het meisje keek me verrast aan en knikte heftig door haar tranen heen.
‘Hier’, zei ik. ‘Dit is een echt kaartje.’

Het kind nam het gretig aan.
‘Kijk, mam. Ik heb een kaartje gekregen van die meneer!’

De moeder glimlachte even.
‘Het is een prachtig kaartje!’

Het meisje tuurde lang naar het kleurrijke logo en de kalligrafische letters. Toen borg ze het zorgvuldig weg in een zakje van haar blouse.

Bij de volgende halte stapte ik uit. Pal naast de halte was een apotheek waar ik het medicijn kon krijgen dat de tandarts me had voorgeschreven. Aan de balie wilde ik de naam van het middel noemen maar kon er prompt niet meer opkomen. Het was een lange Latijnse naam van zeven lettergrepen.

‘Wacht’, zei ik toen de apothekersassistente me met groeiend ongeduld aankeek, ‘ik heb het opgeschreven.’

Op dat moment schoot me te binnen dat ik de naam op de achterkant van het visitekaartje van het restaurant had gezet. Ik draaide me met een ruk om en zag nog net hoe de bus aan het einde van de straat om de hoek verdween.

Auteur: Ed Bruinvis

Studeerde voor tekenleraar aan de Arnhemse kunstacademie en normatieve maatschappijleer bij professor Hoefnagels (Radboud Universiteit). Is sindsdien actief in het vredes- en ontwikkelingswerk (Stichting Doca, Platform Arnhem Mondiaal en landelijk Platform tegen Wapenhandel). Publiceert behalve onderzoekswerk ook poëzie (Rivierklei, 2008, De Muze, 2015 en Vage klachten, 2019) en verhalen (Open op zondag, 2010 en Het terras, 2014), in 2017 gevolgd door de novelle Angelie. In 2019 verscheen (digitaal) het boek Arnhem Mondiaal over veertig jaar samenwerkende Arnhemse vredes- en ontwikkelingsorganisaties.

Eén gedachte over “Kaartje”

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *